Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
- verklaart het verzoek ongegrond;
- bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen.
geenvoorziening open (artikel 39 lid 5 Rv)
Rechtbank Oost-Brabant
Op 20 juli 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoeker, die gedaagde was in een kantonzaak. In deze zaak had [naam] B.V. ontbinding van de huurovereenkomst en betaling van achterstallige huur gevorderd. Verzoeker diende op 30 juni 2021 een wrakingsverzoek in, waarin hij veronderstellingen en suggesties deed over de onpartijdigheid van de rechter, die volgens hem onder invloed van een noodbevel van de burgemeester zou handelen. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker geen concrete omstandigheden had aangevoerd die de objectieve vrees voor partijdigheid van de rechter konden onderbouwen. Het verzoek werd daarom als kennelijk ongegrond afgewezen. De wrakingskamer merkte op dat verzoeker het wrakingsinstrument misbruikte om de procedure te vertragen, gezien zijn eerdere wrakingsverzoeken in andere procedures. De rechtbank besloot dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zou worden genomen.