ECLI:NL:RBOBR:2021:4920

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
14 september 2021
Publicatiedatum
15 september 2021
Zaaknummer
01/204755-20
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksueel misbruik van minderjarige dochter en bezit van kinderporno

Op 14 september 2021 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel misbruik van zijn dochter, die op het moment van de feiten 13 jaar oud was, en van het bezit van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op drie verschillende momenten in 2019 seksuele handelingen heeft gepleegd met zijn dochter, waaronder het seksueel binnendringen van haar lichaam met zijn vingers, tong en penis. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van dwang in juridische zin, maar dat de verdachte wel schuldig was aan het onder 1 subsidiair ten laste gelegde feit van ontuchtige handelingen met een minderjarige. Daarnaast vond de rechtbank het bezit van 135 afbeeldingen van kinderpornografische aard op de computer van de verdachte wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en bijzondere voorwaarden. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de onder 1 primair en onder 3 ten laste gelegde feiten, maar achtte de bewezenverklaring van de overige feiten voldoende onderbouwd. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, en legde bijzondere voorwaarden op ter voorkoming van recidive.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team strafrecht
Parketnummer: 01.204755.20
Datum uitspraak: 14 september 2021
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1982,
wonende te [adres 1] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 31 augustus 2021. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 30 juli 2021. Aan verdachte is ten laste gelegd dat
ten aanzien van feit 1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2019 tot en met 17 oktober 2019 te Velp, gemeente Grave, in elk geval in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten het misbruik maken van het leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en [slachtoffer] en/of het misbruik maken van het uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2005, zijnde zijn dochter) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het brengen/duwen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en/of het brengen van zijn vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of het met zijn vinger(s) betasten van de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn tong tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of het likken van de vagina van die [slachtoffer] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks 1 januari 2019 tot en met 17 oktober 2019 te Velp, gemeente Grave, in elk geval in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of
mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het brengen/duwen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en/of het brengen van zijn vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of het met zijn vinger(s) betasten van de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn tong tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of het likken van de vagina van die [slachtoffer] ;
ten aanzien van feit 2:
hij op of omstreeks 30 december 2019 te Velp, gemeente Grave, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen, te weten 135 foto's en/of films en/of video's - en/of een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen - te weten een computer Microsoft [merk computer] van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of wortel vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(records 1 en 7, dossierpagina's 123, 124, 129 en 130)
en/of het met de/een hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(records 6 en 7, dossierpagina's 124 en 130)
en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(records 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7, dossierpagina's 123, 124, 129 en 130)
en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(record 6, dossierpagina's 124 en 130)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
ten aanzien van feit 3:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 januari 2016 tot en met 13 augustus 2020 te Reek, gemeente Landerd, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen, te weten 127 foto's en/of films en/of video's - en/of een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen, te weten, een laptop, merk Acer - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid, aangeboden, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een hand(en) betasten en/of aanraken van de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een hand(en) betasten en/of aanraken van de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [nummer 1] . [nummer 3] dossierpagina 153)
en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(IMG [nummer 2] . [nummer 19] dossierpagina's 151 en 152, [nummer 1] . [nummer 3] dossierpagina 153, [nummer 20] , dossierpagina 154, [nummer 21] dossierpagina 155, [nummer 23] dossierpagina 156)
en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [nummer 1] . [nummer 3] dossierpagina 153)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De beoordeling van de ten laste gelegde feiten.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 1 subsidiair en feit 2 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting kan volgens de officier van justitie niet worden aangenomen dat sprake is geweest van dwang, zodat verdachte van het hem onder 1 primair ten laste gelegde feit behoort te worden vrijgesproken. Ook ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs, zodat verdachte daarvan eveneens behoort te worden vrijgesproken, aldus de officier van justitie.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van de aan verdachte onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van het aan verdachte onder 1 subsidiair ten laste gelegde feit heeft de verdediging partiële vrijspraak bepleit van de onderdelen “het brengen/duwen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] ” (eerste gedachtestreepje) alsmede “het brengen/duwen van zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] ” (tweede gedachtestreepje) van de tenlastelegging. Voor het overige heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit.
De bewijsmiddelen. [1]
1.
Een proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden met [slachtoffer] en [moeder slachtoffer] op 29 oktober 2019 [pag. 14 t/m 16], onder meer zakelijk weergegeven inhoudende:
[slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005 en wonend aan de [adres 2] , geeft aan dat ze verkracht is door haar vader. Eén keer is dit gebeurd toen haar moeder drie dagen weg was. [slachtoffer] denkt dat dit twee weken geleden is. De andere keer dat haar vader dit bij haar deed was daarvoor.
[moeder slachtoffer] geeft aan dat ze op 15 oktober 2019 drie dagen weg is geweest. Verder geeft [moeder slachtoffer] aan dat zij [slachtoffer] heeft gevraagd of haar vader verder is gegaan bij haar. Daarop heeft [slachtoffer] bevestigend geantwoord. Toen zij [slachtoffer] vervolgens vroeg of er ook seks heeft plaatsgevonden tussen haar en haar vader, antwoordde [slachtoffer] opnieuw bevestigend.
2.
Een proces-verbaal van aangifte door [zus verdachte] op 23 december 2019 [pag. 18 t/m 31], onder meer zakelijk weergegeven inhoudende:
V: Wanneer heb je [verdachte] voor het laatst gezien?
A: Dat is dan 4 november 2019 geweest.
V: Wat vertelde [verdachte] ?
A: Hij vertelde dat hij seksueel contact had gehad en daar was de kous dan mee af. Ik
kon dat niet laten rusten dus ik wilde precies weten wat er dan gebeurd was en
waarom. [verdachte] zei: "Het is drie keer gebeurd, de eerste keer had hij haar gevingerd, de tweede keer heeft hij haar zo zei hij in zijn woorden gebeft en de derde keer heeft hij haar, zo zei hij, gepenetreerd."
3.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 31 augustus 2021 afgelegd, onder meer zakelijk weergegeven inhoudende:
Op drie verschillende momenten in 2019 hebben in ons huis aan de [adres 2] seksuele handelingen plaatsgevonden tussen mij en mijn dochter [slachtoffer] .
4.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte op 11 augustus 2020 [pag. 69 t/m 90], onder meer zakelijk weergegeven inhoudende:
Ik heb [slachtoffer] tijdens het masseren haar geslachtsdeel aangeraakt en later heb ik haar seksueel bevredigd en ik heb ’n keer seks met [slachtoffer] gehad. Het is allemaal in 2019 gebeurd.
De eerste keer was ik [slachtoffer] aan het masseren en toen heb ik met mijn hand tussen haar billen door haar vagina aangeraakt. U vraagt wat ik met mijn hand deed. Wrijven. U vraagt wat mijn vingers deden. Ja gewoon wrijven.
De tweede keer heb ik haar seksueel bevredigd. Ik heb haar toen in ieder geval gebeft. Beffen is het stimuleren van de vagina met de tong.
De derde keer was toen [moeder slachtoffer] drie dagen weg was. Ik heb nog het beeld dat [slachtoffer] bovenop mij zat.
V: Waar zat ze dan op?
A: Op mijn geslachtsdeel heeft ze gezeten.
V: Waarmee zat ze daar op? Wat gebeurde er dan?
A: Ik weet het niet meer, ik kan me nog goed herinneren dat ze bovenop me zat en het voelde zo fout.
V: Voelde het toen al fout?
A: Het voelt nu... ik weet het niet meer. Ik heb het proberen weg te stoppen en het beeld wat steeds naar voren komt, is dat ze bovenop mij zit.
V: Hoe is jouw geslachtsdeel op dat moment?
A: Stijf.
V: Wat gebeurde er als [slachtoffer] bovenop zit.
A: Ik snap de vraagstelling net zo goed.
V: Heel goed dat je dat zegt.. Je geslachtsdeel is stijf, wat gebeurd er dan met [slachtoffer] . Zij zit bovenop jouw. Waar zit zij op?
A: Op mijn geslachtsdeel.
V: Op welk deel van je geslachtsdeel zit [slachtoffer] ?
A: Helemaal erop.
V: Erop of zit je geslachtsdeel in haar?
A: Ik denk dat hij erin zat maar daar wil ik eigenlijk helemaal niet aan denken.
Tegen mijn ouders, mijn [zus verdachte] en haar vriend [naam vriend zus] heb ik verteld dat ik mijn dochter [slachtoffer] seksueel heb misbruikt en dat het drie keer is voorgevallen.
Op de vraag van de verbalisanten waarom [zus verdachte] wist te vertellen dat verdachte [slachtoffer] eenmaal gevingerd, eenmaal gebeft en eenmaal gepenetreerd heeft, antwoordt verdachte: “ [zus verdachte] heeft om uitleg gevraagd wat die drie keer inhouden.”
5.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte op 12 augustus 2020 [pag. 91 t/m 95], onder meer zakelijk weergegeven inhoudende:
Ik heb [slachtoffer] bevredigd met mijn hand. Met mijn vinger ging ik over haar clitoris en over haar schaamlippen. Je komt automatisch tussen de schaamlippen als je erover wrijft. Ik heb eerder verklaard dat ik [slachtoffer] ook gebeft heb. Mijn tong heeft toen haar schaamlippen en haar clitoris aangeraakt. Ik ben met mijn tong tussen haar schaamlippen geweest.
Nadere bewijsoverweging.
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte op drie verschillende momenten in 2019 zijn dochter van destijds 13 jaar in hun huis aan de [adres 2] seksueel heeft misbruikt. Zoals de officier van justitie en de verdediging ook hebben aangegeven, bevat het procesdossier geen bewijs dat daarbij sprake is geweest van dwang in de juridische zin van het woord. Om die reden zal de rechtbank verdachte van de hem onder 1 primair ten laste verkrachting vrijspreken.
Voor een bewezenverklaring van het aan verdachte onder 1 subsidiair ten laste gelegde feit, met uitzondering van het onderdeel “brengen/duwen van zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] ”, acht de rechtbank wel voldoende wettig en overtuigend aanwezig. Nu verdachte heeft verklaard dat hij de eerste keer met zijn vingers en de tweede keer met zijn tong tussen de schaamlippen van [slachtoffer] is geweest, stelt de rechtbank vast dat die keren sprake is geweest van seksueel binnendringen van het lichaam als bedoeld in artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank acht, anders dan de verdediging heeft betoogd, het brengen/duwen van de penis in de vagina eveneens wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank baseert dat op de volgende feiten en omstandigheden. Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij, de derde keer dat het misbruik plaatsvond, seks heeft gehad met [slachtoffer] . Hij differentieert dit van het vingeren en beffen van de keren daarvoor. Hoewel verdachte bij de politie aangeeft moeite te hebben om onder woorden te brengen wat er precies is gebeurd, geeft hij toe dat [slachtoffer] helemaal op zijn geslachtsdeel zat en dat hij denkt dat zijn penis in de vagina van [slachtoffer] zat. Uit de aangifte van [zus verdachte] , volgt voorts dat verdachte ten overstaan van haar heeft erkend dat er sprake is geweest van penetratie. De rechtbank gelooft dat verdachte dit daadwerkelijk tegen zijn zus heeft gezegd. Verdachte heeft bij de politie immers ook verklaard dat zijn zus dit wist te vertellen, omdat zij hem uitleg heeft gevraagd over de drie seksuele contacten tussen hem en [slachtoffer] . Dat bij het derde seksuele contact sprake is geweest van penetratie, past overigens ook bij de woordkeuze van [slachtoffer] tegen haar moeder en tijdens het informatieve gesprek bij de politie. Zij benoemt daar dat zij is verkracht door haar vader, toen haar moeder drie dagen weg was. Zij spreekt dan in elk geval over het derde seksuele contact.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het aan verdachte onder 1 subsidiair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, een en ander zoals hierna onder “De bewezenverklaring” nader zal worden omschreven.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit.
De bewijsmiddelen. [2]
6.
Een proces-verbaal van digitaal onderzoek aan computer Microsoft [merk computer] [pag. 120 t/m 126], onder meer zakelijk weergegeven inhoudende:
In de mediabestanden op de computer trof ik, [verbalisant 1] , 135 afbeeldingen aan die kinderpornografisch van aard zijn. Alle 135 afbeeldingen werden aangetroffen op een locatie op de computer, die niet zonder meer benaderbaar is voor de gebruiker(s) van deze computer. Met enige technische computerkennis is het terug halen van die bestanden wel mogelijk. [verbalisant 2] heeft zeven van de op de computer aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen in het proces-verbaal beschreven.
RECORD 1
Op afbeelding 1 zie ik een meisje met een blinddoek voor haar ogen. Dit meisje wordt
door mij geschat in de leeftijd van 10 -14 jaar oud. Ik zie dat zij geheel naakt is. Ik zie
dat het meisje naar alle waarschijnlijkheid vaginaal wordt gepenetreerd.
RECORD 2
Op deze afbeelding zie ik een meisje die de geschatte leeftijd heeft van een 10-14
jarige. Het meisje ligt op bed en heeft in haar beide handen een zwarte, naar alle
waarschijnlijkheid game controler vast. Ik zie dat het meisje haar benen ver gespreid
heeft en dat de nadruk van de foto op haar ontblootte vagina ligt.
RECORD 3
Op deze afbeelding zie ik een meisje die de geschatte leeftijd heeft van een 8-12 jarige.
Het meisje zit op haar knieën en handen op een bed. Ze wordt gefotografeerd vanaf de
zijkant. Het meisje heeft haar onderbroek op haar knieën hangen en haar sokken aan.
Verder heeft het meisje geen kleding aan.
RECORD 4
Op deze afbeelding zie ik een meisje die de geschatte leeftijd heeft van een 9-13 jarige.
Ik zie dat het meisje op grond ligt. Ik zie dat haar shirt omhoog geschoven is waardoor
een gedeelte van haar borsten te zien is. Ik zie dat ze verder naakt is. Ik zie dat het
meisje haar benen gespreid heeft. Ik zie dat ze met beide handen haar vagina
openhoudt.
RECORD 5
Op deze afbeelding zie ik een meisje die de geschatte leeftijd heeft van een 10-14
jarige. Ik zie dat het meisje op een bed ligt. Ik zie dat het meisje haar ogen dicht heeft
en naar alle waarschijnlijkheid slaapt. Ik zie dat het meisje een korte witte broek draagt
en dat haar shirt naar boven is geschoven, waardoor haar borsten te zien zijn
RECORD 6
Op deze afbeelding zie ik een meisje die de geschatte leeftijd heeft van een 8-12 jarige.
Ik zie het gezicht van het meisje. Ik zie dat ze haar tong uitsteekt. Kennelijk likt haar
tong de balzak van een man. Ook zie ik een stijve penis.
RECORD 7
Op deze afbeelding 7 zie ik een ontblote vagina. Aan de ontwikkeling van die vagina zie
ik dat dit een zeer jong kind/meisje betreft. Ik zie dat twee handen van een persoon de
schaamlipjes van dit meisje open trekken. Ook zie ik een derde hand die een wortel in
de vagina inbrengt.
7.
Een proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden met [slachtoffer] en [moeder slachtoffer] op 29 oktober 2019 [pag. 14 t/m 16], onder meer zakelijk weergegeven inhoudende:
[moeder slachtoffer] geeft aan dat ze 21 oktober 2019 kinderporno op de computer heeft gezien van [verdachte] . [verdachte] maakt gebruik van de computer en ook dochter [slachtoffer] . [moeder slachtoffer] geeft aan dat ze een mail binnen zag komen op haar telefoon. Dit was in de mail van [verdachte] . [moeder slachtoffer] ging daarna kijken op de computer en trof daar diverse plaatjes van kinderporno aan. Het was volgens [moeder slachtoffer] een jongen met de leeftijd van hun kinderen, met een ontbloot onderlijf en daar waren verschillende foto's van. [moeder slachtoffer] geeft aan dat ze al eerder op zijn computer kinderporno gezien heeft. Ze heeft hem hiermee geconfronteerd, hierop gaf hij aan dat
hij deze binnenkreeg met het downloaden van bestanden en dat ze die maar moest
wissen.
8.
Een proces-verbaal van aangifte door [zus verdachte] op 23 december 2019 [pag. 18 t/m 31], onder meer zakelijk weergegeven inhoudende:
Van mijn vader heb ik gehoord dat [verdachte] tegen hem heeft gezegd dat hij vroeger inderdaad naar kinderporno heeft gekeken, dat dit gestopt was toen hij met [moeder slachtoffer] kreeg en dat het weer begonnen is toen [slachtoffer] begon te puberen.
9.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte op 28 januari 2021 [pag. 96 t/m 103], onder meer zakelijk weergegeven inhoudende:
De in beslag genomen Microsoft [merk computer] computer stond in onze woning aan de [adres 2] . Het hele gezin inclusief ik maakte gebruik van deze computer. Op de computer heb ik ooit iets gezien van kinderporno. Er stond een mapje met daarin een reeks afbeeldingen. Daarvan heb ik twee foto’s gezien: een was een jonge naakte jongen en de ander een jong naakt meisje. De jongen was circa 16 jaar, omdat ik beginnend schaamhaar zag. Het meisje schat ik op 13 jaar.
Nadere bewijsoverweging.
De rechtbank stelt vast dat op de onder verdachte in beslag genomen computer Microsoft [merk computer] 135 afbeeldingen van kinderpornografische aard zijn aangetroffen. Deze computer stond in het huis van verdachte aan de [adres 2] en werd door (onder andere) verdachte gebruikt. Gelet op de verklaringen van verdachte, [moeder slachtoffer] en [zus verdachte] zoals hierboven aangehaald, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte was die de op de Microsoft [merk computer] aangetroffen afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad. Dat dit een ander gezinslid zou zijn geweest, zoals de verdediging heeft aangevoerd, acht de rechtbank niet aannemelijk. Uit de bewijsmiddelen volgt bovendien dat de kinderporno niet continu op een moeilijk bereikbare locatie op de computer heeft gestaan, maar dat verdachte er juist de beschikking over heeft gehad. De rechtbank acht het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit dan ook wettig en overtuigend bewezen, een en ander zoals hierna onder “De bewezenverklaring” nader zal worden omschreven.
Op grond van het procesdossier en het onderzoek ter terechtzitting van 31 augustus 2021 acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte van het bezit van kinderpornografisch materiaal een gewoonte heeft gemaakt, zodat verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit.
Met de officier van justitie en de verdediging heeft de rechtbank op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting van 31 augustus 2021 niet de overtuiging bekomen dat verdachte de persoon is geweest die het op de laptop van het merk Acer aangetroffen kinderpornografisch materiaal in zijn bezit heeft gehad. Niet alleen verdachte, maar ook zijn vader maakte gebruik van deze laptop. De vader van verdachte heeft ook verklaard zelf (andersoortige) seksueel getinte afbeeldingen of video’s te hebben bekeken op de laptop. Daarnaast is het Skype-account waarmee diverse gesprekken zijn gevoerd over kinderporno niet aan verdachte gekoppeld. De rechtbank zal verdachte dan ook van het hem onder 3 ten laste gelegde feit vrijspreken.
Conclusie.
Al met al is de rechtbank van oordeel dat het aan verdachte onder 1 subsidiair ten laste gelegde feit en het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen zijn en verdachte van het overige aan hem ten laste gelegde behoort te worden vrijgesproken.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde feit:
op drie momenten in de periode van 1 januari 2019 tot en met 17 oktober 2019 te Velp
met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het brengen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] en
- het brengen van zijn vingers tussen de schaamlippen van die [slachtoffer]
[slachtoffer] en het met zijn vingers betasten van de vagina van die [slachtoffer]
en
- het brengen van zijn tong tussen de schaamlippen van die [slachtoffer]

en het likken van de vagina van die [slachtoffer] ;

ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit:
op of omstreeks 30 december 2019 te Velp een gegevensdrager, te weten een Microsoft [merk computer] computer, bevattende 135 afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of wortel vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(records 1 en 7, dossierpagina's 123, 124, 129 en 130)
en/of het met de/een hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(records 6 en 7, dossierpagina's 124 en 130)
en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(records 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7, dossierpagina's 123, 124, 129 en 130)
en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(record 6, dossierpagina's 124 en 130).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie vordert dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vierentwintig (24) maanden met aftrek van voorarrest waarvan twaalf (12) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar onder de bijzondere voorwaarden zoals die in het over verdachte uitgebrachte reclasseringsrapport van 17 augustus 2021 nader zijn omschreven. Daarnaast vordert de officier van justitie verbeurdverklaring van de onder verdachte in beslag genomen Microsoft [merk computer] computer en laptop van het merk Acer en teruggave van de onder verdachte in beslag genomen iPhone 7. Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft verzocht om gelet op het tijdsverloop, de houding van verdachte en de gevolgen van een mogelijke straf voor het gezin, aan hem een gevangenisstraf op te leggen gelijk aan het voorarrest en daarnaast een werkstraf op te leggen. Verder heeft de verdediging verzocht om niet de voorwaarden van het vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van kinderporno op te nemen, omdat deze te vaag zouden zijn en controle te moeilijk.
Het oordeel van de rechtbank.
Algemeen.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast heeft de rechtbank bij de strafbepaling rekening gehouden met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Ernst van de bewezen verklaarde feiten.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstig seksueel misbruik van zijn dochter van destijds 13 jaar. Verdachte heeft zich tot driemaal toe aan haar vergrepen. Telkens bestond het misbruik uit het seksueel binnendringen van haar intieme zone, eerst met zijn vingers, daarna met zijn tong en uiteindelijk met zijn penis. Het misbruik is gestopt omdat zijn dochter aan vrienden en haar moeder heeft verteld wat er is gebeurd. Of verdachte zelf tot inkeer zou zijn gekomen, valt te betwijfelen.
Verdachte heeft zijn dochter ernstige schade berokkend. Hij heeft een grote inbreuk gemaakt op haar lichamelijke integriteit. Slachtoffers van dit soort ernstige feiten ondervinden daar vaak nog jarenlang last van en de herinnering eraan hindert hen in hun dagelijks bestaan. Dat geldt zeker als het gaat om een minderjarig slachtoffer en om misbruik binnen de familie; een bekende omgeving die juist veiligheid zou moeten bieden. Uit de toelichting op verklaring die het slachtoffer ter terechtzitting van 31 augustus 2021 heeft voorgehouden, blijkt dat dit ook in deze zaak het geval is. Zij heeft daarin aangegeven dat haar vader haar enerzijds iets verschrikkelijks heeft aangedaan, terwijl zij anderzijds houdt van haar vader, hem mist, en zich zorgen maakt wat er gebeurt met het gezin als hij naar de gevangenis moet. Zij voelt zelfs de druk van de mogelijke financiële gevolgen, waar haar ouders zich zorgen over maken. Daarmee bevindt zij zich in een onmogelijke positie, en het is verdachte die haar in die positie heeft gebracht. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van kinderporno. Ook dit is een ernstig feit. Aan het bezit van kinderpornografisch materiaal gaat het vervaardigen daarvan vooraf. En het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal gaat met seksueel misbruik van kinderen gepaard. Het behoeft wederom geen betoog dat slachtoffers van seksueel misbruik, zeker wanneer het kinderen betreft, daarvan hun leven lang last (kunnen) ondervinden.
Persoonlijke omstandigheden.
Ter terechtzitting van 31 augustus 2021 heeft verdachte er blijk van gegeven dat hij de ernst van het door hem aan zijn dochter aangedane leed inziet en heeft hij berouw getoond. Nadat het misbruik bekend is geworden bij zijn familie, heeft verdachte de woning aan de [adres 2] verlaten en zijn intrek genomen in het pand [adres pand] . Ook heeft verdachte hulp gezocht bij verschillende instanties. Met deze omstandigheden houdt de rechtbank rekening bij haar beslissing over de straf.
De strafmodaliteit.
De rechtbank is zich ervan bewust dat het opleggen van een vrijheidsstraf aan verdachte impact zal hebben op het gezin van verdachte. Desalniettemin is de rechtbank van oordeel dat - gelet op de ernst van de feiten waarvoor verdachte wordt veroordeeld - in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf. Een (door de raadsman van verdachte bepleite) taakstraf, gecombineerd met een gevangenisstraf die gelijk is aan het voorarrest, zou volgens de rechtbank geen recht doen aan de ernst van de bewezen verklaarde feiten. Deze veroordeling tot een gevangenisstraf heeft verdachte enkel en alleen aan zijn eigen gedrag te wijten.
Een deel van de gevangenisstraf zal de rechtbank voorwaardelijk opleggen, als stok achter de deur voor in de toekomst en om verdachte ertoe te bewegen de hulp te aanvaarden die hem in de vorm van bijzondere voorwaarden zal worden geboden.
Bijzondere voorwaarden
Het voorwaardelijke deel van de straf zal de rechtbank opleggen onder de bijzondere voorwaarden zoals de reclassering heeft geadviseerd, behoudens de bijzondere voorwaarde van het vermijden van contact met minderjarigen. Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat die voorwaarde noodzakelijk is voor het voorkomen van recidive, terwijl deze voorwaarde lastig te controleren en te handhaven is. Bovendien is niet uit te sluiten dat het contact met zijn minderjarige kinderen weer zal worden opgebouwd.
Anders dan de verdediging heeft verzocht, zal de rechtbank wel de bijzondere voorwaarde opnemen betreffende het vermijden van kinderporno. Gelet op de veroordeling voor het bezit van kinderporno en de inhoud van het advies van de reclassering acht de rechtbank deze voorwaarde noodzakelijk met het oog op het voorkomen van recidive. Ten behoeve van de uitvoerbaarheid van deze voorwaarde is in het dictum opgenomen hoe toezicht op deze voorwaarde vorm dient te worden gegeven.
Conclusie.
Alle feiten en omstandigheden tegen elkaar afwegend, is de rechtbank van oordeel dat passend en geboden is verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig (24) maanden met aftrek van voorarrest waarvan twaalf (12) maanden voorwaardelijk onder de bijzondere voorwaarden zoals die hierna in het dictum van dit vonnis nader zullen worden omschreven. Als stok achter de deur zal de rechtbank een proeftijd van drie jaren vaststellen.
Beslag.
Onder verdachte is een aan hem toebehorende Microsoft [merk computer] computer, laptop van het merk Acer en iPhone 7 in beslag genomen. Op de computer en de laptop is kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en de in beslag genomen computer en laptop bovendien kunnen dienen tot het begaan of ter voorbereiding van misdrijven soortgelijk aan het onder 2 bewezen verklaarde feit, is de rechtbank van oordeel dat deze voorwerpen aan het verkeer onttrokken dienen te worden verklaard. De rechtbank zal de teruggave gelasten van de onder verdachte in beslag genomen iPhone 7 aan verdachte, nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van dit voorwerp.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
14a, 14b, 14c, 36b, 36d, 57, 240b, 245 Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van de onder 1 primair en onder 3 ten laste gelegde feiten.
Verklaart de onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde feiten bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het onder 1 bewezen verklaarde feit levert op het misdrijf:
met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde feit levert op het misdrijf:
een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straf en maatregel.
 Een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 3 jaren (t.a.v. feit 1 subsidiair en feit 2).
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
  • Dat veroordeelde zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Leger des Heils op het [adres 3] of op [telefoonnummer] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt.
  • Dat veroordeelde meewerkt aan nadere diagnostiek en de daar uit voortvloeiende behandeling door GGzE of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel als mogelijk na ingang van de proeftijd. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
  • Dat veroordeelde zich op welke wijze dan ook onthoudt van:
o het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
o gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
o gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
Het toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van computers en andere apparatuur. Veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.
Onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen goederen, te weten een computer van het merk Microsoft [merk computer] en een laptop van het merk Acer, als vermeld op de lijst van in beslag genomen voorwerpen.
De rechtbank gelast de
teruggavevan de in beslag genomen iPhone 7 aan verdachte.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. R. van den Munckhof, voorzitter,
mr. A.C. Palmboom en mr. T.J. Roest-Crollius, leden,
in tegenwoordigheid van mr. S. Kerssies, griffier,
en is uitgesproken op 14 september 2021.
Mr. T.J. Roest-Crollius is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Tenzij anders vermeld wordt bij de aanduiding van de bewijsmiddelen verwezen naar de paginanummers uit het dossier van de politie, Eenheid Oost-Brabant, Dienst Regionale Recherche, Thematische Opsporing, Team zeden, locatie ‘s-Hertogenbosch, met [procesverbaalnummer] , afgesloten op 6 mei 2021, aantal doorgenummerde bladzijden: 205.
2.Tenzij anders vermeld wordt bij de aanduiding van de bewijsmiddelen verwezen naar de paginanummers uit het dossier van de politie, Eenheid Oost-Brabant, Dienst Regionale Recherche, Thematische Opsporing, Team zeden, locatie ‘s-Hertogenbosch, met [procesverbaalnummer] , afgesloten op 6 mei 2021, aantal doorgenummerde bladzijden: 205.