Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 september 2021 in de zaken tussen
Procesverloop
De Werkgroep en de Stichting Groen Kempenland hebben tegen beide primaire besluiten bezwaar gemaakt. Tevens heeft de Werkgroep in haar bezwaarschrift verweerder verzocht over te gaan tot het, al dan niet met bestuursdwang, laten verwijderen van het hekwerk.
23 maart 2021. Eiser en zijn partner zijn verschenen, vergezeld van de gemachtigde en
mr. M. Toonders. Namens verweerder zijn mr. C.W.M. van Alphen en mr. M. Stoof verschenen. Namens de Werkgroep zijn [naam] , [naam] en [naam] verschenen en de gemachtigde.
OverwegingenFeiten1. Eiser is eigenaar van de percelen (kadastraal bekend, sectie [nummer] , nummer [nummer] , [nummer] en [nummer] aan de [adres] , kadastraal bekend gemeente Oost-, West- en Middelbeers. De percelen tezamen hebben een oppervlakte van 16.368 m². In het geldende bestemmingsplan “Buitengebied, correctieve herziening ” (het bestemmingsplan) is het perceel voorzien van een bouwvlak met een woonbestemming, waarop de woning van eiser is gelegen. Voor het overige rust op het perceel (onder meer) de bestemming “Natuur”. Direct ten zuidoosten van het perceel ligt (een deel van) het Natura 2000 gebied Kempenland West. Dit deel grenst aan de Kromvensedijk.
artikel 4 van bijlage II van het Bor de Beleidsregel omgevingsvergunning kruimelgevallen van 17 juli 2018, waarin is bepaald dat verweerder zijn bevoegdheid niet gebruikt voor het afwijken ten behoeve van erfafscheidingen. Eiser heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die verweerder zouden noodzaken om af te wijken van deze beleidsregel, behoudens dat hij stelt dat hij forse schade zal lijden als hij het hekwerk eventueel zal moeten verwijderen en dat hem was toegezegd dat hij - nadat de omgevingsvergunningen waren verleend - het hekwerk mocht plaatsen. De primaire besluiten zijn in werking getreden en eiser mocht de hekwerken plaatsen nadat de omgevingsvergunningen waren verleend, maar zolang de verleende vergunningen niet onherroepelijk waren, komen de gevolgen van een eventuele herroeping van de vergunningen voor rekening en risico van eiser. Voor zover zou zijn toegezegd dat eiser kon starten met het plaatsen van het hekwerk, betekent dat niet dat is toegezegd dat geen bezwaar meer zou kunnen worden gemaakt en de omgevingsvergunningen niet alsnog herroepen konden worden.
Beslissing
- verklaart het beroep van de Werkgroep in zaak SHE 19/3075 niet-ontvankelijk;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 345,00 aan de Werkgroep te vergoeden.