Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AIG Europe S.A.,
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 19 september 2019, waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling (hierna ook: de zitting) gehouden op 11 december 2019.
2.Inleiding en feiten
3.Het geschil
- om aan hem een voorschot op de schade te betalen van € 100.000,00, inclusief een voorschot op het smartengeld, en te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 december 2007;
- om aan hem de schade te vergoeden die hij heeft geleden en nog zal lijden, als gevolg van het niet eerder dan op 20 september 2018 kunnen beschikken over de uitkering uit de sommenverzekering (ongevallenverzekering) van € 50.763,45 (€ 47.898,00 bruto + wettelijke rente van 1 jaar), althans hen te veroordelen tot de wettelijke rente over dit schadebedrag vanaf 4 december 2008 tot 20 september 2018, althans vanaf 4 december 2007 (+ 1 jaar) tot 20 september 2018;
- om aan hem de schade te voldoen die hij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van het arbeidsongeval op te maken bij staat en te vergoeden volgens de wet en te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 december 2007,
4.De beoordeling
- de Arbeidsinspectie heeft geen verband kunnen vaststellen tussen een overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet en de oorzaak van het ongeval;
- [eiser] heeft in 2004 certificaten behaald voor het besturen van een reachtruck en heeft op 23 maart 2005 met succes een opleiding ‘ITM Reachtruck’ afgerond (productie 6 en 7 bij conclusie van antwoord);
- [eiser] heeft specifieke instructies gekregen voor het veilig werken met een reachtruck:
- in de Interne Transport Training uit 2011 zijn verschillende interne transportmiddelen besproken, waaronder de reachtruck. In die training is ook de ‘Top 10 letselschade’ – waaronder beknelling – besproken en zijn de veiligheidsregels die door DHL worden gehanteerd aan bod geweest. Als ‘veiligheidsregel 7’ geldt bijvoorbeeld dat alle lichaamsdelen binnen het interne transportmiddel moeten worden gehouden (productie 2 bij conclusie van antwoord);
- in april 2007 zijn ‘Instructies voor veilig werken met Intern Transport Materiaal’ gegeven. De update daarvan per 1 februari 2011 is door [eiser] overgelegd als productie 14 bij dagvaarding. In artikel 6 zijn instructies verstrekt voor het veilig werken met een truck en op pagina 3 is aanvullende informatie gegeven voor bestuurders van reachtrucks. Daarbij is gewezen op het gevaar van bekneld raken en is een instructie voor een juiste houding gegeven om dit te voorkomen. Ook onder het kopje ‘Rijgedrag’ op pagina 4 is vermeld dat handen en voeten binnenboord gehouden moeten worden;
- in artikel 12.3 van het Bedrijfsreglement van mei 2002 is niet alleen benadrukt dat intern transportmateriaal gereedschap en geen speelgoed is, maar is ook ingegaan op het veilig werken met een reachtruck (productie 3 bij conclusie van antwoord);
- voor het gebruik van Intern Transport Materiaal hanteert DHL verkeersregels met instructies aan de bestuurders van deze middelen om ongelukken te voorkomen (productie 4 bij conclusie van antwoord).
Bij het gebruik in een magazijn kunnen de bestuurder, of ook anderen, bekneld raken tussen de truck of pallet en de muur, of bijvoorbeeld een stelling.’ Als maatregel staat vermeld: ‘
Een juiste houding op de truck innemen, tussen de beugels blijven staan en voeten op de treeplank houden.’ In dit document wordt er ook op gewezen (zie ‘Rijgedrag’) dat handen en voeten binnenboord gehouden moeten worden. Uit wat op zitting is besproken volgt dat [eiser] met deze instructie bekend was, zodat er vanuit kan worden gegaan dat ook [eiser] zich van het gevaar van beknelling bewust is geweest. Dat niet expliciet is gewaarschuwd dat ook het hoofd binnenboord gehouden moet worden, doet er niet aan af dat voor [eiser] duidelijk had kunnen en moeten zijn dat het gevaar van beknelling voor ieder lichaamsdeel gold dat zich buiten de reachtruck bevond.