Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van de verdachte.
De motivering van de beslissing.
- een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van negen maanden;
- een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van vier jaren, met aftrek van de tijd gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevorderd en ingehouden is geweest.
De motivering met betrekking tot het beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
De uitspraak.
straf:
een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden;
groot 2 (twee) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op de grond dat de verdachte zich voor het einde van een
proeftijd van 3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
bijkomende straf:
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
3 (drie) jaren;
teruggavevan het in beslag genomen onderdeel van een Peugeot (goednummer [nummer] ) aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken (rechts)persoon.