2.1De rechtbank gaat uit van de volgende feiten.
- Eiser is eigenaar van de percelen aan de [adres] .
- In het geldende bestemmingsplan “Buitengebied, correctieve herziening ” (het bestemmingsplan) is de percelen voorzien van een bouwvlak met een woonbestemming, waarop de woning van eiser is gelegen. Voor het overige rust op de percelen de bestemmingen ‘Natuur’, ‘natte natuurparel ’en de aanduiding ‘500 meter zone Natura 2000’.
- Direct ten zuidoosten van de percelen ligt (een deel van) het Natura 2000-gebied Kempenland West. Dit deel grenst aan de Kromvensedijk.
- Op de percelen van eiser stond een oude vrijstaande bungalow. Eiser heeft de bungalow verbouwd en uitgebreid. Verweerder heeft hiervoor bij besluit van 21 maart 2019 een omgevingsvergunning verleend.
- Eiser heeft een aantal werkzaamheden verricht op zijn percelen. Er zijn bomen gekapt en afgevoerd, er is een toegangspad verlegd en verhard en hierbij is verlichting aangelegd, er is een bijgebouw opgeknapt en er zijn hekwerken geplaatst.
- Deze activiteiten heeft de Werkgroep opgemerkt en zij heeft verzoeken om handhaving ingediend. Deze verzoeken hebben, al dan niet na heroverweging in bezwaar, geleid tot diverse besluiten van verweerder. Zowel eiser als de Werkgroep hebben beroep ingesteld tegen verschillende van deze besluiten. De rechtbank heeft uit een oogpunt van finale geschilbeslechting en in een poging het achterliggende conflict op te lossen, deze zaken gelijktijdig behandeld met de zaken over de verlening of een weigering van een omgevingsvergunning voor een inrit, hekwerken en een bijgebouw. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de lopende procedures met betrekking tot de percelen van eiser naast de procedure die wordt behandeld in deze uitspraak.
- Bij besluiten van 15 maart 2019 en 22 mei 2019 heeft verweerder aan eiser omgevingsvergunningen verleend voor het plaatsen van hekwerken op (een deel van) zijn percelen. De Werkgroep en Stichting Groen Kempenpand hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Bij besluit op bezwaar van 16 oktober 2019 zijn de primaire besluiten herroepen. Hiertegen heeft eiser beroep ingesteld (SHE 19/3035). De Werkgroep heeft beroep ingesteld, voor zover verweerder in het besluit van 16 oktober 2019 heeft verzuimd om daadwerkelijk handhavend op te treden (SHE 19/3075).
- Bij besluit van 23 mei 2019 heeft verweerder het verzoek om handhaving van de Werkgroep over het veranderen van de toegangsweg en het kappen van bomen afgewezen. Op 19 november 2019 heeft verweerder dit besluit herroepen en is het verzoek om handhaving alsnog toegewezen. Hiertegen heeft eiser beroep ingesteld. Deze zaak is onder SHE 19/3457 geregistreerd. Bij besluit van 1 mei 2020 heeft verweerder een last onder dwangsom opgelegd in verband met de aanleg van de nieuwe inrit en het illegaal verwijderen van houtopstanden op drie percelen. Eiser heeft apart tegen dit besluit beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer SHE 20/1556. Eiser heeft tegen dit besluit ook bezwaar gemaakt, omdat hij van mening was dat het besluit van
1 mei 2020 een primair besluit is. Dit bezwaarschrift heeft verweerder doorgezonden naar de rechtbank. De Werkgroep heeft ook beroep ingesteld tegen het besluit van 1 mei 2020. Dat beroep is geregistreerd onder zaaknummer SHE 20/1558.