ECLI:NL:RBOBR:2021:4702
Rechtbank Oost-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor het plaatsen van een vlechtheg binnen beschermingszone A-watergang
Op 27 augustus 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een BV gevestigd te Volkel, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Dagelijks Bestuur van het waterschap Aa en Maas, dat op 28 juni 2021 een omgevingsvergunning had geweigerd voor het plaatsen en behouden van een vlechtheg binnen de beschermingszone van een A-watergang nabij de Zeelandsedijk te Volkel. Tijdens de zitting op 27 augustus 2021 heeft de gemachtigde van verzoekster aangevoerd dat de heg op een afstand van vier meter van de sloot is geplant en dat onderhoud aan de sloot mogelijk is. Verzoekster was bereid de meerkosten voor het onderhoud te betalen en vroeg om de heg te mogen laten staan totdat het tracé van de nieuwe N605 bekend is.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen spoedeisend belang aanwezig is voor het treffen van een voorlopige voorziening, omdat er nog geen definitief handhavingsbesluit is genomen en verzoekster tot 3 januari 2022 de gelegenheid heeft om de heg te verwijderen of te verplaatsen. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er op dit moment geen onomkeerbare situatie dreigt en dat verzoekster in staat is om de uitspraak op het bezwaarschrift af te wachten. Daarom is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft partijen erop gewezen dat in de bezwaarprocedure rekening gehouden moet worden met de door verzoekster aangevoerde bijzondere omstandigheden.