ECLI:NL:RBOBR:2021:6602
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
WOZ-waarde woning vastgesteld op basis van vergelijkingsmethode met betwisting van KOUDV-factoren en verkoopcijfers
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 21 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de WOZ-waarde van een woning in Schijndel. De heffingsambtenaar van de gemeente Meierijstad had de waarde van de woning per waardepeildatum 1 januari 2019 vastgesteld op € 218.000. Eiser, eigenaar van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen deze vaststelling en stelt dat de waarde te hoog is. Hij heeft een Excel-sheet ingediend ter onderbouwing van zijn standpunt, maar de herkomst en onderbouwing van de gegevens in deze sheet zijn onduidelijk. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende bewijs heeft geleverd dat de vastgestelde waarde niet te hoog is en dat eiser geen overtuigende onderbouwing heeft gegeven voor zijn bepleite waarde van € 210.000.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde heeft onderbouwd met drie vergelijkingsobjecten, die volgens de rechtbank voldoende vergelijkbaar zijn met de woning van eiser. Eiser heeft in zijn beroepschrift en Excel-sheet tegenstrijdige KOUDV-factoren aangevoerd, maar de rechtbank oordeelt dat hij hierin niet consistent is en dat zijn argumenten niet voldoende onderbouwd zijn. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar zijn standpunt voldoende heeft onderbouwd en dat het beroep van eiser ongegrond is. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.