Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer vordering: 01.009080.18
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De formele voorvragen.
Bewijs
.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
De vordering van de benadeelde partij [naam 1] .
De vordering van de benadeelde partij [naam 2] .
De vordering van de benadeelde partij [naam 3] .
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 01.009080.18 .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK:
De rechtbank:
Doodslag.
gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
17.500,00, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal
122 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit affectieschade.
toeen veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [naam 1] , van een bedrag van €
17.500,00,affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 april 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 2] , van een bedrag van €
19.294,00, bestaande uit affectieschade en materiële schade;
voor het overige, ten aanzien van de post shockschade,
niet ontvankelijkis en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen.