2.3.De rechtbank slaat bij de verdere beoordeling acht op de volgende omstandigheden:
een alimentatiebeding in een samenlevingsovereenkomst is een weliswaar soms voorkomend, maar in de praktijk van de rechtbank, zeker geen alledaags of gebruikelijk beding,
in de door de notaris verstuurde conceptakte staat geen bepaling over (partner)alimentatie, sterker,
daarin staat dat partijen financieel onafhankelijk willen blijven en dat ze bij ‘scheiding’ niet in elkaars inkomen en/of vermogen willen delen,
[eiser] had zelf geen belang bij het opnemen van een dergelijk beding,
in de periode tussen de ontvangst van de conceptakte en het passeren van de uiteindelijke akte is er geen contact geweest tussen [A] of [eiser] enerzijds en de notaris anderzijds,
[A] kan zich volgens haar getuigenverklaring niet herinneren of zij in diezelfde periode met [eiser] heeft gesproken over het onderwerp alimentatie,
[A] weet volgens haar verklaring niet meer wat er bij de notaris is besproken,
er zit slechts een kleine vier jaar tussen het passeren van de akte en het verbreken van de relatie van [eiser] en [A] ,
[A] antwoordt volgens haar verklaring op de vraag wanneer zij voor de eerste keer heeft gezien dat er een alimentatiebeding in de samenlevingsovereenkomst stond, dat zij dat voor het eerst heeft beseft toen partijen al zeven maanden uit elkaar waren; dat ze dat pas hoorde toen ze bij het Juridisch Loket was en dat ze, gevraagd naar haar reactie toen, heeft geantwoord “ik wist totaal niet wat erin stond”,
[B] verklaart dat [A] na het verbreken van de relatie met [eiser] tegen hem heeft gezegd dat zij “zeker geen recht op” alimentatie had,
[C] verklaart dat [A] voor het verbreken van de relatie met [eiser] tegen haar heeft gezegd dat ze nergens recht op had als ze uit elkaar zouden gaan; dat [A] een half jaar na het verbreken van de relatie tegen haar zei dat ze naar een advocaat was gegaan en dat toen bleek dat er toch iets over alimentatie in de overeenkomst stond en dat zij ( [A] ) daar toen verbaasd over was.