Op 15 december 2021 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een dodelijk verkeersongeval dat plaatsvond op 16 januari 2021 te Bergeijk. De verdachte, geboren in 1992, werd beschuldigd van het veroorzaken van dit ongeval door aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag. De rechtbank oordeelde dat de verdachte als bestuurder van een personenauto onvoldoende rechts had gehouden in een flauwe bocht, waardoor hij een tegemoetkomende fietser, genaamd [slachtoffer], aanreed, die hierbij om het leven kwam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met een snelheid van 72 km/u reed, terwijl de maximumsnelheid op die weg 60 km/u was. De rechtbank concludeerde dat de verdachte in aanmerkelijke mate tekort was geschoten in hetgeen van hem als verkeersdeelnemer mocht worden verwacht. De officier van justitie had een taakstraf van 240 uur en een rijontzegging van één jaar geëist. De rechtbank legde deze straffen op, met de overweging dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een ernstig feit met dodelijke gevolgen, en dat hij niet had ingeschat dat hij als sterkere verkeersdeelnemer extra voorzichtig had moeten zijn. De rechtbank sprak de verdachte partieel vrij van zwaardere schuldvarianten, maar oordeelde dat zijn gedrag aanmerkelijk onvoorzichtig was geweest.