Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[onderbewindgestelde], wonende te [woonplaats],
1.Het procesverloop
2.Het geschil
3.De beoordeling
656,00
Rechtbank Oost-Brabant
Op 19 november 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant een mondeling vonnis gewezen in een kort geding tussen de Stichting voor Inkomensbeheer en Bewindvoering Saldo Plus (de bewindvoerder) en de Stichting Nieuwe Eindhovense Opvang (Neos). De bewindvoerder vorderde schorsing van de executie van een eerder vonnis van 2 november 2021, waarin Neos was veroordeeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat de bevoegdheid van de civiele voorzieningenrechter niet betwist was en dat de zaak ten onrechte bij de kantonrechter was aangebracht. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen gronden waren voor schorsing van het vonnis van 2 november 2021. De bewindvoerder had geen verweer gevoerd tegen de beëindiging van de verblijfsovereenkomst van de onderbewindgestelde, en de voorzieningenrechter oordeelde dat de omstandigheden van de onderbewindgestelde, waaronder een revalidatietraject, niet voldoende waren om de uitvoerbaarheid van het eerdere vonnis te schorsen. De vordering van de bewindvoerder werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Neos werden vastgesteld op € 1.323,00, te vermeerderen met wettelijke rente.