Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
einduitspraak van de meervoudige kamer van 12 januari 2021 in de zaak tussen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reusel-De Mierden,
Procesverloop
Overwegingen
- Eisers zijn eigenaren van de percelen [percelen] waar zij een pluimveehouderij exploiteren. Op deze percelen was het bestemmingsplan “Buitengebied 2009” van toepassing. Op 1 oktober 2013 is het bestemmingsplan “Buitengebied 2009, herziening fase 1A” in werking getreden.
- Op 10 november 2016 heeft verweerder een aanvraag van eisers ontvangen om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan “Buitengebied 2009, herziening fase 1A”.
- De locatie had in het oude bestemmingsplan de bestemming “Bedrijf-Agrarisch”, waarbij het volledige bestemmingsvlak was aangeduid als “intensieve veehouderij”. Uit artikel 10.2.1 van het oude bestemmingsplan volgt dat een groot gedeelte van het bestemmingsvlak kon worden bebouwd met bebouwing ten behoeve van de intensieve veehouderij.
- In het nieuwe bestemmingsplan hebben de desbetreffende gronden eveneens de bestemming “Bedrijf-Agrarisch” met de aanduiding “intensieve veehouderij” voor het volledige bestemmingsvlak. Uit artikel 10.2.1 onder e van de planregels volgt dat ter plaatse van de aanduiding “intensieve veehouderij”, intensieve veehouderijbebouwing uitsluitend is toegestaan tot maximaal de bestaande oppervlakte, als opgenomen in de bijlage “Bestaande intensieve veehouderijbebouwing” (bijlage 3), waarbij herbouw ter plaatse van de bestaande intensieve veehouderijbebouwing tot deze omvang is toegestaan.
- Verweerder heeft in zijn schriftelijke reactie van 14 januari 2020 een tabel opgenomen met per locatie een overzicht van de oppervlaktes van het bouwvlak, de maximale bouwmogelijkheden uit het oude bestemmingsplan en de maximale oppervlaktes aan intensieve veehouderijbebouwing, zoals genoemd in bijlage 3 van het nieuwe bestemmingsplan.
- het burgerinitiatief ‘Megastallen-Nee’ van 10 juli 2009;
- het voorbereidingsbesluit van Provinciale Staten van 19 maart 2010 waarbij de omvang van bouwvlakken voor intensieve veehouderij is beperkt tot 1,5 hectare;
- de Verordening ruimte eerste fase en de daarop volgende Verordening Ruimte 2011 en Verordening ruimte 2012;
- de notitie ‘Integrale visie plattelandsontwikkeling’ vastgesteld op 28 februari 2012 (verder: de Visie);
- het voorbereidingsbesluit van 8 maart 2012 van de gemeenteraad van Reusel-De Mierden in de aanloop naar de schadeveroorzakende planologische wijziging.
€ 118.000,00. De waarde vóór de planologische wijziging van het bedrijfsgedeelte bedraagt € 1.580.000,00. De aftrek vanwege het normaal maatschappelijk risico bedraagt
€ 31.600,00. Eisers kunnen aanspraak maken op een tegemoetkoming in planschade van
€ 86.400,00. Tevens kunnen eisers aanspraak maken op een vergoeding van de betaalde legeskosten alsmede de wettelijke rente vanaf 10 november 2016, de datum van ontvangst van de aanvraag om tegemoetkoming in planschade. De rechtbank zal het primaire besluit herroepen en bepalen dat eisers aanspraak kunnen maken op een tegemoetkoming in geleden planschade vanwege bestemmingsplan “Buitengebied 2009, herziening fase 1A” van € 86.400,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over beide bedragen vanaf 19 april 2017(de datum waarop verweerder de aanvraag heeft ontvangen) tot aan de dag van algehele voldoening. Verder moet verweerder de door eisers betaalde leges terugbetalen. De rechtbank zal bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit.
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit;
- bepaalt dat verweerder aan eisers een tegemoetkoming in planschade toekent van
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 345,00 aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers gezamenlijk tot een bedrag van
uitspraak te ondertekenen.