Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] (alias [alias] ),
Onderzoek ter terechtzitting
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
- de voertuigen (zowel van verdachte als de verbalisanten) bevonden zich op het moment van de aanrijdingen op rijstrook één. Daarbij bevond het voertuig van de verdachte zich telkens aan de linkerzijde van de politievoertuigen, dat wil zeggen aan de kant van de vangrail/middengeleider. De politievoertuigen hadden aldus enige ruimte om uit te wijken;
- de voertuigen reden op het moment van de aanrijdingen ongeveer 80 kilometer per uur. Een beduidend lagere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximumsnelheid van 120 kilometer per uur;
- de voertuigen van verdachte en de verbalisanten reden telkens op het moment dat de verdachte in de richting van de verbalisanten stuurde in dezelfde rijrichting, hetgeen een minder gevaarzettend karakter heeft dan een frontale of laterale botsing;
- er is geen extreem snelle richtingsverandering opgetreden bij de politievoertuigen. Dit volgt uit het NFI-rapport “Onderzoek naar aanleiding van een verkeersincident op de A67 links te Eersel op 13 juni 2019” door ing. [persoon] d.d. 17 juli 2020. Ook door de verbalisanten is niet gerelateerd dat de politievoertuigen door toedoen van verdachte op de andere rijstrook of de vluchtstrook zijn geraakt;
- de betrokken verbalisanten zijn opgeleide en geoefende bestuurders en weten hoe te handelen in dergelijke situaties om ongelukken te voorkomen, terwijl van bijzondere/specifieke gevaarzettende omstandigheden ter plaatse vanwege de inrichting van de weg niet is gebleken.
De bewezenverklaring.
1 (subsidiair)
op 13 juni 2019 te Eersel en/of te Lierop, [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (toen en aldaar werkzaam als politieambtenaren van politie eenheid Oost Brabant), gedurende en terzake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte toen daar opzettelijk dreigend met aanzienlijke snelheid met een door hem bestuurde personenauto (Peugeot, type 407) een naast hem rijdende politieauto, waarin zich voornoemde politieambtenaren bevonden, geramd of is tegen die politieauto gereden;
2 (subsidiair)
op 13 juni 2019 te Eersel en/of te Lierop, [verbalisant 3] en [verbalisant 4] (toen en aldaar werkzaam als politieambtenaren van politie eenheid Oost Brabant), gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte toen daar opzettelijk dreigend met een door hem bestuurde personenauto (Peugeot, type 407) met aanzienlijke snelheid, een naast hem rijdende politieauto, waarin zich voornoemde politieambtenaren bevonden, geramd of is tegen die politieauto gereden;
die geheel aan een ander, te weten aan Politie eenheid Oost-Brabant toebehoorden, heeft beschadigd.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
2 jaarmet aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturen(bromfietsen daaronder
4 jaar.
€ 400,00.
[verbalisant 1]van een bedrag van € 400,00 (zegge: vierhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 8 dagen gijzeling. Het bedrag bestaat geheel uit immateriële schadevergoeding. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
€ 400,00.
[verbalisant 2]van een bedrag van € 400,00 (zegge: vierhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 8 dagen gijzeling. Het bedrag bestaat geheel uit immateriële schadevergoeding. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
€ 906,00.
[verbalisant 3]van een bedrag van € 906,00 (zegge: negenhonderdzes euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 18 dagen gijzeling. Het bedrag bestaat geheel uit immateriële schadevergoeding. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor genoemde
€ 906,00.
[verbalisant 4]van een bedrag van € 906,00 (zegge: negenhonderdzes euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 18 dagen gijzeling. Het bedrag bestaat geheel uit immateriële schadevergoeding. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
€ 25.267,88.
Politie eenheid Oost-Brabantvan een bedrag van € 25.267,88 (zegge: vijfentwintigduizendtweehonderdzevenenzestig euro en achtentachtig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 161 dagen gijzeling. Het bedrag bestaat geheel uit immateriële schadevergoeding. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.