Bewijs
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen geacht: het medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Het oordeel van de rechtbank.
Nu verdachte de ten laste gelegde feiten tijdens de verhoren op 29 april 2019 en 30 april 2019 heeft bekend, zal de rechtbank gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering de hierna te noemen bewijsmiddelen niet uitwerken, maar volstaan met de vermelding ervan.
Bronnen voor de gebezigde bewijsmiddelen zijn:
het proces-verbaal (overzichtsproces-verbaal) van de Fiod, genummerd en gecodeerd 57076 Leguaan/6057076, opgemaakt en gesloten op 4 maart 2019, met bijlagen, doorgenummerd 1 tot en met 1050;
de bij het onder a vermelde proces-verbaal gevoegde ordners met daarin processen-verbaal met bijlagen met betrekking tot de onderliggende onderzoeken Leguaan, A-05, A-15, A-26, A-34 en A-35;
de aanvulling overzichtsproces-verbaal in verband met uitvoering rechtshulpverzoek, genummerd en gecodeerd 57076 Leguaan/6057076, opgemaakt en gesloten op 7 mei 2019, met als bijlagen drie processen-verbaal van verhoor van verdachte respectievelijk van 29 april 2019, 30 april 2019 en 1 mei 2019.
Gebezigde bewijsmiddelen:
1. een schriftelijk bescheid, zijnde een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag over 2012 met betrekking tot aanvrager [verdachte] , gedateerd 26 oktober 2013, A-19-DOC-004, p. 977-978, (bron a);
2) een schriftelijk bescheid, zijnde een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag over 2014 met betrekking tot aanvrager [verdachte] , gedateerd 16 juni 2015, A-19-DOC-008, p. 982-983 (bron a);
3) het proces-verbaal van verhoor van verdachte de dato 29 april 2019 (bron c), p. 6;
4) een schriftelijk bescheid, zijnde een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag over 2011 met betrekking tot aanvrager [persoon 2] , gedateerd 20 oktober 2012, A-15-DOC-003, p. 21-22 juncto een schriftelijk bescheid, zijnde een valselijk opgemaakt jaaroverzicht van [kinderopvang 1] over 2011, p. 23 (bron b);
5) een schriftelijk bescheid, zijnde een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag over 2012 met betrekking tot aanvrager [persoon 3] , gedateerd 20 september 2013, A-05-DOC-0047, p. 35-36 juncto een tweetal schriftelijke bescheiden, zijnde valselijk opgemaakte jaaroverzichten januari tm juni en juli tm december 2012 van [kinderopvang 1] over 2012, p. 25-26 (bron b);
6) een schriftelijk bescheid, zijnde een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag over 2013 met betrekking tot aanvrager [persoon 4] , gedateerd 26 september 2014, A-26-DOC-006, p. 30-31 juncto een schriftelijk bescheid, zijnde een valselijk opgemaakt jaaroverzicht van [kinderopvang 2] over 2013, p. 32 (bron b);
7) een schriftelijk bescheid, zijnde een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag over 2014 met betrekking tot aanvrager [persoon 5] , gedateerd 6 mei 2015, A-34-DOC-019, p. 115-116 juncto een tweetal schriftelijk bescheiden, zijnde valselijk opgemaakt jaaroverzichten van [kinderopvang 3] , p. 118 en van [kinderopvang 4] ,
p. 119 over 2014 (bron b);
8) een schriftelijk bescheid, zijnde een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag over 2014, met betrekking tot aanvrager [persoon 6] , gedateerd 7 mei 2015, A-35-DOC-011, p. 51-54 juncto een viertal schriftelijke bescheiden, zijnde valselijk opgemaakte jaaroverzichten van [kinderopvang 8] , p. 55, van [kinderopvang 9] , p. 56 en twee van [kinderopvang 8] , p. 57-58, allemaal over 2014 (bron b);
9) proces-verbaal van bevindingen de dato 4 april 2017, A-15-AMB-002, p. 8 juncto een schriftelijk bescheid, zijnde een mailbericht dat namens kinderopvang [kinderopvang 1] aan de Belastingdienst is verstuurd, p. 24 (bron b);
10) proces-verbaal van verhoor verdachte [persoon 3] de dato 11 mei 2011, A-05,
11) proces-verbaal van verhoor verdachte [persoon 4] de dato 20 september 2017,
12) een schriftelijk bescheid, zijnde een mailbericht namens [kinderopvang 2] , [B.V.] aan de Fiod de dato 10 april 2017, p. 40 juncto het relaasproces-verbaal A-26 de dato 27 september 2017, p. 2 (bron b);
13) proces-verbaal van verhoor verdachte [persoon 5] de dato 6 november 2017, A-34, p. 21-22+25 (bron b);
14) Proces-verbaal van verhoor verdachte [persoon 6] de dato 5 oktober 2017, A-35, p. 25 (bron b);
15) een schriftelijk bescheid, zijnde een overzicht dat de Belastingdienst/Toeslagen heeft opgemaakt na informatie-inwinning bij de opgevoerde kinderopvangorganisaties, A-35-DOC-018, p. 73 (bron b);
16) het proces-verbaal van verhoor van verdachte de dato 29 april 2019, p. 3 vanaf halverwege en p. 4, p. 8, p. 9, p. 10 (bron c);
17) het proces-verbaal van verhoor van verdachte de dato 30 april 2019, p. 2, p. 8 (bron c).
Ten aanzien van feit 1:
Verdachte heeft bekend dat zij een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag over het jaar 2012 en een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag over het jaar 2014 valselijk heeft opgemaakt.
Over de jaaropgaven over de jaren 2012 en 2014 heeft verdachte verklaard dat zij deze niet heeft opgemaakt, maar dat ‘ [persoon 16] ’ dit op haar verzoek heeft gedaan. Deze verklaring acht de rechtbank ongeloofwaardig, nu op basis van de persoonsgegevens die verdachte over deze [persoon 16] aan het Openbaar Ministerie heeft verschaft, geen informatie over deze persoon naar boven is gekomen en de verklaring van verdachte over haar verhouding tot en de rol van deze [persoon 16] ook erg weinig concreet is. Nu zich in het dossier geen direct bewijs bevindt dat verdachte deze jaaropgaven zelf heeft opgemaakt dan wel vervalst, zal zij van deze onderdelen van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Wat betreft de onder feit 2 ten laste gelegde valsheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze telkens in nauwe en bewuste samenwerking met een ander heeft gepleegd, namelijk met de aanvragers van de toeslagen, [persoon 2] , [persoon 3] , [persoon 4] , [persoon 5] en [persoon 6] . Deze aanvragers gaven verdachte ten behoeve van het doen van een aanvraag de vrije hand bij de daadwerkelijke aanvraag door hun DigID en andere relevante gegevens aan haar af te geven en profiteerden van de toeslag die de Belastingdienst aan hen overmaakte.