Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De feiten
Beleid, visie, koers en strategie worden gemist of ontbreken
MT is te operationeel, mist strategisch vermogen
Gebrek aan structuur en visie, rollen en verantwoordelijkheden zijn niet altijd helder en duidelijk (…)
(…) [verzoeker] : in huidige rol plafond bereikt. Is niet de CFO met een sterk strategische inslag, die nodig is. Wel waard om hem aan boord te houden.”
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
“het vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of het, over een toekomstige periode van ten minste 26 weken bezien, noodzakelijkerwijs vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van het wegens bedrijfseconomische omstandigheden treffen van maatregelen voor een doelmatige bedrijfsvoering.”
kanworden opgezegd, maar dat de overeenkomst niet
zalworden opgezegd, hetgeen iets anders is.
New Hairstyle-uitspraak (HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1187) heeft de Hoge Raad enkele omstandigheden genoemd die een rol kunnen spelen bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding, zoals:
“in deze periode zal Appèl kunnen rekenen op een gemotiveerde, enthousiaste en actieve rol cq invulling van de positie van Financieel Directeur.”[verzoeker] heeft daaraan de verwachting mogen ontlenen dat hij ten minste tot 1 januari 2024 in dienst zou blijven van Appèl in de functie van financieel directeur, op basis van de daarbij behorende, overeengekomen arbeidsvoorwaarden. In strijd met deze toezegging heeft Appèl de arbeidsovereenkomst op 16 december 2020 beëindigd. Het verlies aan salaris over de periode van 16 december 2020 tot en met 31 december 2023 is een direct gevolg van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Daarmee is, zo is niet weersproken, een bedrag gemoeid van € 429.630,- bruto.
6.428,00(2 punten x tarief € 3.214,00)
5.De beslissing
- € 52.980,- bruto als vergoeding wegens onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 december 2020 tot de dag van voldoening, waarop in mindering strekt hetgeen Appèl reeds aan [verzoeker] wegens salaris c.a. heeft betaald over de periode van 16 december 2020 tot en met 30 april 2021;
- € 102.599,17 bruto als transitievergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 januari 2021 tot de dag van voldoening, waarop in mindering strekt het reeds betaalde bedrag van € 93.571,03 bruto;
- € 400.000,- bruto als billijke vergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 januari 2021 tot de dag van voldoening;