ECLI:NL:RBOBR:2021:609
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor poging tot zware mishandeling, mishandeling en diefstal met taakstraf en gevangenisstraf
Op 20 januari 2021 heeft de politierechter in 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1997. De verdachte is veroordeeld voor poging tot zware mishandeling, mishandeling en diefstal. De feiten vonden plaats op 17 augustus 2020. De rechter heeft de verdachte een taakstraf van 240 uur opgelegd, met de mogelijkheid van 120 dagen gevangenisstraf als alternatief. Van de gevangenisstraf is 117 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Een bijzondere voorwaarde is dat de verdachte geen contact mag opnemen met het slachtoffer. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van € 217,18, met de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer. Tevens is de teruggave gelast van een in beslag genomen geldbedrag van € 167,44, dat gelijkelijk verdeeld wordt tussen de verdachte en het slachtoffer. De rechter heeft ook de wettelijke rente over de schadevergoeding toegewezen vanaf de datum van het delict tot aan de dag van voldoening. De vordering van de benadeelde partij voor immateriële schade is afgewezen, en de verdachte is bevrijd van zijn schadevergoedingsplicht voor zover hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan.