[gedaagde] voert daartegen, zakelijk weergegeven, het volgende verweer.
[gedaagde] betwist het spoedeisend belang aan de zijde van [eiser] . [eiser] had al lang een procedure bij de Ondernemingskamer aanhangig kunnen maken en in die procedure om een voorlopige voorziening kunnen vragen.
Er is geen grond om [gedaagde] te schorsen als bestuurder van Unit17. Van onbehoorlijk bestuur is geen sprake. De meeste verwijten die [eiser] maakt zijn door haar niet onderbouwd. [gedaagde] heeft juist in het belang van Unit17 gehandeld. In september 2020 heeft [gedaagde] geconstateerd dat er zonder duidelijke grondslag in korte tijd grote bedragen van de bankrekening van Unit17 werden overgeboekt naar partijen die zij niet kende maar die gelieerd bleken aan [A] en/of [B] . [gedaagde] heeft toen in het belang van Unit17 de bankrekening laten blokkeren en het nog op de separate bankrekening aanwezige saldo veilig gesteld door dit over te boeken naar de privérekening van [gedaagde] . Van een onrechtmatige onttrekking is geen sprake. [gedaagde] heeft het bedrag inmiddels ook al lang weer teruggestort op de bankrekening van Unit17.
Voor de betalingen aan [E] bestond een juridische grondslag, namelijk een overeenkomst van opdracht tussen dit advocatenkantoor en Unit 17. Van onrechtmatige onttrekkingen is dus ook in dat geval geen sprake.
De beslagen zijn ook in het belang van Unit17 gelegd. Daarmee is getracht om de verhaalsmogelijkheden van de overgeboekte gelden voor Unit17 zoveel mogelijk veilig te stellen zolang de grondslagen voor de overboekingen niet zijn opgehelderd.
[gedaagde] had niet eerder in de gaten wat er gaande was omdat [A] de administratie van Unit17 verzorgde. Aan sommaties door [gedaagde] om inzicht te geven in de administratie is geen althans onvoldoende gehoor gegeven.
[gedaagde] betwist dat door het blokkeren van de bankrekening de handel in mondkapjes is geblokkeerd. Dat blijkt nergens uit. [gedaagde] is ook altijd bereid geweest om noodzakelijk handelingen te verrichten ten behoeve van die handel.
[gedaagde] betwist ook dat zij als bestuurder in strijd heeft gehandeld met de wet ter zake haar verplichtingen tot het voeren van een deugdelijke administratie. Het enkele feit dat [gedaagde] de administratie liet uitvoeren door een ander betekent niet dat deze ondeugdelijk zou zijn. Daarvoor bestaan geen aanwijzingen.
[gedaagde] acht het op dit moment niet in het belang van Unit17 om vertrouwelijke informatie over haar bedrijfsvoering aan [eiser] te verstrekken, omdat deze dan ook terecht zal komen bij [B] en de Samenwerkingspartners.
Schorsing van [gedaagde] als bestuurder zou ertoe leiden dat Unit17 stuurloos wordt. [A] is ook niet geschikt om als tijdelijk bestuurder te worden benoemd. [A] heeft daarbij tegenstrijdige belangen gelet op de lopende bodemprocedure waarin [A] Holding door Unit17 is gedagvaard.