Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
Inleiding.
Vrijspraak feit 4 en feit 5.
De bewezenverklaring.
en bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld telkens hierin dat verdachte onder meer
feit 6:
“ik steek je neer met een mes” en “pas op als je de deur uitgaat” en “als je naar buiten gaat, pak ik je en zal het slecht aflopen met je” en “ik kom straks naar je toe en zal jullie allemaal neersteken” en “ik laat je niet leven, ik graaf een graf voor je” en “ik heb je toen in je been gestoken, maar de volgende keer maak ik het af, dan maak ik je dood” en “ik ga je in stukjes snijden, ik vermoord je, ik gooi je in het water” en “ik zorg dat je bij je moeder terechtkomt”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
De motivering met betrekking tot het beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
De uitspraak.
straf:
een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden;
18 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op de grond dat de verdachte zich voor het einde van een
proeftijd van 3 jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
gedurende de proeftijd geen contact zal opnemen, zoeken of hebben - in welke vorm dan ook, ook niet via derden - met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , tenzij dit contact plaatsvindt met uitdrukkelijke toestemming van de reclassering en daarbij de aanwijzingen van de reclassering worden opgevolgd;
- zich gedurende de proeftijd niet zal bevinden in de [adres] in Oss (gemeente Oss, provincie Oost-Brabant), tenzij de aanwezigheid plaatsvindt met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de reclassering en daarbij de aanwijzingen van de reclassering worden opgevolgd. De politie houdt toezicht op het contact- en locatieverbod;