De man vordert bij wijze van voorlopige voorzieningen uitvoerbaar bij voorraad en versterkt met dwangsommen – samengevat weergegeven en zoals tijdens de mondelinge behandeling aangevuld – het volgende:
I.
Primair:de tenuitvoerlegging van de beschikkingen van het hof van 9 juli 2015 en van 21 maart 2019 te schorsen met bepaling dat de vrouw de executie onmiddellijk staakt en gestaakt houdt,
s
ubsidiairte bepalen dat de executie wordt voortgezet tegen zekerheidsstelling door de vrouw;
II. het beslag ten laste van de man op de woning aan [adres 2] te [plaats 2] op te heffen;
III. de derdenbeslagen die op 29 december 2020 zijn gelegd ten laste van de man op te heffen;
IV. te bepalen dat de vrouw de bij beschikking d.d. 9 juli 2015 vastgestelde zorgregeling dient na te komen, met dien verstande dat de zorgregeling aanvangt op zaterdag om 9.00 uur zoals partijen 5 jaar geleden hebben afgesproken;
V. te bepalen dat de man de kinderen bij zich heeft gedurende de voorjaarsvakantie van 13 februari 2021 tot 21 februari 2021 en de meivakantie van 1 mei 2021 tot 9 mei 2021;
VI. te bepalen dat de man gedurende de onder punt V. genoemde vakanties met de
kinderen mag reizen naar het buitenland, mits:
a. de besmettingsgraad (aantal besmettingen per 100,000 inwoners
gedurende de week voorafgaand aan de vakantie) in de regio van
bestemming (provincie) lager is of gelijk is aan de besmettingsgraad in Noord
Brabant (gedurende dezelfde periode);
b: de coronacode voor de regio (provincie) van bestemming op geel of groen staat (gedurende 1 week voorafgaand aan het begin van de vakanties);
VII. te bepalen dat de vrouw de paspoorten van de kinderen aan de vrouw, dan wel de broer van de man ( [A] ) dient af te geven op de eerste dag van de
onder punt V genoemde vakanties;
VIII. te bepalen dat wanneer de kinderen gedurende de voorjaars- en meivakantie
verblijven bij de man de reis van de kinderen van en naar het buitenland mag
worden begeleid door de broer van de man;
IX. de vrouw te veroordelen in de proceskosten en in de nakosten.