ECLI:NL:RBOBR:2021:5487

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
19 oktober 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
01/308685-20
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontuchtige handelingen met minderjarige, verspreiding van kinderporno en verboden wapenbezit

Op 19 oktober 2021 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere ernstige misdrijven. De verdachte is veroordeeld voor ontuchtige handelingen met een minderjarige, het bevorderen van ontucht door een minderjarige met derden, het verspreiden en in bezit hebben van kinderporno, en het voorhanden hebben van een verboden wapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van meer dan twee jaar ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een slachtoffer dat op het moment van de feiten nog maar 14 jaar oud was. De verdachte heeft ook anderen betrokken bij het seksueel misbruik van het slachtoffer en heeft kinderpornografische opnamen gemaakt en verspreid. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de primair tenlastegelegde verkrachting en het aanzetten tot ontucht, maar heeft de subsidiaire feiten bewezen verklaard. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, en moet een schadevergoeding van € 12.718,40 aan het slachtoffer betalen. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met het slachtoffer en ambulante behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.308685.20
Datum uitspraak: 19 oktober 2021
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te: P.I. Dordrecht.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 5 oktober 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 10 februari 2021, waarna de tenlastelegging ter terechtzitting van 3 juni 2021 werd gewijzigd.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
T.a.v. feit 1 primair:
hij op of omstreeks de periode van 21 mei 2018 tot en met 1 september 2020 te Helmond, althans in het arrondissement Oost-Brabant, in elk geval in Nederland
door geweld en/of een (andere) feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een (andere) feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer] (getong)zoend en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- zijn penis laten vasthouden door die [slachtoffer] met de hand(en) en/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- met zijn tong en/of hand(en) en/of (vinger(s) de vagina van die [slachtoffer] betast en/of
- zijn tong en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- een vibrator/dildo, in elk geval een seksspeeltje, in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- een anaalplug en/of anale kralenketting, in elk geval een seksspeeltje, in de anus van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
bestaande die dwang uit:
- de feitelijke verhoudingen, te weten het grote leeftijdsverschil en/of het daaruit voortvloeiend overwicht en/of
- het controleren van die [slachtoffer] , door middel van een locatiebepaling aan te zetten op haar digitale gegevensdrager(s) en/of
- het inpalmen door verdachte van die [slachtoffer] , te weten door het verstrekken/geven van lingerie en/of parfum en/of een hond en/of
- het slaan/stompen van die [slachtoffer] in het gezicht en/of tegen het lichaam en/of
- het schoppen van die [slachtoffer] tegen de be(e)n(en) en/of tegen het lichaam en/of
- het vastbinden van die [slachtoffer] met handboeien en/of
- het dichtknijpen en/of dichthouden van de keel van die [slachtoffer] met zijn hand(en) en/of
- het straffen van die [slachtoffer] bij niet luisteren/niet meewerken, te weten door het onder de koude douche zetten en/of
- het tonen van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen lijkend voorwerp en/of
- het tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij, verdachte, zichzelf iets zou aandoen als zij niet terug kwam en/of
- het tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij haar iets aandoet als zij niet terugkomt en/of
- het tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij, verdachte, naaktfoto’s en/of naaktfilms van haar op internet zal plaatsen/verspreiden en/of
- het vernederen van die [slachtoffer] door haar kankerhoer en/of neukslet en/of nutteloos te noemen en/of
- het laten innemen van verdovende middelen door die [slachtoffer] en/of
- het kopen van een hond voor die [slachtoffer] en/of (vervolgens) het zeggen dat hij, verdachte, de hond iets zou aandoen als zij niet meewerkt en/of
- het zeggen dat hij, verdachte, die [slachtoffer] het ziekenhuis in zou slaan, althans woorden van soortgelijke dreigende strekking
T.a.v. feit 1 subsidiair:
Hij in of omstreeks de periode van 21 mei 2018 tot en met 21 augustus 2019 te Helmond, in elk geval in het arrondissement Oost-Brabant, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met een meisje, genaamd [slachtoffer] (geboren [geboortedatum2] 2003 ) , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaar had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en), heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte,
- die [slachtoffer] (getong)zoend en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- zijn penis laten vasthouden door die [slachtoffer] met de hand(en) en/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- met zijn tong en/of hand(en) en/of (vinger(s) de vagina van die [slachtoffer] betast en/of
- zijn tong en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- een vibrator/dildo, in elk geval een seksspeeltje, in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- een anaalplug en/of anale kralenketting, in elk geval een seksspeeltje, in de anus van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden
T.a.v. feit 2 primair:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
22 augustus 2018 tot en met 21 augustus 2019 te ’s-Hertogenbosch en/of Helmond, in elk geval in Nederland,
door geweld en/of een (andere) feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een (andere) feitelijkheid, het plegen en/of ondergaan van een of meer ontuchtige handelingen,
opzettelijk te weeg heeft gebracht en/of bevorderd
door en/of met een persoon van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, te weten het meisje [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum2] 2003 ),
met een derde, te weten een man genaamd [persoon] en/of een vrouw genaamd [persoon] en/of een nog onbekend gebleven volwassen persoon, immers heeft hij, verdachte,
op een swingerssite, althans het internet, een advertentie geplaats en/of (vervolgens) contact gelegd en/of seks aangeboden en/of met (een) volwassen man(nen) en/of vrouw(en) afgesproken en/of die [slachtoffer] meegenomen naar die derde(n) en/of samen met die [slachtoffer] seksuele handelingen verricht met die derde(n) en/of door die [slachtoffer] de derde(n) te pijpen en/of die [slachtoffer] zich door de derde vaginaal te laten penetreren en/of anaal te laten penetreren en/of te laten beffen en/of laten (tong)zoenen,
waarbij de dwang bestond uit:
- de feitelijke verhoudingen, te weten het grote leeftijdsverschil en/of het daaruit voortvloeiende overwicht en/of
- het inpalmen door verdachte van die [slachtoffer] , te weten door het verstrekken/geven van lingerie en/of parfum en/of een hond en/of
- het slaan/stompen van die [slachtoffer] in het gezicht en/of tegen het lichaam en/of
- het schoppen van die [slachtoffer] tegen de be(e)n(en) en/of tegen het lichaam en/of
- het vastbinden van die [slachtoffer] met handboeien en/of
- het dichtknijpen en/of dichthouden van de keel van die [slachtoffer] met zijn hand(en) en/of
- het straffen van die [slachtoffer] bij niet luisteren/niet meewerken, te weten door het onder de koude douche zetten en/of
- het tonen van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen lijkend voorwerp en/of
- het tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij, verdachte, zichzelf iets zou aandoen als zij niet terug kwam en/of
- het tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij haar iets aandoet als zij niet terugkomt en/of
- het tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij, verdachte, naaktfoto’s en/of naaktfilms van haar op internet zal plaatsen/verspreiden en/of
- het vernederen van die [slachtoffer] door haar kankerhoer en/of neukslet en/of nutteloos te noemen en/of
- het laten innemen van verdovende middelen door die [slachtoffer] en/of
- het kopen van een hond voor die [slachtoffer] en/of (vervolgens) het zeggen dat hij, verdachte, de hond iets zou aandoen als zij niet meewerkt en/of
- het zeggen dat hij, verdachte, die [slachtoffer] het ziekenhuis in zou slaan, althans woorden van soortgelijke dreigende strekking
artikel 248f Wetboek van Strafrecht
T.a.v. feit 2 subsidiair:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
22 augustus 2018 tot en met 21 augustus 2019 te ’s-Hertogenbosch en/of Helmond, in elk geval in Nederland,
opzettelijk heeft bevorderd en/of te weeg heeft gebracht het plegen van ontucht,
door een minderjarig persoon te weten het meisje [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum2] 2003 ), wiens minderjarigheid hij kende of redelijkerwijs moest vermoeden,
met een derde, te weten een man genaamd [persoon] en/of een vrouw genaamd [persoon] en/of een nog onbekend gebleven volwassen persoon, immers heeft hij, verdachte,
op een swingerssite, althans het internet, een advertentie geplaats en/of (vervolgens) contact gelegd en/of seks aangeboden en/of met (een) volwassen man(nen) en/of vrouw(en) afgesproken en/of die [slachtoffer] meegenomen naar die derde(n) en/of samen met die [slachtoffer] seksuele handelingen verricht met die derde(n) en/of door die [slachtoffer] de derde(n) te pijpen en/of die [slachtoffer] zich door de derde vaginaal te laten penetreren en/of anaal te laten penetreren en/of te laten beffen en/of laten (tong)zoenen,
T.a.v. feit 3:
hij(op een of meer tijdstippen)in of omstreeks de periode van 9 juli 2018 tot en met 7 december 2020 te Helmond in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, telkens
afbeeldingen (te weten (een) foto(‘s) en/of (een) video(‘s) en/of (een) film(s)) - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - te weten Iphone 6s Plus (goednummer 635577) en/of Samsung met HDD Hitachi TS55AD500 (goednummer 635567) en/of Apple Ipad 3 A1416 (goednummer 635569) en/of Samsung S8+ DM-G966F (goednummer 635576)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geboren [geboortedatum2] 2003 , is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft
verspreid (door het plaatsen op de internetpagina van [websitenaam] ) en/of
aangeboden
openlijk tentoongesteld,
vervaardigd,
verworven,
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een penis en/of dildo en/of buttplug oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam1] , pagina 1316 pv en/of [bestandsnaam2] , pagina 1317 en/of [bestandsnaam3] , pagina 1330 pv en/of [bestandsnaam4] , pagina 1331 pv
en/of
het met de/een mond en/of tong betasten en/of kussen en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van die [slachtoffer] althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de eigen hand(en) en/of vinger(s) betasten en/of aanraken van de eigen borst(en) en/of vagina van die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een tong en/of hand(en) betasten en/of likken en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam5] , pagina 1313 pv en/of [bestandsnaam6] , pagina 1314 pv en/of [bestandsnaam7] , pagina 1315 pv en/of [bestandsnaam8] , pagina 1323 pv en/of [bestandsnaam9] , pagina 1323 pv en/of [bestandsnaam10] , pagina 1323 pv en/of [bestandsnaam11] , pagina 1318 pv en/of [bestandsnaam12] , pagina 1320
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer] althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die [slachtoffer] , althans deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij die [slachtoffer] althans deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [slachtoffer] , althans deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die [slachtoffer] althans deze persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam13] , pagina 1310 pv en/of [bestandsnaam14] , pagina 1311 pv en/of [bestandsnaam15] , pagina 1312 pv en/of [bestandsnaam16] , pagina 1321 pv
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
T.a.v. feit 4:
hij op een of meer tijdstippen, op/in of omstreeks de periode van 28 april 2018 tot en met 7 december 2020 te Helmond althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
afbeeldingen, (te weten (een) foto(‘s) en/of (een) video(‘s) en/of (een) film(s))
en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een Iphone 6s Plus (goednummer 635577) en/of Samsung met HDD Hitachi TS55AD500 (goednummer 635567) en/of Apple Ipad 3 A1416 (goednummer 635569) en/of Samsung S8+ DM-G966F (goednummer 635576)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven
in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een pen en/of potlood en/of stift en/of hand(en) en/of vinger(s) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het (eigen) lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam17] , pagina 1327
en/of
het met de/een hand(en) en/of vingers)s) betasten en/of aanraken van het (eigen) geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam18] , pagina 1308 pv en/of [bestandsnaam19] , pagina 1325
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam20] , pagina 1306 pv en/of [bestandsnaam21] , pagina 1306 pv en/of [bestandsnaam22] , pagina 1307 pv en/of [bestandsnaam23] , pagina 1328
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam24] , pagina 1308 pv en/of [bestandsnaam25] , pagina 1324
T.a.v. feit 5:
Hij op of omstreeks 7 december 2020 te Helmond, in elk geval in Nederland,
- een wapen van categorie III, onder 1, te weten een semi-automatisch centraalvuur gaspistool (van het merk BBM, model 92, kaliber 9mm, goednummer 1747616) en/of
- munitie van categorie III, te weten 81, althans meerdere, in elk geval een, knalpatro(o)n(en) (van het merk 9mm P.A. Knall, UMA, goednummer 1747625)

voorhanden heeft gehad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De bewijsmotivering.

Inleiding.
Naar aanleiding van een melding, gedaan door de moeder van [slachtoffer] vond er op 5 november 2020 een informatief zedengesprek plaats met [slachtoffer] (geboren [geboortedatum2] 2003 ). Tijdens het informatief gesprek vertelde [slachtoffer] dat ze seksueel misbruikt was en dat dit was begonnen ongeveer 2 weken nadat ze op 14 mei 2018 met een vriendin was weggelopen naar Utrecht. Die dag was ze opgehaald in Utrecht door haar ouders en een vriend van haar vader, genaamd [verdachte] (hierna te noemen: verdachte). [slachtoffer] was destijds 14 jaar oud. Verdachte had hierna een vertrouwensband met haar opgebouwd en hun relatie groeide uit tot een seksuele relatie. [slachtoffer] vertelde dat zij niet tegen verdachte was opgewassen en ook dat ze bang van hem was. Verder vertelde ze dat ze door verdachte was mishandeld, dat hij haar keel had dichtgeknepen, haar vastgebonden en dat hij had gedreigd foto’s openbaar te maken. Als zij niet aan zijn verwachtingen voldeed dan werd zij gestraft door het hebben van ruwe seks, slaan, of het afnemen van haar telefoon. In juni 2019, zij was toen 15 jaar oud, was er een account aangemaakt via een swingerswebsite en werden seksueel getinte foto’s en seksfilmpjes van haar/hen op deze website geplaatst. Via de swingerswebsite werd er twee keer een swingersdate gepland en vond er seksueel contact plaats met de ander koppels. [slachtoffer] had het vermoeden dat ze drugs toegediend had gekregen tijdens deze afspraken. Op 19 en 26 november 2020 werd door [slachtoffer] aangifte gedaan van seksueel misbruik tegen de haar bekende meerderjarige [verdachte] , geboren [geboortedatum] . Hierop werd verdachte op 7 december 2020 aangehouden en werd er een doorzoeking in de woning van verdachte verricht waarbij onder andere een (vuur)wapen en munitie en diverse gegevensdragers in beslag werden genomen, waarop later kinderporno werd aangetroffen.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 1 en 2 primair bewezen verklaard kunnen worden. Verdachte heeft bekend dat hij een seksuele relatie met [slachtoffer] heeft gehad en dat er twee seksafspraken met anderen zijn geweest. Er was sprake van een groot leeftijdsverschil en een jarenlange vertrouwens- en ontuchtrelatie, die op 14-jarige leeftijd is aangevangen. [slachtoffer] (hierna genoemd: aangeefster) lijkt daarbij in psychische zin volledig in de macht van verdachte te hebben verkeerd. Verdachte heeft haar geen enkele gelegenheid geboden een seksuele wil te ontwikkelen en deze kenbaar te maken. De seks bouwde hij zo snel op dat zij totaal overdonderd was, niet wist wat er gebeurde, niet wist wat normaal was. Als ze aangaf ‘nee’, deed hij het toch. Verdachte acteerde als een spin die aangeefster in zijn web trok en ze kon er niet meer uit. De gedragingen van verdachte hebben een zodanige psychische druk opgeleverd, dat aangeefster daaraan geen weerstand kon bieden en zich – tegen haar eigen wil in – gedwongen voelde aan verdachte zijn wensen te voldoen.
De feiten 3, 4 en 5 kunnen volgens de officier van justitie ook bewezen verklaard worden.
Het standpunt van de verdediging.
Door de raadsman is bepleit dat verdachte vrijgesproken dient te worden van hetgeen hem onder feit 1 primair en feit 2 primair ten laste is gelegd nu niet bewezen kan worden dat er sprake is geweest van dwang. Ten aanzien van feit 2 subsidiair kan niet worden bewezen dat er vaginale of anale penetratie heeft plaatsgevonden en dient de ten laste gelegde pleegperiode te worden beperkt tot een (1) dag omdat er maar eenmaal een swingersdate heeft plaatsgevonden. Verder wordt door verdachte ontkend dat hij de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen heeft opgeslagen en ontkent hij hiervan geweten te hebben. Het kan volgens de raadsman niet worden uitgesloten dat de afbeeldingen door andere personen zonder medeweten van verdachte op de cloud zijn gezet. Verdachte moet daarom in zijn geheel vrijgesproken worden van feit 4.
Voor wat betreft de bewezenverklaring van feiten 3 en 5 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
Bewijsbijlage.
Omwille van de leesbaarheid van de overwegingen, wordt voor wat betreft de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen verwezen naar de uitwerking en opsomming daarvan in de bijlage, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd. Voor het overige overweegt de rechtbank als volgt.
T.a.v. feit 1:
Aan verdachte is onder feit 1 primair verkrachting (artikel 242 Wetboek van Strafrecht, hierna: Sr) en onder feit 1 subsidiair ontucht (artikel 245 Sr) ten laste gelegd. Op grond van de redengevende feiten en omstandigheden zoals weergegeven in de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat tussen verdachte en aangeefster sprake is geweest van een seksuele relatie. Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting bekend dat tussen hem en aangeefster veelvuldig seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van aangeefster. Ook heeft verdachte erkend dat hij bij het aangaan van de seksuele relatie wist dat aangeefster minderjarig was en dat hij in ieder geval toen ze samen over haar naderende 15e verjaardag spraken, wist dat aangeefster op dat moment nog maar 14 jaren oud was. Op dat moment had hij al seks met aangeefster gehad. Verdachte was zich er van bewust dat de seksuele relatie ontoelaatbaar was. Maar hij ontkent aangeefster ooit ergens toe te hebben gedwongen, op welke wijze dan ook.
Dwang.
Om tot een bewezenverklaring van de onder feit 1 primair tenlastegelegde verkrachting te komen moet worden vastgesteld dat verdachte door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid aangeefster heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van haar lichaam.
De rechtbank is op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting van oordeel dat niet kan worden bewezen dat er sprake is geweest van geweld of bedreiging met geweld. Weliswaar heeft aangeefster hierover verklaard doch bevat het dossier onvoldoende steun op dit punt. Verdachte ontkent aangeefster met geweld of dreiging met geweld te hebben gedwongen tot seks en ander bewijs hiervoor ontbreekt.
De vraag resteert dan of sprake is geweest van ‘andere feitelijkheden’ waardoor verdachte aangeefster heeft gedwongen tot het ondergaan van de tenlastegelegde seksuele handelingen, hetgeen verdachte eveneens betwist. Met ‘feitelijkheid’ kan worden bedoeld een gedraging of een omstandigheid die geschikt is om iemand te dwingen tot hetgeen van hem of haar wordt verlangd, waarbij in het bijzonder aan psychische druk kan worden gedacht. Uit vaste rechtspraak volgt dat in dat verband dan moet worden vastgesteld dat verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of aangeefster in een zodanige afhankelijkheidsrelatie heeft gebracht, dat zij zich daardoor niet tegen die seksuele handelingen kon verzetten, of dat verdachte aangeefster heeft gebracht in een zodanige, door hem opzettelijk veroorzaakte (bedreigende) situatie waarin het voor het slachtoffer zo moeilijk was om zich aan die seksuele handelingen te onttrekken dat er sprake was van dwang van de zijde van verdachte. Hierbij kunnen ook omstandigheden worden meegewogen die voorafgaand aan de tenlastegelegde periode hebben plaatsgevonden.
Op grond van de bewijsmiddelen staat vast dat in de periode dat de seksuele handelingen plaatsvonden aangeefster minderjarig was en verdachte een volwassen man. Het leeftijdsverschil tussen hen is aanzienlijk en bedraagt 32 jaar. Aangeefster bevond zich gelet op haar leeftijd, haar situatie thuis en sociale ontwikkeling in een kwetsbare situatie. Verdachte was ook op de hoogte van de problemen die aangeefster had. Onder deze omstandigheden heeft verdachte zichzelf naar voren geschoven als vertrouwenspersoon. Door die hoedanigheid en het grote leeftijdsverschil had verdachte onmiskenbaar een geestelijk overwicht op aangeefster. Dit enkele overwicht is echter onvoldoende om aan te merken als een feitelijkheid die dwang oplevert in de zin van artikel 242 Sr.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de overige in de tenlastelegging genoemde omstandigheden - voor zover die hebben plaatsgevonden - feitelijkheden vormen die aangeefster hebben gedwongen tot het ondergaan van de seksuele handelingen. Het gaat dan om het controleren van aangeefster door het aanzetten van de locatiebepaling op haar telefoon, het geven van cadeaus, het tegen aangeefster zeggen dat hij naaktfoto’s en films op het internet zal zetten, aangeefster kankerhoer, neukslet en nutteloos noemen en het laten innemen van verdovende middelen door aangeefster. De rechtbank is van oordeel dat deze vraag negatief moet worden beantwoord. De rechtbank is er niet van overtuigd dat deze in de tenlastelegging genoemde overige feitelijkheden (niet zijnde vormen van geweld of bedreiging met geweld) er toe strekten om aangeefster te dwingen de seksuele handelingen te ondergaan. Het kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden bewezen dat verdachtes opzet, voorwaardelijk opzet daaronder begrepen, daarop was gericht. Uit de chatgesprekken die zich in het dossier bevinden lijkt te volgen dat de door verdachte gelegde druk zag op het in stand willen houden van de relatie en niet zozeer op het ondergaan van seksuele handelingen door aangeefster. De rechtbank heeft hierbij tevens in ogenschouw genomen dat ook uit de videobeelden en de WhatsAppgesprekken tussen verdachte en aangeefster niet eenduidig kan worden afgeleid dat aangeefster zo bang was voor verdachte of in zo’n (afhankelijkheids)situatie was gebracht dat zij gedwongen werd de seksuele handelingen te ondergaan. Voor het bewijs van de voor het primair tenlastegelegde artikel vereiste dwang ontbreekt dan ook het bewijs.
De rechtbank acht dan ook niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 1 primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Hetgeen ten laste is gelegd onder feit 1 subsidiair acht de rechtbank op grond van de in de bewijsbijlage opgesomde bewijsmiddelen wel wettig en overtuigend bewezen.
T.a.v. feit 2:
Aan verdachte is onder feit 2 primair aanzetten tot ontucht (artikel 248f Sr) en ten laste gelegd en onder feit 2 subsidiair koppelarij (artikel 250 Sr). Op grond van de redengevende feiten en omstandigheden zoals weergegeven in de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte en aangeefster tweemaal een zogenaamde swingers date hebben gehad met een ander koppel nadat hiertoe een afspraak was gemaakt via de swingerwebsite [websitenaam] . Zowel aangeefster als verdachte verklaren dat er op deze dates seksuele handelingen met derden bij/door aangeefster zijn verricht, mede bestaand uit het seksueel binnendringen van het lichaam van aangeefster. Eén van de personen met wie een afspraak heeft plaatsgevonden heeft zowel de afspraak als de seksuele handelingen waarbij aangeefster was betrokken, bevestigd. Aangeefster heeft chatgesprekken gevoerd met deze persoon en daaruit volgt dat deze date op 9 juni 2019 was. Uit de verklaringen van aangeefster en verdachte volgt dat de tweede date hierna heeft plaatsgevonden.
Dwang.
Hetgeen hiervoor ten aanzien van feit 1 en de tenlastegelegde dwang werd besproken, geldt naar het oordeel van de rechtbank eveneens voor feit 2. Niet vastgesteld kan worden dat sprake is geweest van geweld of dreiging met geweld en voor zover sprake is geweest van een van de overige tenlastegelegde feitelijkheden is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezenverklaard dat deze feitelijkheden er toe strekten aangeefster te dwingen tot het ondergaan van seksuele handelingen met derden. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van feit 2 primair. Op grond van de in de bewijsbijlage opgesomde bewijsmiddelen acht de rechtbank de onder feit 2 subsidiair tenlastegelegde koppelarij wel wettig en overtuigend bewezen, zij het dat de tenlastegelegde periode te ruim is nu uit de bewijsmiddelen volgt dat beide swingers dates hebben plaatsgevonden in de periode 9 juni 2019 tot en met 21 augustus 2019. De rechtbank zal de pleegperiode bij de bewezenverklaring dienovereenkomstig aanpassen.
T.a.v. feit 3:
De rechtbank acht op grond van de in de bewijsbijlage opgesomde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen onder feit 3 ten laste is gelegd. Verdachte heeft dit bewezen verklaarde feit duidelijk en ondubbelzinnig bekend.
T.a.v. feit 4:
Uit het proces-verbaal van [verbalisant 1] betreffende de beschrijving van het onderzoek naar kinderpornografische afbeeldingen blijkt dat op de diverse gegevensdragers die bij verdachte in de woning in beslag zijn genomen kinderpornografisch materiaal is aangetroffen. Het betreffen 2428 fotobestanden, waarvan 212 normaal toegankelijk, en 26 videobestanden, waarvan 24 normaal toegankelijk. De overige -niet direct toegankelijke- bestanden betreffen thumbnails, cachebestanden en applicatiebestanden. Onder de aangetroffen bestanden bevinden zich ook de foto- en videobestanden waarop aangeefster (en verdachte) zichtbaar zijn en waarop de tenlastelegging onder feit 3 ziet. Feit 4 betreft een selectie van de overige als kinderpornografisch beoordeelde bestanden die zijn aangetroffen.
Verdachte ontkent deze overige bestanden te hebben verworven, in het bezit gehad te hebben of naar te hebben gezocht. Ook ontkent hij te hebben geweten dat deze bestanden op zijn gegevensdragers aanwezig waren en heeft hij daartoe aangevoerd dat hij niet de enige was die toegang had tot de bewuste gegevensdragers.
Bij de beoordeling van het verweer van verdachte neemt de rechtbank het volgende in aanmerking. Uit het voornoemde proces-verbaal van [verbalisant 1] blijkt dat met de telefoons, het notebook en de tablet van verdachte meermalen en gedurende een langere periode is gezocht naar kinderpornografische afbeeldingen via Google en Yandex Search. Zo werd in de periode 3 mei 2019 tot en met 8 juli 2019 via Google onder andere gezocht naar “ [zoekterm5] ” en “ [zoekterm4] en is via de zoekmachine Yandex in de periode van 21 juni 2019 tot en met 6 december 2020, op de Samsung 8+ van verdachte, vele malen gezocht naar kinderpornografisch materiaal door gebruik te maken van zoektermen als “ [zoekterm1] ”, “ [zoekterm2] en “ [zoekterm3] ”. De laatste zoekopdrachten op Yandex dateren van de dag vóór die waarop verdachte werd aangehouden. Verder blijkt uit voornoemd proces-verbaal dat enkele van de bestanden zogenaamde screenprints betreffen, gemaakt op een smartphone, van een zoekresultaat gevonden via Yandex (waaronder File Name [bestandsnaam21] en File Name [bestandsnaam20] ). Dit sluit aan bij het gebruik van de zoekmachine Yandex op de Samsung S8+ van verdachte en toont aan dat degene die het materiaal heeft gezocht dit actief heeft bewaard door het maken van een screenprint. Ook de grote hoeveelheid thumbnails (kleine fotobestanden) en cachebestanden (tijdelijke bestanden) duiden naar het oordeel van de rechtbank op actief zoeken naar kinderporno nu dit soort bestanden automatisch wordt opgeslagen wanneer men een zoekopdracht uitvoert. Zo is het bestand [bestandsnaam24] een thumbnail die automatisch is aangemaakt toen de gebruiker van de
Samsung S8+ met beslagcode OBRBC20206_635576 (de telefoon van verdachte) een videobestand heeft benaderd met gebruikmaking van het programma VLC. Uit de toelichting bij dit bestand blijkt bovendien dat de gebruiker van de Samsung 8+ het bestand na enige tijd in de trash folder (prullenbak) heeft geplaatst.
Tot slot blijkt uit het proces-verbaal van [verbalisant 2] dat er op de inbeslaggenomen iPad in de fotogalerij, dus direct toegankelijk, een tiental kinderpornografische afbeeldingen aanwezig waren.
Het verweer van verdachte dat hij niet wist dat de bestanden op zijn gegevensdragers aanwezig waren acht de rechtbank ongeloofwaardig gelet op de grote hoeveelheid direct toegankelijk materiaal op diverse gegevensdragers van verdachte en de aangetroffen zoekopdrachten tot aan de dag voor de aanhouding van verdachte. Door verdachte is verder gesuggereerd dat een ander zich op de apparaten van verdachte bezig heeft gehouden met het zoeken naar kinderporno. Voor deze alternatieve lezing is echter geen enkel aanknopingspunt of onderbouwing gegeven. Ook is niet aannemelijk dat de kinderporno als zogenaamde ‘bijvangst’ op de apparaten van verdachte terecht is gekomen, gelet op de actieve handelingen die met betrekking tot de afbeeldingen zijn verricht (het zoeken naar afbeeldingen op Google en Yandex, het maken van screenprints, het verwijderen van een bestand). De rechtbank schuift het verweer van verdachte dan ook als onaannemelijk terzijde en acht op grond van de in de bewijsbijlage opgesomde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder feit 4 ten laste gelegde kinderpornografische afbeeldingen/videobestanden (kortgezegd) heeft verworven en in het bezit heeft gehad.
T.a.v. feit 5:
De rechtbank acht op grond van de in de bewijsbijlage opgesomde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen onder feit 5 ten laste is gelegd. Verdachte heeft dit bewezen verklaarde feit duidelijk en ondubbelzinnig bekend.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de in de bewijsbijlage uitgewerkte en opgesomde bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
T.a.v. feit 1 subsidiair:
in de periode van 21 mei 2018 tot en met 21 augustus 2019 te Helmond, meermalen met [slachtoffer] (geboren [geboortedatum2] 2003 ), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaar had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte,
- die [slachtoffer] (getong)zoend en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- zijn penis laten vasthouden door die [slachtoffer] met de hand(en) en/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- met zijn tong en/of hand(en) en/of vinger(s) de vagina van die [slachtoffer] betast en/of
- zijn tong en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- een vibrator/dildo in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden en/of
- een anaalplug in de anus van die [slachtoffer] gebracht/geduwd/gehouden
T.a.v. feit 2 subsidiair:
op tijdstippen in de periode van 9 juni 2019 tot en met 21 augustus 2019 in Nederland,
opzettelijk heeft bevorderd en te weeg heeft gebracht het plegen van ontucht,
door een minderjarig persoon te weten het meisje [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum2] 2003 ), wiens minderjarigheid hij kende,
met een derde, te weten een man genaamd [persoon] en een vrouw genaamd [persoon] en een nog onbekend gebleven volwassen persoon, immers heeft hij, verdachte,
op een swingerssite een advertentie geplaatst en vervolgens contact gelegd en seks aangeboden en met volwassen mannen en vrouwen afgesproken en die [slachtoffer] meegenomen naar die derden en samen met die [slachtoffer] seksuele handelingen verricht met die derden door die [slachtoffer] de derden te laten pijpen en die [slachtoffer] zich door de derde vaginaal te laten penetreren en te laten beffen en te laten (tong)zoenen,
T.a.v. feit 3:
op tijdstippen in de periode van 9 juli 2018 tot en met 7 december 2020 te Helmond
meermalen, telkens
afbeeldingen (te weten foto’s en video‘s) en gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - te weten Iphone 6s Plus (goednummer 635577) en Samsung met HDD Hitachi TS55AD500 (goednummer 635567) en Apple Ipad 3 A1416 (goednummer 635569) en Samsung S8+ DM-G966F (goednummer 635576)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geboren [geboortedatum2] 2003 , is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft
verspreid (door het plaatsen op de internetpagina van [websitenaam] ) en
openlijk tentoongesteld,
vervaardigd,
verworven,
in bezit gehad en
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis en/of dildo en/of buttplug vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer] ,
Bestandsnamen: [bestandsnaam1] , pagina 1316 pv en/of [bestandsnaam2] , pagina 1317 en/of [bestandsnaam3] , pagina 1330 pv en/of [bestandsnaam4] , pagina 1331 pv
en
het met de mond en/of tong betasten en/of kussen van de borsten van die [slachtoffer] en
het met de eigen hand en/of vinger betasten en/of aanraken van de eigen borst en/of vagina van die [slachtoffer] , door die [slachtoffer] , en
het met de tong en/of hand betasten en/of likken en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door die [slachtoffer] ,
Bestandsnamen: [bestandsnaam5] , pagina 1313 pv en/of [bestandsnaam6] , pagina 1314 pv en/of [bestandsnaam7] , pagina 1315 pv en/of - [bestandsnaam8] , pagina 1323 pv en/of [bestandsnaam9] , pagina 1323 pv en/of [bestandsnaam10] , pagina 1323 pv en/of [bestandsnaam11] , pagina 1318 pv en/of [bestandsnaam12] , pagina 1320
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren door die [slachtoffer] , waarbij die [slachtoffer] , in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij haar leeftijd past
en/of door het camerastandpunt en/of de pose nadrukkelijk de borsten en/of billen van die [slachtoffer] in beeld gebracht worden,
waarbij de afbeelding aldus telkens strekt tot seksuele prikkeling
Bestandsnamen: [bestandsnaam13] , pagina 1310 pv en/of [bestandsnaam14] , pagina 1311 pv en/of [bestandsnaam15] , pagina 1312 pv en/of [bestandsnaam16] , pagina 1321 pv
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
T.a.v. feit 4:
op tijdstippen in de periode van 28 april 2018 tot en met 7 december 2020 te Helmond
meermalen,
afbeeldingen, (te weten foto‘s en video‘s) en gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een Iphone 6s Plus (goednummer 635577) en Samsung met HDD Hitachi TS55AD500 (goednummer 635567) en Apple Ipad 3 A1416 (goednummer 635569) en Samsung S8+ DM-G966F (goednummer 635576)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven,
in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met een pen en/of stift en/of vinger(s) vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
bestandsnamen: [bestandsnaam17] , pagina 1327
en
het met de hand(en) en/of vingers betasten van het eigen geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
bestandsnamen: [bestandsnaam18] , pagina 1308 pv en/of [bestandsnaam19] , pagina 1325
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij haar leeftijd past
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
waarbij de afbeelding aldus telkens strekt tot seksuele prikkeling
Bestandsnamen: [bestandsnaam20] , pagina 1306 pv en/of [bestandsnaam21] , pagina 1307 pv en/of [bestandsnaam22] , pagina 1307 pv en/of [bestandsnaam23] , pagina 1328
en
het masturberen bij en ejaculeren op het gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
Bestandsnaam: [bestandsnaam24] , pagina 1308 pv
T.a.v. feit 5:
op 7 december 2020 te Helmond
- een wapen van categorie III, onder 1, te weten een semi-automatisch centraalvuur gaspistool (van het merk BBM, model 92, kaliber 9mm, goednummer 1747616) en
- munitie van categorie III, te weten 81 knalpatronen (van het merk 9mm P.A. Knall, UMA, goednummer 1747625)

voorhanden heeft gehad

De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
De taal- en schrijffouten in de tenlastelegging zijn in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf.

De eis van de officier van justitie.
Door de officier van justitie is een gevangenisstraf gevorderd voor de duur van 48 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaren. Als bijzondere voorwaarden dienen hierbij te worden opgelegd de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 17 september 2021 en een locatieverbod voor Helmond.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft een toelichting gegeven op de huidige persoonlijke omstandigheden van zijn cliënt en opgemerkt dat het advies van de reclassering niet strookt met de psychologische rapportage waarin juist geen stoornis bij verdachte werd vastgesteld. Het behandeltraject dat de reclassering voorstaat is voorts niet duidelijk geconcretiseerd. Verdachte is overigens wel bereid zich aan eventuele bijzondere voorwaarden te houden en mee te werken als de rechtbank een behandeling nodig acht, aldus de raadsman.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich (kortgezegd) schuldig gemaakt aan ontucht met een persoon beneden de 16 jaar, het bevorderen van ontucht door een minderjarige met derden, het verspreiden/vervaardigen van kinderporno, het bezit van kinderporno en het voorhanden hebben van een gaspistool met bijpassende munitie.
De verdachte heeft zich gedurende ruim twee jaren schuldig gemaakt aan ontucht met het slachtoffer dat, toen het misbruik begon, nog maar 14 jaar oud was. Er was, zeker gelet op de leeftijd van het slachtoffer, sprake van verregaande seksuele handelingen. Verdachte heeft daarnaast ook meermalen anderen betrokken bij het seksueel misbruik van het slachtoffer en hij heeft kinderpornografische opnamen van het slachtoffer en hemzelf gemaakt en deze op een website geplaatst.
Door zo te handelen heeft verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van het slachtoffer. Het is algemeen bekend dat door seksueel misbruik de normale seksuele en persoonlijke ontwikkeling van een slachtoffer ernstig kan worden geschaad en dat slachtoffers daarvan nog lang psychische klachten (kunnen) ondervinden. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat verdachte zichzelf had opgeworpen als vertrouwenspersoon en hij juist het vertrouwen dat het slachtoffer in hem stelde heeft misbruikt. Ook heeft hij getracht zijn eigen rol in het geheel te bagatelliseren door het slachtoffer aan te wijzen als initiatiefneemster van de seksuele handelingen.
Uit de verklaring die door het slachtoffer ter terechtzitting is afgelegd en uit de toelichting op de vordering benadeelde partij blijkt dat zij forse psychische klachten ondervindt van het seksueel misbruik en dat zij hiervoor naar verwachting nog lang onder behandeling zal staan. Ook de ouders van het slachtoffer zijn door hetgeen hun dochter is overkomen zwaar getroffen, zo blijkt uit de spreekrechtverklaring van de moeder.
Verder heeft de verdachte zich gedurende lange tijd (ruim tweeëneenhalf jaar) schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van een behoorlijke hoeveelheid afbeeldingen van kinderpornografische aard. Met betrekking tot enkele van die afbeeldingen (videofilmbestanden) heeft hij zich door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaft. Het bezit en zich de toegang verschaffen tot kinderporno is buitengewoon verwerpelijk, met name omdat bij de vervaardiging van deze afbeeldingen kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen en verspreiden, maar zeker ook degenen die kinderporno bezitten of zich daartoe de toegang verschaffen, omdat zij bevorderen dat dit materiaal wordt vervaardigd met alle schadelijke gevolgen van dien.
Tenslotte heeft verdachte een gaspistool en munitie voorhanden gehad. Uit het oogpunt van preventie en maatschappelijke veiligheid moet streng worden opgetreden tegen onbevoegd bezit van wapens en munitie. Verboden wapens kunnen zelfs bij het enkele voorhanden hebben leiden tot gevaarlijke situaties. Het ongecontroleerde bezit brengt risico’s met zich mee voor de veiligheid van de samenleving.
De persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Betreffende verdachte is op 23 februari 2021 een rapport psychologisch onderzoek opgesteld door drs. N. van der Weegen, GZ-psycholoog. Door de deskundige is geen stoornis vastgesteld en geen zorg- of behandeltraject geadviseerd. De reclassering ziet in haar rapport van 17 september 2021 echter wel aanwijzingen voor vergaand seksueel gedrag en vindt het zorgelijk dat de seksuele contacten tussen verdachte en aangeefster gedurende een langere tijd hebben plaatsgevonden. Verdachte lijkt, zo stelt de reclassering, zijn seksuele behoefte niet te hebben kunnen begrenzen en lijkt hierin weloverwogen keuzes te hebben gemaakt. Daarnaast acht de reclassering het zorgelijk dat verdachte het slachtoffer deels verantwoordelijk lijkt te houden voor het seksuele contact. Anders dan de GZ-psycholoog adviseert de reclassering daarom een behandeling, aangevuld met een meldplicht en een contactverbod.
De rechtbank deelt de zorgen van de reclassering en ziet daarin reden om aan verdachte de na te noemen bijzondere voorwaarden op te leggen. Hierbij betrekt de rechtbank tevens dat de psycholoog bij het uitbrengen van haar rapport enkel is uitgegaan van de feiten zoals ten laste gelegd onder feit 1 en feit 2 en dat derhalve het vervaardigen en het bezit van de kinderporno waarbij het slachtoffer was betrokken en de overige kinderporno niet is betrokken.
Betreffende de persoon van verdachte is verder gebleken dat hij niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.
De straf.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden. De rechtbank zal deze gevangenisstraf voor een gedeelte voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan deze voorwaardelijke straf zullen na te noemen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld.
De rechtbank zal hiermee een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt en de rechtbank uitgaat van een andere bewezenverklaring dan de officier van justitie.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht de vordering van de benadeelde partij goed onderbouwd en alleszins redelijk en verzoekt de rechtbank deze toe te wijzen met toekenning van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast verzoekt de officier van justitie, zoals gevorderd door de benadeelde partij, hond Pablo als een vorm van schadevergoeding toe te wijzen aan het slachtoffer.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de studievertraging niet voor toewijzing vatbaar is. De benadeelde partij heeft ervoor gekozen te stoppen met haar opleiding en een andere opleiding te starten. Het is niet duidelijk of zij de toetsen die ze niet heeft gehaald en de stage die zij niet volledig heeft afgemaakt op een later moment had kunnen afmaken of inhalen. Het staat daardoor niet vast staat dat hiervoor een extra studiejaar noodzakelijk was. De overige materiële kosten zijn toewijsbaar voor zover het reeds gemaakte kosten betreffen, maar de toekomstige kosten dienen te worden afgewezen. De bij de immateriële schade aangehaalde uitspraken zijn niet vergelijkbaar met onderhavige zaak. Toekenning van de hond aan aangeefster betreft een verzoek dat niet thuishoort in het strafrecht. Er is geen verband met het tenlastegelegde, zodat dit verzoek zou moeten worden afgewezen.
Beoordeling.
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade een immateriële schadevergoeding van € 12.500,00 en een materiële schadevergoeding van € 218,40 (betreffende de reiskosten i.v.m. behandelingen psycholoog t/m 5 oktober 2021= 35 x 2 x 12 km x 0,26 cent) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening en overweegt verder als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden door het handelen van verdachte. Uit de bijlage 5 bij de vordering benadeelde partij blijkt dat bij aangeefster sprake is van een posttraumatische stressstoornis waarvoor EMDR en exposure therapie wordt ingezet. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade is het uitgangspunt dat de hoogte daarvan naar billijkheid moet worden vastgesteld, waarbij rekening gehouden moet worden met alle omstandigheden van het geval, in het bijzonder het aan verdachte gemaakte verwijt en de aard en ernst van de gevolgen voor de benadeelde partij. Bij de beoordeling wordt ook betrokken wat door Nederlandse rechter in vergelijkbare gevallen wordt toegekend. De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 12.500,00 een rechtstreeks gevolg is van de bewezenverklaarde feiten en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Zij zal de vordering tot dat bedrag toewijzen. Voor het overige deel zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in de hierna te noemen onderdelen van de vordering, omdat de rechtbank van oordeel is dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Met betrekking tot de toekomstige schade in de vorm van reiskosten en het eigen risico van de zorgverzekering is de rechtbank van oordeel dat onzeker is hoe groot deze schade in de toekomst zal zijn. In die zin vormt dit onderdeel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding. Met betrekking tot de gevorderde studievertraging is de rechtbank van oordeel dat niet evident kan worden gesproken van een rechtstreeks verband tussen het bewezenverklaarde en de gevorderde schade. Zeker nu de verdediging deze post gemotiveerd heeft betwist zouden meer inlichtingen nodig zijn om gewogen te kunnen beoordelen of dit deel van de vordering voor toewijzing in aanmerking komt. Het verkrijgen van meer inlichtingen hieromtrent levert naar het oordeel van de rechtbank evenwel een onevenredige belasting van het strafgeding op. Om die reden kan de vordering van de benadeelde partij in zoverre niet worden ontvangen.
Door de raadsman van de benadeelde partij is verzocht de bij verdachte inbeslaggenomen hond (Pablo) aan de benadeelde partij toe te wijzen op grond van artikel 6:103 van het Burgerlijk Wetboek. Overeenkomstig artikel 6:103 van het Burgerlijk Wetboek wordt schadevergoeding voldaan in geld, maar kan de rechter op vordering van de benadeelde schadevergoeding in andere vorm dan betaling van een geldsom toekennen. Uitgangspunt van schadevergoeding is dat de benadeelde zoveel mogelijk in de toestand wordt gebracht zoals die zonder de schadetoebrengende gebeurtenis zou zijn geweest. Het toekennen van de hond aan de benadeelde partij heeft op het eerste gezicht niet een dergelijke functie. Dat zou onder bepaalde omstandigheden mogelijk anders kunnen zijn, maar dat en om welke redenen een dergelijk geval zich in deze zaak voordoet, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. De rechtbank zal de benadeelde partij voor wat betreft dit onderdeel van de vordering niet ontvankelijk verklaren.
De benadeelde partij kan de onderdelen van de vordering die niet ontvankelijk worden verklaard slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal de materiële schadevergoeding voor zover het de reiskosten naar het politiebureau en de parkeerkosten bij het politiebureau en in verband met de zitting betreft, afwijzen. Volgens vaste jurisprudentie zijn reiskosten naar het politiebureau niet aan te merken als materiële schade noch als proceskosten. Reis- en parkeerkosten ten behoeve van de zitting komen niet voor vergoeding in aanmerking nu die kosten evenmin zijn aan te merken als materiële schade. De kosten kunnen ook niet als proceskosten worden toegewezen, omdat de benadeelde partij ter terechtzitting is bijgestaan door een gemachtigde.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

Beslag.

Door de verdachte is ter terechtzitting afstand gedaan van alle op de beslaglijst vermeldde goederen, met uitzondering van de hond. Hierdoor is het beslag op deze goederen geëindigd en is niet langer een beslissing van de rechtbank noodzakelijk. Ook ten aanzien van de hond zal de rechtbank geen beslissing nemen. De rechtbank heeft geconstateerd dat de hond uitsluitend conservatoir in beslag is genomen in de zin van artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering, zoals de officier van justitie ter zitting desgevraagd uitdrukkelijk heeft bevestigd. Uit de wet en jurisprudentie volgt dat op een zodanig beslag geen beslissing bij einduitspraak in de strafzaak mogelijk is.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 240b, 245, 250 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte ten laste is gelegd onder feit 1 primair en feit 2 primair en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1 subsidiair:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
T.a.v. feit 2 subsidiair:
het plegen van ontucht door een minderjarige met een derde opzettelijk bevorderen en te weeg brengen, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 3:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden/openlijk tentoonstellen/vervaardigen/verwerven/in bezit hebben/zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt
T.a.v. feit 4:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven/in bezit hebben/zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen
T.a.v. feit 5:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf.
T.a.v. feit 1 subsidiair, feit 2 subsidiair, feit 3, feit 4, feit 5:
Een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 12 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaren.
Voorwaarde is, dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
En stelt als bijzondere voorwaarde(n):
  • dat verdachte zich na zijn vrijlating, en binnen 3 dagen na het ingaan van de proeftijd, zal melden bij Reclassering Nederland in de regio alwaar hij woonachtig zal zijn. verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
  • dat verdachte zich gedurende de proeftijd (ambulant) laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra hij hiervoor aangemeld is door de toezichthouder en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich gedurende de behandeling aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
  • dat verdachte gedurende de proeftijd geen contact zal opnemen, zoeken of hebben -in welke vorm dan ook, ook niet via derden- met [slachtoffer] , geboren [geboortedatum2] 2003 of haar familie.
  • dat verdachte zich gedurende de proeftijd niet zal bevinden in de gemeente Helmond, tenzij deze aanwezigheid plaatsvindt met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de reclassering en daarbij de aanwijzingen van de reclassering worden opgevolgd.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de verdachte gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.
t.a.v. feit 1 subsidiair, feit 2 subsidiair, feit 3:
Legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van € 12.718,40, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 98 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Voormeld bedrag bestaat uit € 218,40 materiële schade en € 12.500,00 immateriële schade.
Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] :
Wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer] , van een bedrag van € 12.718,40 euro, bestaande uit € 218,40 materiële schade en € 12.500,00 immateriële schade.
Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Wijst de vordering voor zover deze ziet op de reis- en parkeerkosten met betrekking tot het bezoek aan het politiebureau en de parkeerkosten met betrekking tot het bijwonen van de zitting af.
Bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor zover deze ziet op de studievertraging, de toekomstige reiskosten, de toekomstige kosten voor het eigen risico van de zorgverzekering, de meer gevorderde immateriële schade en het verzoek aangaande hond Pablo niet ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. G. de Jong, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. A.E. de Kryger, leden,
in tegenwoordigheid van S.A. Nuyens, griffier,
en is uitgesproken op 19 oktober 2021.