De uitspraak.
- verklaart het onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5 bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert:
Eendaadse samenloop van
ten aanzien van feit 1:
opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
ten aanzien van feit 2:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen;
ten aanzien van feit 3:
opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
ten aanzien van feit 4:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 5:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
- verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
- legt op de volgende
straf:
- een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 maanden,waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaren;
- beveelt dat de tijd, door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, in mindering zal worden gebracht bij de tenuitvoerlegging van de aan de verdachte opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf;
- stelt als algemene voorwaarde dat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
- veroordeelde meldt zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland (de heer [medewerker reclassering 1] [telefoonnummer 1] en/of mevrouw [medewerker reclassering 2] [telefoonnummer 2] ). Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren. Hieronder valt ook meewerken aan huisbezoeken. De reclassering bepaalt welke gespreksonderwerpen van belang zijn om een inschatting te kunnen maken van de recidive- en veiligheidsrisico’s, waarbij de privacy van veroordeelde zoveel mogelijk gerespecteerd zal worden;
- veroordeelde laat zich opnemen bij FPA De Woenselse Poort of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De startdatum van de opname zal zo snel mogelijk na akkoord van de plaatsing plaatsvinden, waarbij de voorkeur geniet dat veroordeelde vanuit de P.I. direct over zal gaan naar de zorginstelling. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- veroordeelde laat zich aansluitend op de klinische behandeling ambulant behandelen door een ambulante forensische zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij overmatig middelengebruik dan wel ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
- veroordeelde gebruikt geen alcohol en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
- veroordeelde werkt na zijn klinische opname mee aan inzet op het gebied van huisvesting, ook als dit een beschermd dan wel begeleid wonen setting bij een door de reclassering aan te wijzen instantie inhoudt, zolang de reclassering dit nodig acht. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken die in het kader van dit begeleidingstraject met hem gemaakt worden;
- geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen;
- gelast de
teruggavevan het in beslag genomen goed (STK Computer TABLET IMEINR
357035/51/456780/4, WIT, merk: SAMSUNG) aan de verdachte;
- legt op de volgende
maatregel:
- maatregel van schadevergoedingvan
€ 1.594,24,te vervangen door
25 dagen hechtenis;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 1] , van een bedrag van € 1.594,24, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 08 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 dagen gijzeling, bestaande uit materiële schade;
- bepaalt dat de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] :
- wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte daarom tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 1] , een bedrag van
€ 1.594,24, bestaande uit materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
8 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk is;
- bepaalt dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.J. Sangers-de Jong, voorzitter,
mr. A. Bernsen en T.J. Roest Crollius, leden,
in tegenwoordigheid van mr. R.A. Hassan, griffier,
en is uitgesproken op 23 september 2021.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.