Uitspraak
€ 750,- zal worden opgelegd.
Rechtbank Oost-Brabant
Op 12 augustus 2021 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersongeval op 6 september 2019 op de A50 bij Eindhoven. De verdachte, geboren in 1989, was als bestuurder van een Peugeot 206 betrokken bij een aanrijding met een Renault Megane en een Hyundai Atos-Prime. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een stuurbeweging naar links heeft gemaakt zonder voldoende om zich heen te kijken, waardoor hij tegen de Renault Megane botste. Na deze botsing kwam de Peugeot in botsing met de Hyundai, wat leidde tot een gevaarlijke situatie waarbij beide voertuigen in een sloot terechtkwamen. Een bijrijder van de Hyundai liep hierbij ernstig letsel op, waaronder een zoetwaterinfectie.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit, omdat er geen sprake was van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. Echter, het subsidiair ten laste gelegde feit, dat de verdachte gevaar op de weg heeft veroorzaakt, werd wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn onoplettendheid en het niet goed kijken bij het inhalen, gevaar op de weg heeft veroorzaakt.
De officier van justitie had een geldboete van €750,- geëist, maar de rechtbank legde een lagere geldboete van €500,- op, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij een first offender was. De rechtbank benadrukte de ernst van de verkeersfout en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers, maar vond dat de opgelegde straf passend was in het licht van de omstandigheden van de zaak.