ECLI:NL:RBOBR:2021:6398
Rechtbank Oost-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen gedogen winternoodopvang te Eindhoven
Op 8 december 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een vereniging uit [woonplaats], had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de gemeente Eindhoven om een winternoodopvang voor dak- en thuislozen te vestigen op het terrein van de voormalige milieustraat aan de Kanaaldijk-Zuid. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, omdat de beslissing van de gemeente niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster geen verzoek om handhaving had ingediend bij de gemeente, wat wel een appellabel besluit zou zijn geweest. De voorzieningenrechter benadrukte dat de weg van het indienen van een verzoek om handhaving niet als onevenredig bezwarend kan worden aangemerkt, en dat verzoekster voldoende tijd had om dit te doen. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat de gemeente voor 23 december 2021 een besluit zal nemen op het ingediende verzoek om handhaving, waarna verzoekster zich opnieuw tot de voorzieningenrechter kan wenden indien nodig. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.