ECLI:NL:RBOBR:2021:5049

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
22 september 2021
Publicatiedatum
22 september 2021
Zaaknummer
01/993211-21; 01/993250-21; 03/65918516
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs en witwassen

Op 22 september 2021 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs, witwassen en het in bezit hebben van een vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van bijna twee jaar op verschillende locaties, waaronder vakantieparken, betrokken was bij de productie en bewerking van harddrugs. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van grote hoeveelheden cocaïne, metamfetamine en MDMA, evenals het voorhanden hebben van chemicaliën en apparatuur die gebruikt worden voor de productie van deze drugs. Daarnaast werd hem verweten dat hij een vuurwapen van categorie III in bezit had en dat hij een aanzienlijk geldbedrag had verworven dat vermoedelijk uit criminele activiteiten afkomstig was. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de strafbare feiten en legde een gevangenisstraf van vier jaar op, met aftrek van het voorarrest. Tevens werden diverse inbeslaggenomen goederen verbeurd verklaard en werd de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf bevolen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummers: 01/993211-21 en 01/993250-21 (ter terechtzitting gevoegd)
Parketnummer vordering: 03/65918516
Datum uitspraak: 22 september 2021
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
wonende te [adres 1] ,
thans gedetineerd te: PI Vught, [adres 2] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 8 september 2021.
Op deze zitting heeft de rechtbank de tegen verdachte/veroordeelde, onder de hiervoor genoemde parketnummers, aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte/veroordeelde (hierna te noemen: verdachte) naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 29 april 2021 en 13 augustus 2021.
Nadat de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 01/993211-21 op de terechtzitting van 8 september 2021 is gewijzigd, is aan verdachte ten laste gelegd dat:
t.a.v. 01/993211-21 feit 1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 maart 2019 tot en met 22 februari 2021 te Venlo en/of Arcen, gemeente Venlo, en/of te Tegelen, en/of meer (andere) plaatsen in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet (te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van één of meer hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende MDMA en/of amfetamine en/of metamfetamine en/of cocaïne, zijnde (een) middel(len) als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of één of meer hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en)
bevattende(een) (ander(e)) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I), voor te bereiden en/of te bevorderen, (telkens)
- één of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of één of meer anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- één of meer voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of één of meer (andere) betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en), althans ernstige reden had(den) om te vermoeden dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),

immers heeft/hebbende hij en/of één of meer van zijn mededaders opzettelijk daartoe (telkens en/of één of meermalen)

- één of meer hoeveelheden chemicaliën en/of hardware en/of stoffen, waaronder
één of meer flessen hexaan en/of waterstofperoxide en/of terpetine en/of brandspiritus en/of een of meer (hoeveelheden) ontstopper en/of vuilnisbakken en/of aceton en/of vochtvreter en/of ammoniak en/of caustic soda en/of bio-ethanol en/of wasbenzine en/of pannen en/of weegschalen en/of petroleum en/of carbonkorrels en/of teilen en/of lampenolie en/of onderhoudsdoekjes en/of filtreerpapier en/of plakband en/of breinaalden en/of jerrycans en/of emmers en/of lijmklemmen en/of maatbekers en/of mallen en/of een kuip en/of een inmaakautomaat en/of een pers en/of een magnetron en/of een blender en/of een refractometer en/of een hydrometer en/of een bankschroef en/of een hoeveelheid versnijdingsmiddel (fenacetine)
(aangetroffen op 22 maart 2019 te Arcen)
één of meer hoeveelheden van één of meer materialen bevattende wijnsteenzuur en/of BMK en/of een of meer kolven en/of maatbekers en/of emmers en/of handschoenen
(aangetroffen in de periode van 1 tot 2 oktober 2020 te Arcen) en/of
één of meer hoeveelheden van één of meer materialen bevattende BMK en/of methanol en/of natriumhydroxide (caustic soda) en/of zwavelzuur en/of kaliumnitraat en/of calciummagnesiumcarbonaat en/of APAA
(aangetroffen op 15 februari 2021 te Arcen en/of Venlo) en/of
een of meer kolven en/of maatbekers en/of emmers en/of PH-strips en/of weegschalen en/of jerrycans en/of handdoeken en/of flessen en/of lepels
(aangetroffen op 15 februari 2021 te Arcen en/of Venlo)
een koeler en/of glaswerk en/of een of meerdere kannen en/of een gasmaker en/of een weegschaal en/of een of meerdere hoeveelheden van een of meer materialen bevattende mierenzuur en/of methanol
(aangetroffen op 22 februari 2021 te Tegelen)
besteld en/of aangeschaft en/of vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of
- de receptuur van metamfetamine verkregen (AMB-147, DOC-081 & DOC-082) en/of informatie over chemische structuren verworven (AMB-151, DOC-084 & AMB-131) en/of een stappenplan voor de rekristallisatie van metamfetamine verkregen (AMB-153, DOC-085 & DOC-087)
- een of meer (crypto)telefoons gebruikt en/of
- een of meer gesprekken gevoerd over de productie van synthetische drugs (onder meer AMB-146, DOC-083 & AMB-132) en/of
- één of meer vervoermiddel(en) (waaronder een Toyota Yaris met kenteken [kenteken 1] en/of een Nissan Micra met kenteken [kenteken 2] ) gehuurd en/of laten huren en/of voorhanden gehad en/of gebruikt en/of
- een of meer emmers en/of handschoenen en/of speciekuipen geladen en/of geplaatst in die/een Toyota Yaris met kenteken [kenteken 1] en/of in die/een Nissan Micra met kenteken [kenteken 2]
- één of meer woningen van [naam vakantiepark 1] (te weten bungalow [bungalownummer 1] op het [adres 3] ) en/of [naam vakantiepark 2] (te weten bungalow [bungalownummer 2] en/of bungalow [bungalownummer 3] op het [adres 4] ) en/of de woning aan de [adres 5] te Tegelen gehuurd en/of laten huren en/of voorhanden gehad en/of gebruikt en/of in gebruik genomen
t.a.v. 01/993211-21 feit 2:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 maart 2019 tot en met 22 februari 2021 te Venlo en/of Arcen, gemeente Venlo, en/of te Tegelen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- 1270 gram, althans een hoeveelheid, van een materiaal bevattende cocaïne, zoals aangetroffen op 22 maart 2019 te Arcen en/of
- een of meer hoeveelheden van een materiaal bevattende metamfetamine en/of MDMA, zoals aangetroffen in de periode 1 tot 2 oktober 2020 te Arcen en/of
- 120 gram, althans een hoeveelheid, van een materiaal bevattende metamfetamine, zoals aangetroffen op 15 februari 2021 te Arcen en/of
- een of meer hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zoals aangetroffen op 15 februari 2021 te Arcen en/of
- een of meer (overige) hoeveelheden van een materiaal bevattende metamfetamine en/of amfetamine en/of MDMA en/of cocaïne,

zijnde metamfetamine en/of MDMA en/of amfetamine en/of cocaïne, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet

Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 01/993250-21 tenlastegelegd dat:
t.a.v. 01/993250-21 feit 1:
hij op of omstreeks 30 november 2018, te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, in elk geval in Nederland, een voorwerp, te weten 14.375 euro, in elk geval een geldbedrag, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of van dat voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf
t.a.v. 01/993250-21 feit 2:
hij op of omstreeks 30 november 2018 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, van het merk Rohm, model Little Joe, kaliber 6mm Flobert, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver voorhanden heeft gehad;

De vordering na voorwaardelijke veroordeling.

De zaak met parketnummer 03/659185-16 is aangebracht bij vordering van 18 februari 2021. Deze vordering heeft betrekking op een deel van de voorwaardelijk opgelegde straf, te weten de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van zes (6) maanden, van het vonnis van de meervoudige kamer te Limburg d.d. 23 december 2019. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.
Bij voornoemd vonnis is aan verdachte tevens een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van zes (6) maanden opgelegd. Tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijk opgelegde bijkomende straf is niet door de officier van justitie gevorderd in onderhavige kwestie.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Inleiding.
Verdachte wordt onder parketnummer 01/993211-21 - kort gezegd - beschuldigd van het (mede)plegen van voorbereidingshandelingen gericht op de productie of bewerking van harddrugs. Tevens wordt hem het voorhanden hebben van de in de tenlastelegging genoemde verdovende middelen verweten. Daarnaast is verdachte onder parketnummer 01/993250-21 witwassen en het in bezit hebben van een vuurwapen ten laste gelegd.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht alle feiten die aan de verdachte ten laste zijn gelegd wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat verdachte dient te worden vrijgesproken van alle hem ten laste gelegde feiten. De verdediging is van mening dat ten aanzien van hetgeen onder parketnummer 01/993211-21 ten laste is gelegd onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
Ten aanzien van het ten laste gelegde witwassen betoogt de verdediging dat ook voor dit feit onvoldoende wettig bewijs bestaat nu geen sprake is van een gronddelict en evenmin van verhullingshandelingen. Daarnaast heeft verdachte voldoende uitleg gegeven over het onder hem aangetroffen geldbedrag.
Met betrekking tot het ten laste gelegde wapenbezit stelt de verdediging zich op het standpunt dat (voorwaardelijk) opzet ontbreekt en dus vrijspraak voor dit feit dient te volgen.
Bewijsbijlage.
Omwille van de leesbaarheid van de overwegingen, wordt voor wat betreft de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen verwezen naar de uitwerking en opsomming daarvan in de bijlage. De bewijsmiddelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien. Deze bijlage is gevoegd als bijlage A bij dit vonnis (pagina’s 20 tot en met 44).
Het oordeel van de rechtbank.

T.a.v. 01/993211-21 feit 1 en 2

Vakantiebungalow [bungalownummer 1] in Arcen (zaakdossier 16)
Verdachte heeft van 15 tot en met 22 maart 2019 een bungalow met nummer [bungalownummer 1] op vakantiepark [naam vakantiepark 1] te Arcen gehuurd en betaald. Als de medewerkers van het vakantiepark op vrijdagochtend 22 maart de bungalow willen schoonmaken ruiken ze een penetrante drugslucht en worden ze geconfronteerd met twee niet-Nederlandstalige personen die aangeven meer tijd nodig te hebben voor oplevering. Deze personen lijken Spaans of Portugees te spreken. Iemand van de schoonmaakploeg krijgt op enig moment een Nederlands sprekend persoon aan de telefoon die aankondigt eraan te zullen komen. Wanneer enige tijd daarna de eindschoonmaak plaatsvindt, worden in de bungalow chemicaliën en voorwerpen aangetroffen die gebruikt worden bij het bewerken van cocaïne. Na de komst van de politie wordt er in de bungalow ruim 1,2 kilo cocaïne aangetroffen.
Verdachte heeft op zitting verklaard dat hij de bungalow in opdracht en voor anderen heeft gehuurd, dat hij daar enige tijd overnacht heeft, maar in de loop van de week de bungalow heeft verlaten. Hij heeft twee mannen die gebrekkig Engels spraken naar de bungalow gebracht. Hij heeft verklaard dat hij niet betrokken was bij strafbare voorbereidingshandelingen. Hij kan niet verklaren hoe zijn DNA op het in de bungalow aangetroffen mondkapje terecht is gekomen. Wellicht heeft hij dat mondkapje van huis meegenomen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 15 maart 2019 de vakantiebungalow [bungalownummer 1] op zijn eigen naam en met een verzonnen e-mailadres heeft geboekt via internet en vervolgens met contant geld heeft betaald. Op woensdag 20 maart 2019 heeft hij bedlinnen bijgeboekt en dat diezelfde dag ’s middags bij de receptie opgehaald. Uit de camerabeelden van het vakantiepark blijkt dat de Toyota Auris (op naam van zijn partner [medeverdachte] en eveneens bij verdachte in gebruik) op donderdag 21 maart ’s avonds om 23.00 uur het vakantiepark oprijdt nadat in Venlo een bezoek gebracht is aan McDonalds. Een bon van de McDonalds van 21 maart 2019 met daarop het tijdstip 22.36.15 uur is in de woning aangetroffen.
In de badkamer is een tandborstel en een joint met DNA-materiaal van verdachte erop aangetroffen. Tevens werd er in een keukenkastje een mondkapje aangetroffen waarvan op de binnenzijde een DNA-spoor is aangetroffen dat matcht met het DNA van verdachte.
Gelet op voornoemde vaststellingen stelt de rechtbank verdachtes lezing, dat hij is vertrokken voordat de strafbare handelingen plaatsvonden, als ongeloofwaardig terzijde. Verdachte heeft de vakantiewoning geboekt, betaald en heeft er op diverse momenten verbleven, nota bene nog op de dag vóór de doorzoeking. Een aannemelijke verklaring voor zijn DNA op het mondkapje is achterwege gebleven. In de betreffende periode (maart 2019) werden mondkapjes nog niet algemeen gebruikt. Nu er meerdere mondkapjes zijn aangetroffen in het keukenkastje gaat de rechtbank er, mede gelet op de andere aangetroffen goederen, van uit dat de mondkapjes rechtsstreeks verband hielden met het ver- of bewerken van cocaïne. De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat verdachte voorbereidingshandelingen heeft gepleegd voor de bewerking of productie van harddrugs en tevens voor het opzettelijk aanwezig hebben van 1.270 gram cocaïne.
Vakantiebungalow [bungalownummer 2] in Arcen (zaakdossier 4)
Op 1 en 2 oktober 2020 wordt vakantiebungalow [bungalownummer 2] in [naam vakantiepark 2] geobserveerd, welke gehuurd is op naam van [medeverdachte] , partner van [verdachte] , tevens medeverdachte in deze zaak. Tijdens de observatie wordt gezien dat [verdachte] en [medeverdachte] in de bungalow verblijven en op een gegeven moment boodschappentassen, speciekuipen en vuilniszakken met emmers en plastic handschoenen vanuit de berging bij de bungalow in een auto zetten. Ook wordt gezien dat [verdachte] in de weer is met een blauwe afvalzak waaruit een doos steekt.
De blauwe afvalzak met daarin de doos wordt later aangetroffen in de algemene vuilcontainer van het vakantiepark. In de doos blijkt een rondbodemkolf te zitten, een laboratoriumglaswerk dat o.a. wordt gebruikt voor de productie van synthetische drugs. Op de bodemkolf worden sporen van methamfetamine, MDMA en BMK aangetroffen en zowel de rondbodemkolf als de berging van de vakantiebungalow rook volgens verbalisanten naar BMK/Amfetamine.
Verdachte heeft op zitting verklaard dat hij, anders dan de politie, nooit iets raars heeft geroken in de berging of de bungalow. Hij is inderdaad met de goederen in de weer geweest, maar daar zaten alleen normale verblijfsartikelen in. In de speciekuipen zat speelgoed van de kinderen aldus verdachte. De blauwe afvalzak lag volgens verdachte in de auto die hij geleend had van [naam] en deze zak heeft hij weggegooid zonder op de inhoud te letten.
De rechtbank schuift bovengenoemde verklaring van verdachte als ongeloofwaardig terzijde. Verdachte en zijn partner waren druk in de weer met voorwerpen die gerelateerd zijn aan drugsproductie en waar sporen van synthetische drugs op zijn aangetroffen. Verdachte heeft samen met zijn partner, tevens medeverdachte, in de woning verbleven nadat deze door haar was gehuurd. In die situatie heeft als uitgangspunt te gelden dat hij (op zijn minst) wetenschap had van wat daar plaatsvond en welke goederen er aanwezig waren, te meer daar er sprake was van een penetrante, kenmerkende geur die met de productie van synthetische drugs gepaard gaat. De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat verdachte samen met zijn medeverdachte [medeverdachte] voorbereidingshandelingen heeft gepleegd voor de bewerking of productie van synthetische drugs en opzettelijk metamfetamine en MDMA aanwezig heeft gehad.
Vakantiebungalow [bungalownummer 3] in Arcen (zaaksdossier 4)
Op 29 januari 2021 wordt bij de eindschoonmaak van bungalow [bungalownummer 3] op [naam vakantiepark 2] een chemische geur geroken door de medewerkers. Ook worden in de bungalow twee flessen gootsteenontstopper - “caustic soda” - aangetroffen, een stof waarvan bekend is dat deze gebruikt kan worden bij de productie van synthetische drugs. De bungalow is gehuurd op naam van [medeverdachte] .
Uit observatie blijkt dat [verdachte] en [medeverdachte] ook daarna nog in de bungalow verblijven, maar dan onder een andere reservering. Op 15 februari 2021 wordt de vakantiebungalow betreden en doorzocht, waarbij [verdachte] , [medeverdachte] en hun twee kinderen worden aangetroffen. In de woning wordt de kenmerkende geur geroken van BMK, grondstof voor onder andere (meth)amfetamine. In een kast op de tweede slaapkamer worden goederen aangetroffen die gebruikt kunnen worden bij de productie van synthetische drugs, waaronder een plastic colaflesje met BMK. Daarnaast worden er maatbekers aangetroffen met sporen van BMK en APAA. In de keuken wordt een bakje aangetroffen met 120 gram metamfetamine met daarop de vingerafdrukken van verdachte. In de woning worden ook vier telefoons aangetroffen: drie iPhones in gebruik bij [verdachte] , waarvan één in gebruik is als SKY ECC cryptotelefoon, en een Samsung in gebruik bij [medeverdachte] . Op de iPhone Xs in gebruik bij verdachte wordt een 225 pagina’s tellende handleiding aangetroffen voor de productie van synthetische drugs, waaronder metamfetamine.
Op een van de iPhones 7 in gebruik bij verdachte, worden Wickr chatgesprekken aangetroffen in de periode 9 tot en met 14 februari 2021 tussen [accountnaam] en een derde over het produceren van drugs. In één van de chatgesprekken geeft [accountnaam] aan dat hij morgen opgehaald kan worden in Arcen.
Verdachte verklaart op zitting dat de aangetroffen chemicalien, drugs en cryptotelefoon niet van hem zijn. Volgens verdachte kwam er geregeld iemand in de bungalow logeren en moeten de aangetroffen spullen van diegene zijn. Hij heeft nooit iets raars geroken, wel heeft hij het bakje met metamfetamine aangetroffen en verplaatst. Verdachte verklaart dat hij gebruik maakt van Wickr maar dat hij de gebruikersnaam [accountnaam] niet als de zijne herkent en hij ontkent de berichten verstuurd te hebben.
De rechtbank schuift de verklaring van verdachte, dat hij geen weet had van de voorwerpen die gerelateerd zijn aan de productie van synthetische drugs, als ongeloofwaardig terzijde. Verdachte en zijn partner verbleven samen in de bungalow die was gehuurd op naam van de partner van de verdachte en daarna op naam van de moeder van verdachte. Verdachte had op zijn telefoon ‘productiekennis’ staan en maakte daarnaast gebruik van twee telefoons met verschillende applicaties die enkel ten doel hebben zo veel mogelijk heimelijk en ongezien te kunnen communiceren, hetgeen zeer gebruikelijk is in de wereld van drugscriminaliteit.
Als uitgangspunt heeft bovendien te gelden dat hij (op zijn minst) wetenschap had van wat in de door hem op dat moment bewoonde woning plaatsvond en welke goederen er aanwezig waren, te meer er sprake was van een penetrante, kenmerkende geur die met de productie van synthetische drugs gepaard gaat. In meerdere ruimtes van de woning werden productiegerelateerde goederen en resten aangetroffen en in de keuken werd zelfs eindproduct aangetroffen. Dat een ander persoon of andere personen deze drugsgerelateerde spullen zouden hebben achtergelaten heeft verdachte ook op geen enkele wijze handen en voeten gegeven. De rechtbank gaat derhalve aan deze verklaring voorbij. De rechtbank komt gelet op het vorenstaande tot de conclusie dat verdachte voorbereidingshandelingen heeft gepleegd voor de bewerking of productie van synthetische drugs en opzettelijk 120 gram metamfetamine aanwezig heeft gehad.
[adres 2] in Venlo en Nissan Micra (zaaksdossier 4)
Op 15 februari 2021 wordt ook de [adres 2] in Venlo doorzocht, het adres waar [verdachte] staat ingeschreven en de woning van zijn ouders. In de woning worden chemicaliën aangetroffen, waaronder een jerrycan met 12 liter zwavelzuur waarvan bekend is dat het gebruikt kan worden voor de productie van synthetische drugs. Nabij de woning wordt de Nissan Micra doorzocht die op naam staat van [medeverdachte] . In de auto wordt een vuilniszak aangetroffen met daarin een weegschaal met sporen van amfetamine en metamfetamine.
Verdachte verklaart de chemicaliën in de Verbindingsstraat te hebben neergezet, maar had niet het idee dat dit strafbaar was.
Gezien voorgaande en in onderling verband gezien met de rest van het dossier gezien komt de rechtbank tot de conclusie dat de voorwerpen bestemd waren voor de productie van synthetische drugs en dat verdachte voorbereidingshandelingen heeft gepleegd voor de bewerking of productie daarvan.
[adres 6] in Tegelen (zaaksdossier 14)
Op 10 februari 2021, vijf dagen voor de aanhouding van verdachte, wordt tijdens een observatie gezien dat verdachte samen met een onbekend persoon uit een woning aan de [adres 6] in Tegelen komt. Ook wordt gezien dat de onbekende persoon onder andere jerrycans plaatst in de Mercedes waarin verdachte even daarvoor vanaf de vakantiebungalow in Arcen is weggereden. Op 22 februari 2021 wordt de [adres 6] in Tegelen doorzocht. In het pand worden de restanten van een drugslaboratorium aangetroffen, waaronder glaswerk, mierenzuur en zwavelzuur. Op een plank in de keuken wordt een gasmasker aangetroffen met daarop het DNA van verdachte.
Verdachte verklaart dat op het adres een vriend van hem woont en dat hij vaker op dat adres geweest is. Hij ontkent betrokken te zijn geweest bij het drugslaboratorium en weet niet hoe zijn DNA op het gasmasker terecht is gekomen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte onder voornoemde naam [accountnaam] op 10 februari 2021 het volgende bericht stuurt: “Am just heating up now for second time had small problem one hose stayed getting cut as soon as I reach temperatuur now I bought 4 stronger am heating up with the new one should be ok now”. De GPS-coördinaten geven aan dat de telefoon zich ten tijde van dat bericht nabij de woning [adres 6] bevindt. Een dag later stuurt verdachte eveneens als [accountnaam] het volgende bericht: “Was zelf net bij mij mij was vandaag beetje koppijn heb 10 liter bijna af” en ook “Eerst was formamide bevroren”. Voorts is er een filmpje met een destillatie-opstelling op de telefoon van verdachte aangetroffen, waarvan de mastlocatie aangeven dat dit is gemaakt in de nabijheid van de woning. Later, bij de doorzoeking, heeft de politie op grond van kenmerkende details van de woning geconstateerd dat de destillatie-opstelling in die woning moet hebben gestaan.
Gezien voorgaande, het aangetroffen gasmasker en in onderling verband gezien met de rest van het dossier komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte betrokkenheid heeft gehad met het drugslaboratorium en daarmee voorbereidingshandelingen heeft gepleegd voor de bewerking of productie van synthetische drugs.
Medeplegen en periode
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.
In bungalow [bungalownummer 1] , de cocaine bewerkingslocatie, verbleven naast verdachte nog tenminste twee andere personen die werden aangetroffen door de schoonmaakploeg. Zij probeerden in allerijl de bungalow op te leveren. In bungalow [bungalownummer 2] verbleef verdachte samen met zijn partner. Die bungalow was gehuurd op haar naam en ze waren gezamenlijk bezig om de tassen en vuilniszakken in de auto te zetten. Ook in bungalow [bungalownummer 3] verbleef verdachte samen met zijn partner, de bungalow was een periode op haar naam gehuurd en de tenlastegelegde voorwerpen waren aanwezig tijdens hun gezamenlijke verblijf. In de [straatnaam] in Tegelen wordt gezien dat een onbekend persoon jerrycans in de auto van verdachte plaatst en uit de Wickr gesprekken blijkt dat verdachte met een derde communiceert over het produceren van drugs.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat er gedurende de bewezenverklaarde periode sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte(n) die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Met betrekking tot de bewezenverklaarde periode gaat de rechtbank uit van de tenlastegelegde periode tot de datum dat verdachte werd aangehouden. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder feit 1 en 2 in de zaak met parketnummer 01/993211-21 ten laste gelegde voor de periode 15 maart 2019 tot en met 15 februari 2021.

T.a.v. 01/993250-21 feit 1

Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, volgt dat verdachte op 30 november 2018 staande is gehouden en vervolgens is aangehouden toen hij onderweg naar Schiphol was. Onder hem wordt een geldbedrag van 14.375,- euro aangetroffen. Een deel van dat geldbedrag, te weten 10.100,- droeg verdachte bij zich. Het overige geldbedrag is in een koffer in de kofferbak aangetroffen.
De rechtbank overweegt het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat niet is komen vast te staan of de aangetroffen geldbedragen uit eigen misdrijf afkomstig zijn. Witwassen kan volgens vaste rechtspraak onder die omstandigheden toch bewezen worden geacht indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is. Daarbij moeten zes stappen worden doorlopen. Allereerst moet worden vastgesteld of er feiten en omstandigheden zijn waaruit een vermoeden van witwassen kan worden afgeleid. Voor het vaststellen van een dergelijk vermoeden kunnen witwasindicatoren worden gebruikt. Wanneer sprake is van een vermoeden van witwassen mag van een verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld. Een dergelijke verklaring dient concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn. Indien en voor zover de verklaring van verdachte daartoe aanleiding geeft, ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van verdachte blijkende, herkomst van het geld. Uit de resultaten van het onderzoek van het Openbaar Ministerie zal moeten blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het contante geldbedrag waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst heeft en dat derhalve een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
Vermoeden van witwassen
Als indicator voor witwassen is het een feit van algemene bekendheid dat het voorhanden hebben van zoveel contant geld grote risico's meebrengt en bovendien hoogst ongebruikelijk is in het geval dat het geld op legale wijze is verkregen. Ook bestonden de coupures voor het overgrote deel uit biljetten van 500,- euro, namelijk 25 van de 40 coupures. Dit zijn in het normale betalingsverkeer zeer zeldzame coupures en het is een feit van algemene bekendheid dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld in grote coupures. Daar komt nog bij dat verdachte kennelijk voornemens was om met dit grote bedrag aan contant geld het land te verlaten. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat sprake is van voldoende aanleiding om een vermoeden van witwassen te rechtvaardigen. Dat betekent dat van verdachte mag worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft voor een legale herkomst van voormelde geldbedragen.
Verklaring van verdachte
Verdachte heeft na zijn aanhouding ten overstaan van de politie wisselend verklaard. In zijn eerste verhoor geeft hij aan dat hij de avond daarvoor in het casino quitte heeft gespeeld, daarna verklaart hij dat zijn vader veel geld verdient en hem financieel ondersteunt en dat hij een eigen autohandel bedrijf heeft gehad. Verdachte verklaart echter niet dat hij het geld uit die bronnen heeft ontvangen.
Onderzoek Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie heeft een zeer uitgebreid nader onderzoek verricht naar de verschillende verklaringen van de verdachte, nu verdachte verklaringen heeft afgelegd die enigszins het contante geld zouden kunnen verklaren. Uit dit onderzoek is niet naar voren gekomen dat de vader van verdachte buitengewoon veel inkomen heeft gehad en evenmin is gebleken dat het autobedrijf van verdachte ten tijde van zijn aanhouding nog actief was, laat staan dat daarmee veel inkomen werd gegenereerd.
De rechtbank concludeert dat door verdachte ten overstaan van de politie ongeloofwaardige verklaringen zijn afgelegd die door het Openbaar Ministerie ondanks serieuze pogingen daartoe niet geverifieerd kunnen worden. Verdachte heeft tijdens het onderzoek ter terechtzitting nog verklaard dat zijn autobedrijf inderdaad inmiddels was opgeheven, dat hij desondanks soms in auto’s handelde en dat hij dan met contant geld werd betaald en dat hij dat verborgen heeft gehouden voor de Belastingdienst.
Die verklaring is door de timing niet meer te verifiëren en wijkt bovendien weer af van de initiële al wisselende verklaringen van verdachte.
De rechtbank acht de resultaten van het door het Openbaar Ministerie verrichte nadere onderzoek, zoals opgenomen in de bewijsbijlage opgenomen bewijsmiddelen, van dien aard dat, geen legale herkomst van het geldbedrag is komen vast te staan en dat daarom geen andere conclusie mogelijk is dan dat het aangetroffen geldbedrag onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is.
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder feit 1 in de zaak met parketnummer 01/993250-21 ten laste gelegde.

T.a.v. 01/993250-21 feit 2

Wanneer verdachte op 30 november 2018 wordt staande gehouden en zijn auto wordt doorzocht, treffen de verbalisanten in de kofferbak van zijn auto in een toilettas in een koffer, een kleine revolver van het merk Little Joe aan. Na inbeslagneming van het vuurwapen wordt dit onderzocht. Hieruit blijkt dat de revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie is.
Naar het oordeel van de rechtbank, gelet op de in de bewijsbijlage opgenomen bewijsmiddelen, heeft verdachte dit vuurwapen voorhanden gehad en is het hem ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierna in de bewijsbijlage uitgewerkte dan wel opgesomde bewijsmiddelen - in onderling verband en samenhang bezien - komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
t.a.v. 01/993211-21 feit 1:
in de periode van 15 maart 2019 tot en met 15 februari 2021 te Venlo en Arcen, gemeente Venlo, en te Tegelen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet (te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerkenvervaardigen van één of meer hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende MDMA en/of amfetamine en/of metamfetamine en/of cocaïne, zijnde (een) middel(len) als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of één of meer hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en)
bevattende(een) (ander(e)) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I), voor te bereiden en/of te bevorderen, (telkens)
- zich en/of één of meer anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en vervoermiddelen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) telkens wisten, dat die bestemd waren tot het plegen van
die feiten,
immers hebbende hij en/of één of meer van zijn mededaders opzettelijk daartoe telkens
hoeveelheden chemicaliën en/of hardware en/of stoffen, waaronder
- flessen hexaan en waterstofperoxide en/of terpetine en brandspiritus en ontstopper en vuilnisbakken en aceton en vochtvreter en ammoniak en caustic soda en bio-ethanol en wasbenzine en een pan en weegschalen en petroleum en carbonkorrels en teilen en lampenolie en onderhoudsdoekjes en filtreerpapier en/of plakband en breinaalden en jerrycans en emmers en lijmklemmen en maatbekers en mallen en een kuip en een inmaakautomaat en een pers en een magnetron en een blender en een refractometer en een hydrometer en een bankschroef en versnijdingsmiddel (fenacetine)

(aangetroffen op 22 maart 2019 te Arcen)

- hoeveelheden van één of meer materialen bevattende wijnsteenzuur en BMK en kolven en maatbekers en emmers en handschoenen

(aangetroffen op 2 oktober 2020 te Arcen) en

- hoeveelheden van één of meer materialen bevattende BMK en methanol en natriumhydroxide (caustic soda) en zwavelzuur en kaliumnitraat en calciummagnesiumcarbonaat en APAA

(aangetroffen op 15 februari 2021 te Arcen en/of Venlo) en

- maatbekers en PH-strips en weegschalen en jerrycans en een handdoek en flessen en lepels

(aangetroffen op 15 februari 2021 te Arcen en/of Venlo)

- een koeler en glaswerk en kannen en een gasmasker en een weegschaal en hoeveelheden van een of meer materialen bevattende mierenzuur en methanol
(aangetroffen op 22 februari 2021 te Tegelen)
vervoerd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en
- de receptuur van metamfetamine verkregen en informatie over chemische structuren verworven en een stappenplan voor de rekristallisatie van metamfetamine verkregen en
- een of meer (crypto)telefoons gebruikt en
- gesprekken gevoerd over de productie van synthetische drugs en
- vervoermiddelen (waaronder een Toyota Yaris met kenteken [kenteken 1] en een Nissan Micra met kenteken [kenteken 2] ) voorhanden gehad en gebruikt en
- emmers en handschoenen en speciekuipen geladen en geplaatst in die Toyota Yaris met kenteken [kenteken 1] en/of in die Nissan Micra met kenteken [kenteken 2]
- woningen van [naam vakantiepark 1] (te weten bungalow [bungalownummer 1] op het [adres 3] ) en [naam vakantiepark 2] (te weten bungalow [bungalownummer 2] en bungalow [bungalownummer 3] op het [adres 4] ) en de woning aan de [adres 5] te Tegelen gehuurd en/of laten huren en/of voorhanden gehad en/of gebruikt en/of in gebruik genomen
t.a.v. 01/993211-21 feit 2:
in de periode van 15 maart 2019 tot en met 15 februari 2021 te Venlo en/of Arcen, gemeente Venlotezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- 1270 gram cocaïne, zoals aangetroffen op 22 maart 2019 te Arcen en
- metamfetamine en MDMA, zoals aangetroffen op 2 oktober 2020 te Arcen en
- 120 gram metamfetamine, zoals aangetroffen op 15 februari 2021 te Arcen en

amfetamine, zijnde metamfetamine en MDMA en amfetamine en cocaïne, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet

t.a.v. 01/993250-21 feit 1:
op 30 november 2018, te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, 14.375 euro voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist, dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf
t.a.v. 01/993250-21 feit 2:
op 30 november 2018 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, van het merk Rohm, model Little Joe, kaliber 6mm Flobert, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie eist een gevangenisstraf voor de duur van vijf (5) jaren met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, eist dat de inbeslaggenomen telefoons en geldbedragen verbeurd worden verklaard en dat de notities worden onttrokken aan het verkeer. Daarnaast vordert de officier van justitie de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf in de zaak met parketnummer 03/659185-16.
Indien de rechtbank niet tot een bewezenverklaring voor het ten laste gelegde witwassen komt, verzoekt de officier van justitie dat naast de gevorderde gevangenisstraf een geldboete wordt opgelegd ter hoogte van € 14.375,00.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten vrijspraak bepleit. Subsidiair verzoekt de verdediging, in geval van een bewezenverklaring, dat de straf gematigd wordt en dat daarbij rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De door de officier van justitie subsidiair gevorderde geldboete acht de verdediging niet passend nu deze subsidiair gevorderde eis niet is onderbouwd en geen lagere gevangenisstraf ten gevolge heeft.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van bijna twee jaar op diverse locaties, waaronder vier woningen op vakantieparken, schuldig gemaakt aan het in vereniging treffen van voorbereidingshandelingen voor de productie/bewerking van harddrugs, het in vereniging in bezit hebben van harddrugs, witwassen en het in bezit hebben van een wapen.
Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs, eenmaal in handen van gebruikers, ernstige gevaren voor de gezondheid van die gebruikers opleveren. Meer specifiek is metamfetamine, crystal meth, wellicht de voor de volksgezondheid meest gevaarlijke harddrug die op dit moment in omloop is. Het gebruik daarvan is bijzonder verslavend en heeft op de mens een tamelijk verwoestende uitwerking. De productie van en handel in harddrugs veroorzaakt veel maatschappelijke onrust en leidt tot toename van gevoelens van angst en onveiligheid onder burgers. De productie van synthetische drugs brengt ook nadelige gevolgen met zich voor het milieu, aangezien men zich niet legaal kan ontdoen van het chemische afval waardoor het afval wordt gedumpt of weggespoeld in het riool.
Daar komt nog bij dat de productie en verkoop van verdovende middelen vaak gepaard met ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit, waarbij het gebruik van geweld niet wordt geschuwd. Bovendien bekostigen gebruikers hun drugsgebruik vaak door diefstal of ander crimineel gedrag, waardoor schade en overlast wordt toegebracht aan anderen. Verdachte heeft hier met zijn handelen aan bijgedragen en dit eveneens in stand gehouden.
Verdachte heeft de strafbare feiten gepleegd op meerdere bungalowparken. Dit is een plek waar mensen bij uitstek van hun vakantie zouden moeten kunnen genieten. Verdachte heeft zijn eigen kinderen, die eveneens in de bungalow in Arcen verbleven waar onder andere metamfetamine is aangetroffen, maar ook andere nietsvermoedende personen, die op dat moment vakantie aan het vieren waren, daarbij in gevaar gebracht. Verdachte heeft zich gedurende een lange periode op veel verschillende locaties bezig gehouden met strafbare feiten. Op minstens één van die locaties moet sprake zijn geweest van een in werking zijnd productieproces, zo blijkt uit een filmpje dat op de telefoon van verdachte is aangetroffen. Daar komt bij dat verdachte bij het plegen van de feiten heeft gehandeld uit puur winstbejag en dat hij op geen enkel moment verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden. Dit alles rekent de rechtbank hem zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte geld witgewassen en een vuurwapen voorhanden gehad. Witwassen leidt tot ontwrichting van het economische en financiële verkeer, omdat daarbij de (criminele) herkomst van gelden wordt verhuld en daarmee aan het zicht van de opsporingsautoriteiten wordt onttrokken. Door de vermenging van illegaal geld met legale geldstromen wordt de integriteit van het financieel en economisch bestel ernstig schade toegebracht. Verdachte heeft zelf ter terechtzitting erkent dat hij in bezit was van het grote geldbedrag en dat hij het geld niet als inkomsten bij de Belastingdienst heeft opgegeven.
Ook heeft verdachte een vuurwapen voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van een vuurwapen verhoogt het risico op een levensbedreigend geweldsdelict. Daarom moet streng worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens.
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte eerder voor een soortgelijk feit werd veroordeeld en dat verdachte een aantal van de onderhavige strafbare feiten heeft gepleegd tijdens de proeftijd van een eerdere veroordeling.
De oriëntatiepunten en jurisprudentie dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf. Omdat in deze zaak sprake is van een veelvoud aan feiten qua aard maar ook vanwege de duur van de bewezenverklaarde periode, kan daar niet één op één een pasklare straf uit volgen.
De rechtbank acht uit een oogpunt van vergelding en ter beveiliging van de maatschappij een vrijheidsbeneming van lange duur op zijn plaats. De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren.
Beslag.
De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer, omdat – zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit voorwerpen zijn met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid en deze voorwerpen ten tijde van het begaan van de feiten aan verdachte toebehoorden.

Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 03/659185-16.

De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bijzondere omstandigheden die aan de tenuitvoerlegging in de weg staan zijn niet aanwezig. De rechtbank zal dan ook de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
art. 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57, 420bis van het Wetboek van Strafrecht
art. 2, 10, 10a van de Opiumwet
art. 26, 55 van de Wet wapens en munitie

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt haar daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. 01/993211-21 feit 1:
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en te bevorderen, zich en anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd
T.a.v. 01/993211-21 feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
T.a.v. 01/993250-21 feit 1:
witwassen
T.a.v. 01/993250-21 feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straffen en maatregelen.
BESLISSING:
T.a.v. 01/993211-21 feit 1, feit 2, 01/993250-21 feit 1, feit 2:
een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. 01/993211-21 feit 1, feit 2:
Verbeurdverklaringvan de inbeslaggenomen goederen, te weten:
- 1 STK Telefoonautomaat: Nokia, zwart (bp 15520);
- 1 STK Telefoonautomaat: iPhone A (bp 152521); en
- 1 STK Telefoonautomaat: Samsung (pb 152522).
T.a.v. 01/993211-21 feit 1, feit 2:
Onttrekking aan het verkeervan de inbeslaggenomen goederen, te weten:
- 1 STK brief (beschrijving productiemiddelen MDMA met legprijzen; en
- 1 STK brief (beschrijving producten hardware synthetische drugs).
T.a.v. 01/993250-21 feit 1:
Verbeurdverklaringvan de inbeslaggenomen goederen, te weten:
- een geldbedrag van 12.500 euro (bp G2311458);
- een geldbedrag van 1.200 euro (bp G2311459);
- een geldbedrag van 400 euro (bp G2311460);
- een geldbedrag van 250 euro (bp G2311461);
- een geldbedrag van 20 euro (bp G2311462); en
- een geldbedrag van 5 euro (bp G2311463).

Beslissing na voorwaardelijke veroordeling:

Last tot tenuitvoerlegging van de straf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank te Limburg, zittingsplaats Roermond d.d. 23 december 2019, gewezen onder parketnummer 03/659185-16, te weten:
-
een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Boersma, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. M.A.A. Smetsers, leden,
in tegenwoordigheid van mr. F.H.R.M. Robbers, griffier,
en is uitgesproken op 22 september 2021.