ECLI:NL:RBOBR:2021:5910

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
12 november 2021
Publicatiedatum
11 november 2021
Zaaknummer
01-993326-20
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van voorbereidingshandelingen en productie van synthetische drugs

In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 12 november 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich in de periode van 28 april 2020 tot en met 6 augustus 2020 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen en het produceren van synthetische drugs, specifiek methamfetamine. De verdachte werd vrijgesproken van het produceren van MDMA en de bijbehorende strafbare voorbereidingshandelingen in de periode van 1 januari 2019 tot en met 2 juli 2019. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar, met aftrek van voorarrest, en gelast de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van één jaar.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, betrokken was bij de opzet en werking van een drugslab in Montfoort, waar grote hoeveelheden methamfetamine werden geproduceerd. De politie ontdekte het drugslab op 6 augustus 2020, waar de verdachte en medeverdachten op heterdaad werden aangehouden. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld, waaronder verklaringen van medeverdachten en de aangetroffen drugs en chemicaliën in het lab. De verdachte heeft bekend betrokken te zijn geweest bij de voorbereidingen en productie van de drugs, maar ontkende kennis te hebben van de aanwezigheid van een aanzienlijke hoeveelheid methamfetamine-kristallen.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot een gevangenisstraf van acht jaar afgewezen en in plaats daarvan een straf van vijf jaar opgelegd, rekening houdend met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in het drugslab. De rechtbank heeft ook de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering, omdat er onvoldoende bewijs was voor schade die direct door de verdachte was veroorzaakt. De beslissing om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf te gelasten, werd ook bevestigd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummers: 01/993326-20 en 01/993357-20 (ter terechtzitting gevoegd)
Parketnummer vordering: 18/730359-15
Datum uitspraak: 12 november 2021
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboortejaar] 1967,
wonende te [adres 1] ,
thans gedetineerd te: P.I. Achterhoek, HvB.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 19 november 2020, 8 februari 2021, 30 april 2021, 9 juli 2021, 1 oktober 2021 en 29 oktober 2021.
Op de zitting van 29 oktober 2021 heeft de rechtbank de tegen verdachte, onder de hiervoor genoemde parketnummers, aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 29 oktober 2021 is gewijzigd, is aan verdachte ten laste gelegd dat:
Parketnummer 01/993326-20:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 april 2020 tot
en met 06 augustus 2020 te Montfoort en/of (elders) in Nederland tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit,
bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
het opzettelijk bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of
afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of buiten
het grondgebied van Nederland brengen van (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (van
een materiaal bevattende) metamfetamine, zijnde metamfetamine een middel
vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, althans (een) (grote)
hoeveelhe(i)d(en) van (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende
lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, (telkens)
- ( een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen
en/of te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om
daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of
inlichtingen te verschaffen (sub 1°) en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen (sub 2°)
en/of
- ( een) voorwerp(en) en/of vervoermiddel(en) en/of stof(fen) en/of geld(en)
en/of (een) ander(e) betaalmiddel(en) voorhanden heeft gehad, waarvan
verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den)
om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die
feit(en) (sub 3°),
hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) (telkens)
- naar/bij/in een of meer containers/ruimtes op/aan de [adres 2] te
Montfoort, althans enige locatie, vervoerd en/of ondergebracht en/of
opgeslagen en/of voorhanden gehad:
- ( een) (grote) hoeveelhei(i)d(en) chemicaliën, waaronder APAA en/of
BMK-glycidaat en/of methanol en/of formamide en/of caustic soda, en/of wijnsteenzuur
en/of methylamine en/of zoutzuur en/of aceton en/of tolueen, zijnde
(elk) een stof geschikt/benodigd voor de omzetting in benzylmethylketon
(BMK) en/of (vervolgens) de bereiding en/of bewerking en/of verwerking
en/of vervaardiging van metamfetamine, in elk geval van (een) middel(en)
vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of
- een of meer drukreactievaten en/of (destillatie)ketels en/of centrifuges
en/of verwarmingsmantels en/of gasflessen en/of koelvriescombinaties en/of enige
(andere) hardware en/of
- ( hiertoe) voornoemde locatie ter beschikking gehad en/of gesteld en/of voornoemde
containers besteld en/of geplaatst/laten plaatsen en/of voornoemde containers afgedekt
en/of aan het zicht onttrokken een
elektriciteitsvoorziening aangelegd en/of laten aanleggen en/of andere werkzaamheden
verricht en/of
- in het kader van voornoemde activiteit(en) met elkaar en/of met anderen contact
gehad/ gehouden en/of (een) afspra(a)k(en) gemaakt en/of
-een of meer PGP-toestellen in bezit gehad en/of gebruikt;
2.
hij op of omstreeks 06 augustus 2020 te Montfoort, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervoerd en/of vervaardigd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een totaal van) ongeveer 96
liter, althans (een) hoeveelhe(i)d(en), metamfetamine-olie en/of (een totaal
van) 4,2 kilogram, althans (een) hoeveelhe(i)d(en), metamfetamine-kristallen,
zijnde metamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;
Parketnummer 01/993357-20:
1.
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 2 juli 2019 te Harmelen, gemeente Woerden, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of MDA, zijnde MDMA en/of MDA (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
Hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 2 juli 2019 te Harmelen, gemeente Woerden, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
-een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
-zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
-voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wisten of ernstige redenen had/hadden om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
-een grote hoeveelheid chemicaliën en/of grondstoffen, zoals BMK en/of zwavelzuur en/of mierenzuur en/of zoutzuur en/of PMK en/of PMK-glycidezuur en/of methylamine en/of jood ten behoeve van de vervaardiging van voornoemd(e) middel(en) gekocht en/of verkocht en/of besteld en/of voorhanden gehad en/of
-hardware, zoals ketels en/of gasflessen en/of glaswerk en/of een drukreactievat en/of verwaringsmantels en/of rondbodemkolven en/of refluxkoelers en/of een diepvrieskast voorhanden gehad en/of
-(volgelaats- of adembeschermings) maskers en/of handschoenen voorhanden gehad en/of
-een loods / ruimte/ zeecontainer(s) ter beschikking gehad op / aan de [adres 3] te Harmelen;

De vordering na voorwaardelijke veroordeling.

De zaak met parketnummer 18/730359-15 is aangebracht bij vordering van 19 oktober 2021. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland te Groningen d.d. 28 april 2016. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak.

Onder parketnummer 01/993357-20 is tenlastegelegd het produceren van MDMA en strafbare voorbereidingshandelingen te Harmelen.
Het standpunt van partijen:
De officier van justitie acht de feiten bewijsbaar. De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit.
Het oordeel van de rechtbank:
De politie heeft in de zomer van 2019 in Harmelen een drugslab ontdekt en ontmanteld.
In het zaaksdossier 3.2 Harmelen bevindt zich een foto van verdachte waarop te zien is dat hij aan de poort staat bij het pand in Harmelen waar het drugslab is ontdekt. Voorts is er een verklaring van de eigenaar van het pand in Harmelen, [persoon] , inhoudende dat degene op de foto het maatje is van “de jongen van het drugslab” dat daar is ontmanteld. Medeverdachte [medeverdachte 1] is in verband met dit drugslab veroordeeld. In het drugslab zijn maskers en handschoenen aangetroffen met hierop DNA van verdachte.
Verdachte bekent dat hij de persoon is op de foto. Hij verklaart daarover dat hij aan een persoon maskers en handschoenen heeft verkocht en dat hij deze heeft afgegeven op het adres in Harmelen. Verder is er in het dossier niets dat wijst op betrokkenheid van verdachte.
De rechtbank acht dit onvoldoende om tot een veroordeling te komen ten aanzien van de concreet aan verdachte ten laste gelegde gedragingen.
De rechtbank acht dan ook niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder parketnummer 01/993357-20 onder feit 1 en 2 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Bewijs

Voor wat betreftde zaak met parketnummer 01/993326-20 betreffende strafbare voorbereidingshandelingen en het produceren van methamfetamine (olie en kristallen) te Montfoort wordt het volgende bewijs gebezigd.
Bronnen:
zaaksdossier 2 Methamfetaminelab Montfoort van het team Generieke Opsporing, proces-verbaalnummer 26Hammond-01304, onderzoek 26 Hammond/LERCF19010, onderzoeksnummer LERCF19010, sluiting d.d. 2 april 2021, aantal pagina’s 1485 (3 zwarte ordners);
proces-dossier van het team Generieke Opsporing 6, dienst Landelijke Recherche, onderzoek 26Bluffton, onderzoeksnummer LERBA20001, sluiting d.d. 22 januari 2021, aantal pagina’s 286 (1 rode ordner);
26 Blufton zaakdossier 3 Drugslab [adres 2] te Montfoort, van het team Generieke Opsporing, onderzoek 26Bluffton?LERBA20001, sluiting d.d. 21 januari 2021 (1 groene ordner);
het proces-verbaal van de terechtzitting d.d. 29 oktober 2021.
Omwille van de leesbaarheid van het vonnis wordt voor wat betreft de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen verwezen naar de uitwerking daarvan. Deze uitwerking is als bijlage A bij dit vonnis gevoegd en de inhoud van die bijlage dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
Inleiding.
Onderzoek 26Hammond:
Op 11 maart 2020 is in het onderzoek 26Hammond in een bedrijfspand aan de [adres 4] in Zaandam een in werking zijnde methamfetaminelaboratorium aangetroffen en is een aantal verdachten op heterdaad aangehouden.
Uit onderzoek kwam naar voren dat er naast de op heterdaad aangehouden verdachten nog andere verdachten betrokken waren bij het opzetten en produceren van methamfetamine vanuit dit lab. Het onderzoek heeft zich geconcentreerd op verdachte en [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 1] .
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat deze beide verdachten samen met andere verdachten bovendien worden verdacht van betrokkenheid bij het opzetten, inrichten en vervolgens produceren van Crystal Meth, Ice, vanuit een methamfetaminelab aan de [adres 2] te Montfoort.
Onderzoek 26 Bluffton:
Op 16 juli 2020 kwam vanuit de TCI het volgende bericht binnen:
Het ernstige vermoeden bestaat dat op het terrein van de locatie [adres 2] te Montfoort zich een productielocatie van synthetisch drugs bevindt.
Op 6 augustus kwam vanuit de TCI een tweede bericht binnen dat:
het vermoedelijke drugslaboratorium op het terrein aan [adres 2] in Montfoort kennelijk nog steeds in bedrijf is.
Op deze locatie zijn een woonhuis met schuren en twee bedrijven gevestigd. De bedrijven betreffen [bedrijf 1] en [bedrijf 2] . De aandeelhouder en bestuurder van beide bedrijven betreft [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum 2] . Medeverdachte [medeverdachte 3] is ingeschreven op dit adres volgens de BRP.
Op 6 augustus 2020 heeft de politie een inval gedaan op de locatie [adres 2] in Montfoort. Er werd een drugslab aangetroffen. In het drugslab werden verdachte en medeverdachte [medeverdachte 4] , geboren op [geboortedatum 3] , op heterdaad aangehouden. Medeverdachte [medeverdachte 3] , eigenaar van de locatie, was thuis en is ook aangehouden.
Op de locatie werd een heimelijk verborgen productielocatie voor de productie van synthetische drugs aangetroffen. De productielocatie is aangetroffen in zes geschakelde, verborgen en met puin en zand bedekte zeecontainers.
In het lab werd onder andere 96 liter methamfetamine-olie en 4,2 kilogram methamfetaminekristallen aangetroffen. Verder werden er vele chemicaliën en hardware benodigd voor de productie van synthetische drugs aangetroffen.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank tot een bewezenverklaring komt van feit 1 en 2 van parketnummer 993326-20.
Het standpunt van de verdediging.
Verdachte refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1 en 2 van parketnummer 993326-20, met uitzondering van de 4,2 kilo methamfetaminekristallen die zijn aangetroffen in de vriezer.
Het oordeel van de rechtbank.
Uit de bewijsmiddelen, met name het rapport van de LFO en het onderzoek door het NFI, blijkt dat op het moment van de inval op 6 augustus 2002 op de locatie [adres 2] te Montfoort een laboratorium voor het vervaardigen van methamfetamine in werking was.
Ten aanzien van feit 1:
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij betrokken is geweest bij de voorbereiding van het lab in Montfoort en bij de productie van BMK.
Hij is daar vaak geweest. Hij had de kennis die nodig was voor de productie en gaf aanwijzingen aan medeverdachte [medeverdachte 4] tijdens het productieproces. Hij heeft aangegeven welke spullen er nodig waren.
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen en de bekennende verklaring van verdachte feit 1 wettig en overtuigend bewezen, namelijk het medeplegen van strafbare voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 10a van de Opiumwet.
Ten aanzien van feit 2:
Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist van de aanwezigheid van 4,2 kilo methamfetamine-kristallen in de vriezer in het drugslab. De rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig.
Verdachte is met medeverdachte [medeverdachte 4] vele dagen, gedurende vele uren, aanwezig geweest in het lab. Verdachte is betrokken geweest bij de voorbereiding van het lab, hij wist wat er nodig was voor de productie van synthetische drugs, hij was degene met de kennis van het produceren en hij heeft zelf in het lab BMK geproduceerd. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat het beoogde eindproduct methamfetamine was. Nu uit het dossier geen betrokkenheid blijkt van andere als laborant betrokken personen, stelt de rechtbank vast dat verdachte de aangetroffen drugs samen met [medeverdachte 4] heeft geproduceerd. Dat verdachte en [medeverdachte 4] al eindproduct klaar hadden, wordt ook ondersteund door het ovc-gesprek in de auto van [medeverdachte 2] tussen [medeverdachte 2] en verdachte [medeverdachte 4] . [medeverdachte 4] zegt hierin dat als ze nog even door hadden kunnen gaan ‘ze toch zo’n 10 kilo gehad zouden hebben’.
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen feit 2 wettig en overtuigend bewezen, namelijk het medeplegen van het produceren van methamfetamine-olie en methamfetamine-kristallen.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de uitgewerkte bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
Parketnummer 01/993326-20:
1.
hij op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 28 april 2020 tot
en met 06 augustus 2020 te Montfoort
en/of (elders) in Nederlandtezamen en in
vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, (telkens
)om een feit,
bedoeld in het vierde
of vijfdelid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
het opzettelijk bereiden en
/ofbewerken en
/ofverwerken
en/of verkopen en/of
afleveren en/of verstrekken en/of vervoerenen
/ofvervaardigen
en/of buiten
het grondgebied van Nederland brengenvan
(een) (grote
)hoeveelhe
(i)d
(en
) (van
een materiaal bevattende
)methamfetamine, zijnde methamfetamine een middel
vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
althans (een) (grote)
hoeveelhe(i)d(en) van (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende
lijst I,voor te bereiden en
/ofte bevorderen,
(telkens
)
- (een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen
en/of te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om
daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of
inlichtingen te verschaffen (sub 1°) en/of
- zich en
/of (een)ander
(en
)gelegenheid en
/ofmiddelen en
/ofinlichtingen
tot het plegen van
dat/die feit
(en
)heeft getracht te verschaffen
(sub 2°)
en
/of
-
(een)voorwerp
(en
) en/of vervoermiddel(en)en
/ofstof
(fen
) en/of geld(en)
en/of (een) ander(e) betaalmiddel(en)voorhanden heeft gehad, waarvan
verdachte en
/ofverdachtes mededader
(s
)wist
(en
) of ernstige reden had(den)
om te vermoedendat zij bestemd
was/waren tot het plegen van
dat/die
feit
(en
) (sub 3°),
hebbende verdachte en
/of (een of meer van)verdachtes mededader
(s
) (telkens
)
- naar
/bij/in een of meercontainers
/ruimtes op/aan de [adres 2] te
Montfoort,
althans enige locatie,vervoerd en
/of ondergebracht en/ofdaarin
opgeslagen en
/ofvoorhanden gehad:
- ( -
(een) (grote)hoeveelhe
i(i)d
(en
)chemicaliën, waaronder APAA en
/of
BMK-glycidaat en
/ofmethanol en
/offormamide en
/ofcaustic soda, en
/ofwijnsteenzuur
en
/ofmethylamine en
/ofzoutzuur en
/ofaceton en
/oftolueen, zijnde
(elk
)een stof geschikt/benodigd voor de omzetting in benzylmethylketon
(BMK) en
/of (vervolgens)de bereiding en
/ofbewerking en
/ofverwerking
en
/ofvervaardiging van methamfetamine, in elk geval van
(een)middel
(en
)
vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, en
/of
- een of meer drukreactievaten en
/of (destillatie
)ketels en
/ofcentrifuges
en
/ofverwarmingsmantels en
/ofgasflessen en
/ofkoelvriescombinaties
en/of enige
(andere) hardwareen
/of
- ( -
(hiertoe
)voornoemde locatie ter beschikking gehad en
/ofgesteld en
/ofvoornoemde
containers besteld en
/ofgeplaatst/laten plaatsen en
/ofvoornoemde containers afgedekt
en
/ofaan het zicht onttrokken en een
elektriciteitsvoorziening aangelegd
en/of laten aanleggen en/of andere werkzaamheden
verricht en/of
- in het kader van voornoemde activiteit
(en
)met elkaar en
/ofmet anderen contact
gehad
/ gehoudenen
/of (een)afspra
(a)k
(en
)gemaakt en
/of
-
een of meerPGP-toestellen in bezit gehad en
/ofgebruikt;
2.
hij op ofomstreeks 06 augustus 2020 te Montfoort,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk
heeft bereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt
en/of vervoerden
/ofvervaardigd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,ongeveer 96
liter,
althans (een) hoeveelhe(i)d(en),methamfetamine-olie en
/of4,2 kilogram,
althans (een) hoeveelhe(i)d(en),methamfetamine-kristallen,
zijnde methamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft voor bewezenverklaring van de feiten 1 en 2 van parketnummer 01/993326-20 en de feiten 1 en 2 van parketnummer 01/993357-20 een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar, met aftrek van voorarrest gevorderd.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman bepleit voor bewezenverklaring van de feiten 1 en 2 van parketnummer 01/993326-20 een maximale gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar, met aftrek van voorarrest. Verdachte neemt zijn verantwoordelijkheid voor zijn handelen. De rol van verdachte is niet groter dan de rol van medeverdachte [medeverdachte 4] .
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in de periode van 28 april 2020 tot en met 6 augustus 2020 schuldig gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet en het medeplegen van het produceren van een grote hoeveelheid synthetische drugs.
Voor de productie van synthetische drugs, in dit geval methamfetamine, wordt gebruik gemaakt van chemische grondstoffen die bijzonder schadelijk zijn voor de volksgezondheid en het milieu. De productie vindt gewoonlijk plaats in daarvoor niet bestemde ruimten, zoals (in dit geval) in zeecontainers. Bij het (ondeskundig) opslaan (en bewerken) van dergelijke chemicaliën kan ontploffingsgevaar optreden. Het productieproces levert bovendien grote hoeveelheden schadelijke afvalstoffen op die, zo leert de praktijk, illegaal onder andere in natuurgebieden worden gedumpt. Dit brengt grote fysieke schade toe aan de natuur en materiële schade in verband met de aanzienlijke kosten die met het opruimen van het chemische afval gemoeid zijn. Verder is het algemeen bekend dat verdovende middelen schade toebrengen aan de gezondheid van de gebruikers van deze middelen. Van de productie van synthetische drugs is bovendien algemeen bekend dat dit steeds meer gepaard gaat met andere, ook zwaardere vormen van criminaliteit.
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte eerder voor soortgelijke feiten werd veroordeeld en dat hij de onderhavige strafbare feiten heeft gepleegd tijdens de proeftijd van een eerdere veroordeling.
De rechtbank houdt er voorts rekening mee dat verdachte als laborant een grote rol heeft gehad in het geheel. Hij had een coördinerende rol, waarbij hij het lab mede heeft opgezet en ingericht en hierin drugs heeft geproduceerd. Het betrof een omvangrijk, professioneel en operationeel drugslab voor de productie van methamfetamine, ook wel crystal meth genoemd.
Verdachte heeft de strafbare feiten gepleegd uit puur winstbejag en de schadelijke gevolgen voor mens en milieu op de koop toe genomen.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek van het voorarrest passend en geboden.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie refereert zich aan het oordeel van de rechtbank maar kan zich voorstellen dat de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaart in de vordering gezien de beperkte onderbouwing op dit moment.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman verzoekt de benadeelde partij niet ontvankelijk te verklaren in de vordering.
Beoordeling.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien op basis van de thans beschikbare informatie niet vastgesteld kan worden of er sprake is van rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade.
De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal, nu de vordering niet wordt toegewezen, de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.

Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 18/730359-15.

De officier van justitie heeft tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 1 jaar. De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bijzondere omstandigheden die aan de tenuitvoerlegging in de weg staan zijn niet aanwezig. De rechtbank zal dan ook de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10A van de Opiumwet.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder parketnummer 01/993357-20 feit 1 en 2 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
Ten aanzien van feit 1 van parketnummer 01/993326-20:
medeplegen van een feit bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, voorbereiden en bevorderen door zich en anderen gelegenheid,
middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen
en voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd
zijn tot het plegen van dat feit;
Ten aanzien van feit 2 van parketnummer 01/993326-20:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 aanhef en
onder B, van de Opiumwet gegeven verbod.
De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straf:
Ten aanzien van feit 1 en feit 2 van parketnummer 01/993326-20:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 jaar, met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht;
Ten aanzien van feit 1 en feit 2 van parketnummer 01/993326-20:
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet ontvankelijk in de vordering.
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling:
gelast de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank Noord-Nederland te Groningen d.d. 28 april 2016, gewezen onder parketnummer 18-730359-15, te weten:
gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S.J.W. Hermans, voorzitter,
mr. L.R.H. Koekoek en mr. S.A.E.M. van Dorst, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.H.C. Persoons, griffier,
en is uitgesproken op 12 november 2021.