Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 december 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente Meierijstad, de heffingsambtenaar
Procesverloop
Overwegingen
– inmiddels vervallen – artikel 15 van de Wet WOZ. De Waarderingskamer kreeg de bevoegdheid om een aanbeveling te doen, zoals dat thans nog altijd in artikel 21 van de
Wet WOZ staat. Uit wat hiervoor is overwogen volgt dat deze aanbevelingen voor het college niet bindend zijn. Dit betekent ook dat, anders dan eiseres stelt, aan het niet opvolgen van zo’n aanbeveling – zo daarvan al sprake is – niet de door eiseres gestelde consequenties kunnen worden verbonden. Verder rust reeds op eiseres de bewijslast van haar stelling dat de woning gedateerd is. Anders dan eiseres lijkt te stellen, is het dus niet aan de orde dat daarvoor eerst de bewijslast (door middel van een informatiebeschikking) wordt omgekeerd. De door eiseres gestelde gedateerdheid is voorts op geen enkele wijze onderbouwd. De beroepsgrond faalt.