Op 13 april 2021 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en woonachtig in Oss. De officier van justitie had op 24 maart 2021 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor een periode van twaalf maanden. De behandeling vond plaats via een skypeverbinding vanwege de COVID-19-maatregelen. De rechtbank heeft verschillende documenten en verklaringen beoordeeld, waaronder een medische verklaring en een zorgplan, en heeft de betrokkene en zijn advocaat gehoord.
De rechtbank concludeert dat er sprake is van ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder risico op lichamelijk letsel en psychische schade. De betrokkene heeft een chronisch psychotisch toestandsbeeld en vertoont zorgmijdend gedrag. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De zorgmachtiging wordt verleend voor het toedienen van medicatie en medische controles voor de duur van twaalf maanden, terwijl andere vormen van verplichte zorg, zoals toezicht en beperking van bewegingsvrijheid, voor zes maanden worden verleend. De rechtbank benadrukt dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De beschikking is openbaar uitgesproken op 13 april 2021 en op schrift gesteld op 16 april 2021.