In deze zaak vordert eiseres, die in september 2013 is gestart met de opleiding Master Physiotherapy of Sports aan Avans Hogeschool, een terugbetaling van een deel van de kosten na haar uitsluiting van de opleiding door de examencommissie op 28 maart 2019. Eiseres heeft de volledige kosten van de vierjarige opleiding, in totaal € 19.024,00, voldaan, maar is niet toegelaten tot het vierde jaar. Eiseres heeft tussentijds een andere opleiding gevolgd, maar de examencommissie oordeelde dat deze opleiding niet voldeed om de opleiding bij Avans te kunnen voortzetten. Eiseres stelt dat zij recht heeft op terugbetaling van een evenredig deel van de kosten voor het vierde jaar, omdat er geen lesmateriaal of onderwijsinspanningen zijn geleverd voor dat jaar, en vordert een bedrag van € 4.756,00 plus rente en buitengerechtelijke incassokosten.
Avans Hogeschool voert verweer en stelt dat zij voldoende ondersteuning heeft geboden aan eiseres en dat de volledige kosten vanaf inschrijving verschuldigd zijn. De rechtbank oordeelt dat er een overeenkomst van opdracht is tot stand gekomen en dat eiseres recht heeft op een evenredig deel van de kosten, omdat zij niet is toegelaten tot het vierde jaar. De rechtbank wijst de vordering van eiseres toe en veroordeelt Avans tot betaling van € 4.756,00, vermeerderd met rente en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast wordt Avans veroordeeld in de proceskosten van eiseres.