ECLI:NL:RBOBR:2021:1665

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
14 april 2021
Publicatiedatum
13 april 2021
Zaaknummer
01-222759-20
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreigingen en belaging met gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 14 april 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van bedreiging en belaging van zijn ex-partner. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van meer dan twee jaar zijn ex-partner heeft lastiggevallen door haar herhaaldelijk te bedreigen met geweld en haar te stalken. De bedreigingen waren van ernstige aard en omvatten onder andere doodsbedreigingen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de voorbereiding van moord, omdat er gerede twijfel bestond over de intentie van de verdachte om het slachtoffer daadwerkelijk van het leven te beroven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte weliswaar dreigende berichten had verstuurd, maar dat er onvoldoende bewijs was dat hij daadwerkelijk de intentie had om het slachtoffer te doden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een behandelverplichting. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verdachte geen contact mag hebben met het slachtoffer en zich niet in de provincie Limburg mag bevinden. De uitspraak is gedaan naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 31 maart 2021, waarbij de rechtbank kennis heeft genomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01/222759-20
Datum uitspraak: 14 april 2021
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboortejaar] 1992,
wonende te [adres 1] ,
thans gedetineerd te: P.I. Middelburg.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 31 maart 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 20 november 2020.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 31 maart 2021 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
T.a.v. feit 1:
hij op of omstreeks 3 september 2020 te Eindhoven, althans in Nederland,
ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving
een gevangenis van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord (op [slachtoffer] ),
opzettelijk
- een mes en/of
- een boksbeugel
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad
en/of (vervolgens)
zich met voorgenoemde voorwerpen in de richting (van de woning) van het slachtoffer ( [slachtoffer] ) heeft begeven;
T.a.v. feit 2:
hij op of omstreeks 3 september 2020 te Eindhoven en/of te Eersel en/of onderweg van Eersel naar Eindhoven
[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, althans met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstaat, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd (via berichten):
- 09:07 Nee vermoord je als je niet spreekt en afspraken maakt,
- 09:09 Als je me nog ooiy negeert vermoord ik jou,
- 09:10 Heb net ggz gebelt dat ik therapie weiger,
- 09:11 Eght [slachtoffer] zij tegeb [persoon 2] ,
- 09:11 Enige oplossing is haar doden als ze nietpraat en ga dat doen,
- 09:11 Net gebelt,
- 09:11 jij gaat doood niet meer vreemd haha,
- 09:12 Ik ben er zo he snap je hoe sedieus ik ben,
- 09:12 Nee niks na huis eerst afspraken maken,
- 09:12 Hoe je betaalt,
- 09:13 En wanneer je je telefoln afgeeft,
- 09:13 Anders ben je dood,
- 09:13 Nee fa je steken,
- 09:13 Heb [persoon 2] al gezegt,
- 09:13 dat ok dit ga doen,
- 09:13 omdat jij me anders niet begrijot,
- 09:13 dat je moet praten,
- 09:13 MOET,
- 09:13 Ben nu Veldhoven,
- 09:13 Kan niet wachten,
- 09:14 Je hoofd zo vol.anvst te zien,
- 09:14 Stewk je overhoop,
- 09:14 Als je niet praat en afspreekr,
- 09:14 Afspraken maken,
- 09:14 nou en dan steek ik wel een collega,
- 09:14 of je moeder,
- 09:14 ik ga je wat aan doen,
- 09:15 ben nog ma 2 straten vna je huis,
- 09:15 Kanker slet gaat sterven zo,
- 09:15 of spreekt dingen af,
- 09:15 heb je rust he,
- 09:15 Dingen afspreken en rust,
- 09:15 Of sterven elke dag over je schouder kijken,
- 09:15 En als je bij een jongen bent nu,
- 09:16 Ben je zoioz dood,
- 09:16 Dus maak ma foto,
- 09:16 of sterf,
- 09:16 Okey dood dus,
- 09:17 Okey nu ben ik eimdje,
- 09:17 Bereid je ma voor,
- 09:17 Verstop [persoon 3] ,
- 09:17 En jezelf,
- 09:17 Ik ga steken,
- 09:17 Je moedrr,
- 09:17 Wie dan ooo,
- 09:17 Ook,
- 09:18 Jou keus, dit was je laatste kans,
- 09:18 Hoer nu is eghr te laat hhaha,
- 09:19 Kanker snol gaat sterven,
- 09:20 Ik vinf je zoizoz,
- 09:20 Je gaat dood vandaag,
- 09:20 Als je niet praat,
- 09:20 Of afsprajen maalt,
- 09:21 Bel politie an,
- 09:21 Niemsmd helpt je,
- 09:21 Je gaat sterven,
- 09:21 Klaar,
- 09:21 Finito met je,
- 09:21 Heb ik me rust,
- 09:21 of je praat,
- 09:21 Ma dan nog wil ik screenshots en bewijs waar je bu bent,
- 09:21 Kanker snol,
- 09:21 Afspraken maken of dood gaan,
- 09:22 Nu bijna jou huis,
- 09:22 Ow wat lekker gaat dit syeken worden,
- 09:22 Geeft me rust,
- 09:23 Bij me wraak en dood van een [slachtoffer] ,
- 09:23 En dan win ik,
- 09:23 [slachtoffer] sterft mij rust is terug,
- 09:24 Zo lekker steken,
- 09:24 Ow wat lekker,
- 09:24 Zal zo foto voor de deur sturen,
- 09:24 Reageer je niet,
- 09:24 Sla ik de raam in,
- 09:25 Of ga ik achterom,
- 09:25 Moet ik uitstappen of GGZ gaan,
- 09:25 Nu zeggeb,
- 09:26 Want dan stap ik nu uit,
- 09:26 Oket dus je keus is jou huis,
- 09:26 Is goed druk nu op stop,
- 09:26 Zie je zo,
- 09:26 3n je mo3der in een plas bloed,
- 09:27 Nee zmgaf net kans nu al.op stop gedruky,
- 09:27 Yow stap ju uiy,
- 09:27 Cru voor je mama hoor,
- 09:27 Nee brn er,
- 09:28 Ja ga oo je moeser steken,
- 09:28 Je had tijd gaf je kansen ma wou j3 niey,
- 09:28 Je wou je moedertje dood,
- 09:29 Intens dit gevoel,
- 09:29 Hhaa ga i3mand vermoorde,
- 09:29 Ow lekk3r,
- 09:29 Vooral als is het een liegende hoer,
- 09:30 Haha,
- 09:30 Dood meisje,
- 09:30 Sta nu voot jou kanker deur,
- 09:30 Kanker hoer moest je ma praten,
- 09:30 Mesje vast al,
- 09:31 Je moeder gaat stikken in haar bloef,
- 09:31 Bloed,
- 09:31 Haha,
- 09:31 Haha,
- 09:31 Lekker voely diy voot me verdiende wraak,
- 09:31 Jou keus he,
- 09:31 Voot wie er thuis is,
- 09:31 Hahah dood kimdje [persoon 3] ,
- 09:31 [persoon 3] ga ik voot,
- 09:31 Ontvoer hem,
- 09:32 Ben er (bij deze tekst wordt een afbeelding getoond van een deur en raam, welke voornoemde [slachtoffer] herkent als de hare),
- 09:33 Je bent alleen thuis he,
- 09:33 Haha,
- 09:33 Lekker moord worf dit,
- 09:34 Ga geen hulp zoeken doe je oon niet,
- 09:34 Je helpt 0,
- 09:34 Bell lekker,
- 09:34 Steek je zoizo kapot,
- 09:35 J3 heby niks te willen je stergt,
- 09:35 Sterft als je niet doet wat ik zeg,
- 09:36 Bell wel aan en dan steek,
- 09:39 Nee sta nog langs je woning om de hoek,
- 09:40 Snders never nooit pas als er een [slachtoffer] stikt in zen bloed,
- 09:41 Pas als je afsparken maakt ben je veilig,
- 09:41 Totn die tijd sta je op me dode lijst,
- 09:41 Kijk ff uit de raam,
- 09:42 Pas als er afspraken zijn,
- 09:42 Of moet killen,
- 09:43 Afsprake,
- 09:43 Of dood,
- 09:43 Dat zijn je keuzes,
- 09:43 Nu beslisse,
- 09:43 Anders ben ik te laat GGZE,
- 09:43 En is het al te laat voor jou,
- 09:44 Blijf hier tot ik me zin heb,
- 09:44 Afspraken en gesprek,
- 09:44 En anders ben je dood,
- 09:44 En sta er elke dag tot je praat,
- 09:44 Of ik je vermoord heb,
- 09:46 Ma je gaat sterven vandaag,
- 09:46 [slachtoffer] bloed niks lekkerder dan dat,
- 09:46 Ow bell popo maar,
- 09:46 Je kan niks doen,
- 09:46 Behalve afspraken maken,
- 09:47 Of dood gaan zometeen en/of
- 09:47 Dood of spreke", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
T.a.v. feit 3:
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2018 tot en met 2 september 2020 te Eindhoven en/of te Eersel, althans in Nederland,
[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, althans met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstaat, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd (via berichten):
- ik snij iedereen open,
- ik neuk jouw baby dood, terwijl jij machteloos vastgebonden zit,
- ik trek al jouw nagels eruit,
- ik duw een chloor fles in jouw kut en spuit die leeg,
- ik knip jouw tepel er af en naai die voor jouw oog,
- je gaat mij tegenkomen, ik ben al aan de deur geweest,
- ik ben 5x op jouw werk geweest en 20x in jouw straat,
- ik ga jou vermoorden,
- ik kom jou halen en vermoord jouw baby, die geen week meer leeft,
- ik zal gewoon een keer door moeten slaan,
- ik zal morgen weer op jouw werk zijn en sleur je dan naar buiten, of je mij wel of niet wil spreken, ik ga er elke dag staan als ik geen contact krijg, ik heb een psychisch probleem,
- je moet mij niet blokken, je lokt mij door mij te blokken van al die sims,
- "haat je net zoveel als ik van je hou”,
- "je bent ondanks dat ik scheld heel belangrijk een nijlon draag ertussen”,
- "het is sneu dat je leven baard als je zelf elke dag omgelegd kan worden, tot er gesproken is is er een jacht gaande”,
- “kut hoer kom je tegen en dan is alles over je hebt de kans te praten tot ik je zie dan is het licht uit”,
- “schijt aan je kleine allebei de lul als ik je omleg help ok de wereld door het kwaad te bestrijden iemand die niet eerlijk is iss als een pedo je pa of zo”,
- “volgende week laatste gesprek ggz omdat het (goed gaat) vertel ze dit ook hè ma zeggen is niet te redden meer”,
- “ [slachtoffer] je blijft voor mij belangrijk al snap je me gedrag vast niet ik hou veel van je niet als vriendin ma je blijft altijd een onderdeel van me leven love”,
- “zullen wij kijken of je zelfmoord pleegt door de dingen die ik heb gedaan”,
- “precies wat ik zeg reageer eerst op mij nu, voor ik weer ga dreigen en domme dingen doe”,
- “moet ik jou kankee kop in komen slaan met een baksteen”,
- “al ik moet zeggen dat je de lul bent ga je dat zijn eerste bus tot morgen sweet dreams tit zo ome omw gaf je de kans”,
- “daadelijk lkkr die kanker moeder van je slopen en je kanker huis voor nu ga i je opwachten kan niet wachten de angst zo te zien in je ogen net voor ik [persoon 3] zen schedel breek je mama steek en jou ga martelen”,
- “iets meer dan een uur en ik ben er zoon releaf dadelijk eindelijk niet meer genegeert worden en gewoon me woede uiten” [bij deze tekst wordt een afbeelding getoond van een mes in een sok; p. 62 proces-verbaal],
- [p. 62 proces-verbaal; op een afbeelding van voornoemde mes en sok, die op deze afbeelding deels in rugtas zitten volgt de tekst:] “steken in snollen” en/of
- “zonder reden of aanleiding ineens dit je gaat zo kanker fout in als ik na grote beek terug moet he wat ik zo hoor pleeg ik zelfmoord maar dan neem ik jou met me mee al hoor ik grote beek pleeg ik zelfmoord”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
T.a.v. feit 4:
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2018 tot en met 3 september 2020 te Eindhoven en/of te Eersel, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig
opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door
- een of meerdere malen die [slachtoffer] te bellen (meermalen 10 – 20 keer per dag, of dagenlang bijvoorbeeld van 05.00 uur in de ochtend tot 03.00 uur de volgende nacht, bijvoorbeeld om te zeggen “ik laat je niet met rust voordat we afgesproken hebben”),
- die [slachtoffer] een of meerdere malen te volgen en/of op te wachten (bijvoorbeeld naar/ bij haar woning, en vervolgens voor haar raam te gaan staan of aan de deur te komen, al dan niet met een mes (koksmes/ outdoorfileermes) op zak; bij haar fiets; bij haar werk voor de deur, of door bij haar werk in de winkel te gaan staan en dan iets te zeggen als “Jij gaat met mij praten, ik ga niet weg tot jij klaar bent met werken”, of “Je moet een face-to-face gesprek aangaan en eerder krijg je geen rust") en/of
- één of meerdere malen die [slachtoffer] berichten te sturen, soms 1000 op een dag, of 400 in een kwartier (onder meer met de teksten “kijk uit je raam”, “ik laat je niet met rust voordat we afgesproken hebben”, of “Morgen weer op je werk dan en dan sleur ik je na buiten je gaat spreken met me als je wil of niet”, of “Ik kom naar je werk, elke dag”, of “Dit word moord. Ik maak je dood. Ik maak je af. Ik ga je neersteken! Let op ik ga je vermoorden! Ik wil je dood hebben! Kuthoer. Kankerhoer!, of foto's en soms ook video's dat hij – verdachte - een mes op zijn pols zette en wilde gaan snijden, of met foto’s van verdachte zijn hand met pillen erop en de tekst “Ik ga zelfmoord plegen door jou”, als die [slachtoffer] zegt de relatie te verbreken), met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak feit 1.

Anders dan de officier van justitie in haar schriftelijk requisitoir heeft aangevoerd, acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 1 ten laste is gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Aan verdachte wordt verweten dat hij voorwerpen voorhanden heeft gehad, terwijl deze bestemd waren voor de moord op aangeefster [slachtoffer] . Verdachte zou zich hiermee schuldig hebben gemaakt aan strafbare voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
Op grond van artikel 46 Sr is voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld strafbaar (onder meer) wanneer de dader opzettelijk voorwerpen bestemd tot het begaan van dat misdrijf voorhanden heeft.
Met ‘dat misdrijf’ in artikel 46 Sr wordt gedoeld op het misdrijf dat is voorbereid en dus niet op de voorbereiding zelf. Dat misdrijf moet met voldoende bepaaldheid blijken, maar niet is vereist dat de tijd, plaats en de wijze van uitvoering vaststaat.
Uit de rechtspraak over dit artikel blijkt dat moet worden beoordeeld of de voorbereidingsmiddelen naar hun uiterlijke verschijningsvorm bestemd zijn tot het begaan van het misdrijf als bedoeld in artikel 46 lid 1 Sr. Dit houdt in dat beoordeeld moet worden of deze middelen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig kunnen zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van de middelen voor ogen had.
Uit deze rechtspraak volgt dat een drietal criteria maatgevend zijn om te bepalen of een voorwerp is bestemd tot het begaan van de beoogde misdrijven:
a. de uiterlijke verschijningsvorm van de voorbereidingsmiddelen;
b. het gebruik daarvan; en
c. het ‘misdadige doel’ dat de verdachte met het gebruik voor ogen had.
Naar het oordeel van de rechtbank staat vast dat verdachte op 3 september 2020 door de politie is aangehouden op het Franz Leharplein in Eindhoven met een mes en een boksbeugel in zijn rugtas. Deze aanhouding van verdachte vond plaats naar aanleiding van 112-meldingen van aangeefster en getuige [getuige 1] (de begeleider van verdachte vanuit de gemeente), omdat verdachte zeer dreigende berichten aan aangeefster had verstuurd en voor de deur van aangeefster zou staan. In die berichten aan aangeefster heeft verdachte, onder meer, aangekondigd dat hij aangeefster met een mes zou gaan steken en dat hij haar om het leven zou gaan brengen. Verdachte heeft bekend dat hij deze berichten aan aangeefster heeft verstuurd en dat hij op 3 september 2020 voor de woning van aangeefster is geweest. Getuige [getuige 1] had op 2 september 2020 in de avond een bericht van verdachte ontvangen - “ik ga haar kapot steken” - en heeft hierover op de ochtend van 3 september 2020 twee telefoongesprekken gevoerd met verdachte, waarin verdachte onder meer heeft gezegd dat hij ‘haar’ beter dood kon maken omdat hij dan rust in zijn hoofd zou krijgen. Tijdens en na het versturen van de bedreigende berichten en op het moment dat hij bij aangeefster voor de woning stond op 3 september 2020 moet verdachte het mes en de boksbeugel bij zich hebben gehad.
Volgens verdachte zouden de vele (dreigende) berichten aan aangeefster, het naar de woning van aangeefster toe gaan en het bericht en de telefoongesprekken met [getuige 1] slechts manipulatieve doeleinden dienen. Zijn enige doel was om aangeefster [slachtoffer] en [getuige 1] zodanig te provoceren dat aangeefster een gesprek met verdachte aan zou gaan. Verdachte stelt dat hij nooit de intentie heeft gehad om aangeefster om het leven te brengen. Voorts verklaart verdachte dat hij al sinds lange tijd steeds een mes en een boksbeugel op zak heeft, uit angst voor de vader van aangeefster die hem eerder (met anderen) zou hebben bedreigd en mishandeld.
Ten aanzien van de uiterlijke verschijningsvorm van het mes en de boksbeugel en het gebruik daarvan kan in redelijkheid worden aangenomen dat deze kunnen worden gebruikt bij de uitvoering van een levensdelict.
Voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde moet de rechtbank vervolgens kunnen vaststellen dat verdachte ook de bedoeling had om aangeefster om het leven te brengen.
Hoewel naar het oordeel van de rechtbank op basis van het voorhanden zijnde bewijs zou kunnen worden geconcludeerd dat het er minst genomen alle schijn van heeft dat verdachte van plan was om [slachtoffer] van het leven te beroven, bestaat bij de rechtbank gerede twijfel dat verdachte ook werkelijk die intentie had.
De rechtbank neemt hierbij het volgende in aanmerking. Meerdere getuigen hebben bevestigd dat verdachte - uit angst dat hem iets aangedaan zou worden - (bijna) altijd een mes en een boksbeugel bij zich droeg. De omstandigheid dat verdachte is aangetroffen met een mes en een boksbeugel in zijn bezit wijst in dit geval derhalve niet zonder meer op de intentie van verdachte om aangeefster te doden.
Dit zou anders zijn indien verdachte, toen hij bij de woning van aangeefster stond, het mes en/of de boksbeugel daadwerkelijk in zijn handen heeft gehad. Dit is niet vast komen te staan. De politie heeft het mes en de boksbeugel bij verdachte in de rugtas aangetroffen. De overbuurman van aangeefster heeft verklaard dat hij voor de woning van zijn overbuurvrouw een man heeft zien staan - naar later blijkt verdachte - die continu met zijn telefoon bezig was. Dit past bij de grote hoeveelheid berichten die verdachte in korte tijd aan aangeefster heeft verstuurd, maar gaat redelijkerwijs niet samen met het tevens hebben van een mes in zijn handen. Om dezelfde reden neemt de rechtbank ook niet aan dat verdachte daadwerkelijk het mes vast had toen hij, onderweg naar aangeefster, haar om 09:30 uur een WhatsApp-bericht stuurde met de boodschap “mesje vast al” gevolgd door vijftien berichten in een tijdsspanne van twee minuten - namelijk tussen 09:30 uur en 09:31 uur.
Ook weegt de rechtbank mee dat de eerdergenoemde overbuurman verdachte voor de woning heeft gezien, maar kennelijk op geen enkele manier in het gedrag van verdachte aanleiding heeft gezien om de politie te bellen. Ten slotte is het de rechtbank opgevallen dat verdachte om 09.10 uur aan aangeefster een bericht stuurde dat hij therapie bij de GGzE heeft geweigerd, terwijl verdachte zeer kort daarvoor een behandelaar van de GGzE aan de telefoon had en hem liet weten dat hij naar de afspraak uitkeek.
Al het voorgaande past naar het oordeel van de rechtbank bij het beeld dat verdachte weliswaar zeer veel dreigende, grimmige berichten stuurt – welke kracht worden bijgezet door foto’s van de buurt en de voordeur van aangeefster – maar niet van plan is om werkelijk uit te voeren waarmee hij gedreigd heeft, namelijk [slachtoffer] om het leven te brengen. Veeleer is bij verdachte sprake van een gedragspatroon van grootspraak en opgeblazen bedreigingen, met het doel om [slachtoffer] te bewegen met hem in gesprek te gaan. De bevindingen van de deskundige in de psychologische Pro Justitia-rapportage sluiten aan bij deze overtuiging van de rechtbank.
Gelet op vorenstaande, bijeengenomen, heeft de rechtbank uit de inhoud van de wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging gekregen dat verdachte de vereiste intentie had om [slachtoffer] met voorbedachten rade van het leven te beroven en zal zij verdachte dan ook van het onder feit 1 tenlastegelegde vrijspreken.

Bewijs t.a.v. feiten 2-4.

Inleiding.
Verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van aangeefster op 3 september 2020 en in de periode 1 juli 2018 tot en met 2 september 2020 en van belaging van aangeefster in de periode van 1 juli 2018 tot en met 3 september 2020.
Het standpunt van de officier van justitie.
Op basis van de in het schriftelijk requisitoir uitgewerkte gronden heeft de officier van justitie gevorderd dat de ten laste gelegde feiten 2, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen dienen te worden.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouwe van verdachte heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de vraag of de ten laste gelegde feiten 2 en 3 bewezen kunnen worden verklaard. Ten aanzien van feit 4 heeft de verdediging zich primair op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de tenlastegelegde belaging wegens het ontbreken van de wederrechtelijkheid, omdat aangeefster verdachte tot relatief kort voor zijn aanhouding nog actief opzocht en zelfs intiem met hem was. Voorts wordt volgens de verdediging niet duidelijk wanneer en op welke wijze aangeefster ondubbelzinnig heeft aangegeven geen contact met verdachte meer te willen. Subsidiair heeft de raadsvrouwe ten aanzien van feit 4 een kortere pleegperiode dan de tenlastegelegde periode bepleit, omdat aangeefster in de tenlastegelegde periode nog vrijwillig contact met verdachte zou hebben gezocht.
Het oordeel van de rechtbank. [1]

Bewijsmiddelen.

Onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 359, lid 3 van het Wetboek van Strafvordering volstaat de rechtbank met betrekking tot feit 2 en feit 3 met de hierna weergegeven opsomming van de bewijsmiddelen:
  • de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 31 maart 2021;
  • een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 3 september 2020, p. 40-41;
  • een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] van 3 september 2020, incl. bijlagen, p. 69-95;
  • een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] van 1 november 2020, incl. bijlagen, p. 96-112;
  • een proces-verbaal van bevindingen van verhoor aangever [slachtoffer] door verbalisant [verbalisant 2] van 31 oktober 2020, p. 58, p. 60-62.
De door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen met betrekking tot feit 4 zijn uitgewerkt in de aan dit vonnis gehechte bewijsbijlage. De inhoud daarvan dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.

Nadere bewijsoverweging.

Feit 4: belaging
De rechtbank dient te beoordelen of de onder feit 4 tenlastegelegde gedragingen kunnen worden gekwalificeerd als belaging in de zin van artikel 285b Sr.
Voor die beoordeling dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of sprake is van gedragingen waardoor wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van een ander met het in de delictsomschrijving nader omschreven oogmerk. Het gaat er daarbij om of het lastigvallen van die ander een zekere mate van indringendheid, duur en frequentie heeft. Voorts dienen de omstandigheden waaronder de gedragingen van de verdachte hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van de slachtoffers mede in aanmerking te worden genomen.
De rechtbank is van oordeel dat deze vraag bevestigend dient te worden beantwoord. De rechtbank stelt vast dat verdachte zijn ex-partner [slachtoffer] gedurende een periode van ruim twee jaar herhaaldelijk en door middel van een variëteit aan gedragingen heeft lastig gevallen. Verdachte heeft contact met aangeefster gezocht door middel van het bellen van aangeefster en het versturen van extreme hoeveelheden berichten via SMS, WhatsApp, Facebook en Instagram. Die berichten van verdachte waren van ernstig bedreigende aard: “Ik maak je dood. Ik maak je af. Ik ga je neersteken!”. Ook heeft verdachte aangeefster proberen te manipuleren door berichten te sturen als “Ik ga zelfmoord plegen door jou”. Verder heeft verdachte aangeefster een enkele keer fysiek opgezocht op haar werk of bij haar thuis. Voor aangeefster leverde dit veel spanning op en zij voelde zich niet langer veilig, zowel op haar werk als in haar woning. Verdachte heeft de belaging bekend en heeft verklaard dit alles te hebben gedaan om contact met aangeefster af te dwingen om antwoorden op zijn vragen te krijgen. Ook verklaart verdachte dat hij obsessief met aangeefster bezig was. De aard en indringendheid van die gedragingen, de frequentie waarmee die hebben plaatsgevonden binnen de bewezenverklaarde periode en de effecten daarvan - getoetst aan objectieve maatstaven - op het persoonlijke leven van aangeefster, maken dat door verdachte aldus een stelselmatige opzettelijk inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster [slachtoffer] .
De verdediging heeft ter terechtzitting primair de wederrechtelijkheid van het handelen van de verdachte betwist en heeft in dat verband aangevoerd dat aangeefster verdachte tot relatief kort voor zijn aanhouding actief heeft opgezocht en zelfs intiem met hem was. Voorts heeft de verdediging aangevoerd dat uit het procesdossier niet duidelijk wordt wanneer en op welke wijze aangeefster heeft aangegeven geen contact meer met verdachte te willen.
De rechtbank stelt voorop dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat wederrechtelijk in deze context betekent dat verdachte zonder eigen, door het stellige recht erkend, subjectief recht handelt. Het vereiste van wederrechtelijkheid houdt dus in dat er geen toestemming van aangeefster moet zijn om haar met een zekere intensiteit, frequentie en duur slachtoffer lastig te vallen. Aldus levert het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van een ander al snel wederrechtelijkheid op. Bovendien heeft aangeefster meerdere malen verdachte te verstaan gegeven dat zij zijn gedrag niet op prijs stelde. Zo heeft aangeefster op 31 augustus 2020 meerdere malen aan verdachte gevraagd of hij weg wilde gaan bij de [bedrijfsnaam] waar aangeefster werkzaam was. Voorts stelt aangeefster dat zij meerdere malen aan verdachte heeft laten blijken dat hij haar met rust moest laten. Tekenend is dat aangeefster op 3 september 2020 om 09:27 uur viermaal het bericht “Ga” stuurt aan verdachte. De rechtbank leidt hieruit af dat aangeefster niet wilde dat verdachte haar op zou zoeken bij haar woning. Ook heeft aangeefster verdachte meermaals geblokkeerd op de diverse media, hetgeen verdachte ook wist zoals hij heeft verklaard; dit ‘blokkeren’ was nota bene veelal aanleiding voor verdachte om de intensiteit van zijn berichten aan aangeefster te verhogen en/of de toon daarvan dreigender te maken.
Voorts leidt de rechtbank uit de aard en intensiteit van de WhatsApp-berichtgeving af dat sprake was van ongewenst (en hoofdzakelijk) eenrichtingsverkeer van verdachte naar aangeefster. Desondanks bleef verdachte aangeefster benaderen.
De rechtbank overweegt tenslotte dat - ook indien aangeefster tot ongeveer een half jaar voor de aanhouding van verdachte incidenteel vrijwillig contact met hem had en intiem met hem is geweest - dit niet afdoet aan de wederrechtelijkheid van de bewezen te verklaren gedragingen.
De verdediging heeft ter terechtzitting subsidiair een verkorting van de tenlastegelegde pleegperiode van de belaging bepleit, gelet op de hierboven aangegeven vermeende wederkerigheid van het contact tussen aangeefster en verdachte en onduidelijkheid over een ondubbelzinnige ‘stop’ van aangeefster. De rechtbank is echter van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen bewezen kan worden dat verdachte ‘in de periode van 1 juli 2018 tot en met 3 september 2020’ belagingshandelingen heeft verricht. De rechtbank hanteert hierbij de (aan de hand van de verklaringen van getuige [getuige 2] en getuige [getuige 3] ) geschatte einddatum van de relatie tussen aangeefster en verdachte - 1 juli 2018 - als begin van de tenlastegelegde periode. Zowel verdachte als aangeefster verklaren dat verdachte vrijwel direct nadat hun relatie tot een einde kwam met het belagen van aangeefster is begonnen. De rechtbank concludeert voorts op basis van de berichten uit het dossier dat de belagingshandelingen van verdachte pas zijn gestopt op het moment van zijn aanhouding op 3 september 2020. De rechtbank overweegt dat de bewezenverklaarde periode inhoudt dat verdachte binnen de begin- en einddatum van de periode belagingshandelingen heeft verricht, maar dat dit niet betekent dat consequent gedurende de gehele periode dergelijke gedragingen van verdachte zijn uitgegaan. Ongeacht enig wederkerig contact tussen aangeefster en verdachte op enig moment, hebben de gedragingen van verdachte zich in die bewezenverklaarde periode gemanifesteerd. De rechtbank verwerpt derhalve het standpunt van de verdediging ten aanzien van een verkorting van de pleegperiode van de belaging.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
T.a.v. feit 2
op 3 september 2020 te Eindhoven en/of te Eersel en/of onderweg van Eersel naar Eindhoven
[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd (via berichten):
- 09:07 Nee vermoord je als je niet spreekt en afspraken maakt,
- 09:09 Als je me nog ooiy negeert vermoord ik jou,
- 09:10 Heb net ggz gebelt dat ik therapie weiger,
- 09:11 Eght [slachtoffer] zij tegeb [persoon 2] ,
- 09:11 Enige oplossing is haar doden als ze nietpraat en ga dat doen,
- 09:11 Net gebelt,
- 09:11 jij gaat doood niet meer vreemd haha,
- 09:12 Ik ben er zo he snap je hoe sedieus ik ben,
- 09:12 Nee niks na huis eerst afspraken maken,
- 09:12 Hoe je betaalt,
- 09:13 En wanneer je je telefoln afgeeft,
- 09:13 Anders ben je dood,
- 09:13 Nee fa je steken,
- 09:13 Heb [persoon 2] al gezegt,
- 09:13 dat ok dit ga doen,
- 09:13 omdat jij me anders niet begrijot,
- 09:13 dat je moet praten,
- 09:13 MOET,
- 09:13 Ben nu Veldhoven,
- 09:13 Kan niet wachten,
- 09:14 Je hoofd zo vol.anvst te zien,
- 09:14 Stewk je overhoop,
- 09:14 Als je niet praat en afspreekr,
- 09:14 Afspraken maken,
- 09:14 nou en dan steek ik wel een collega,
- 09:14 of je moeder,
- 09:14 ik ga je wat aan doen,
- 09:15 ben nog ma 2 straten vna je huis,
- 09:15 Kanker slet gaat sterven zo,
- 09:15 of spreekt dingen af,
- 09:15 heb je rust he,
- 09:15 Dingen afspreken en rust,
- 09:15 Of sterven elke dag over je schouder kijken,
- 09:15 En als je bij een jongen bent nu,
- 09:16 Ben je zoioz dood,
- 09:16 Dus maak ma foto,
- 09:16 of sterf,
- 09:16 Okey dood dus,
- 09:17 Okey nu ben ik eimdje,
- 09:17 Bereid je ma voor,
- 09:17 Verstop [persoon 3] ,
- 09:17 En jezelf,
- 09:17 Ik ga steken,
- 09:17 Je moedrr,
- 09:17 Wie dan ooo,
- 09:17 Ook,
- 09:18 Jou keus, dit was je laatste kans,
- 09:18 Hoer nu is eghr te laat hhaha,
- 09:19 Kanker snol gaat sterven,
- 09:20 Ik vinf je zoizoz,
- 09:20 Je gaat dood vandaag,
- 09:20 Als je niet praat,
- 09:20 Of afsprajen maalt,
- 09:21 Bel politie an,
- 09:21 Niemsmd helpt je,
- 09:21 Je gaat sterven,
- 09:21 Klaar,
- 09:21 Finito met je,
- 09:21 Heb ik me rust,
- 09:21 of je praat,
- 09:21 Ma dan nog wil ik screenshots en bewijs waar je bu bent,
- 09:21 Kanker snol,
- 09:21 Afspraken maken of dood gaan,
- 09:22 Nu bijna jou huis,
- 09:22 Ow wat lekker gaat dit syeken worden,
- 09:22 Geeft me rust,
- 09:23 Bij me wraak en dood van een [slachtoffer] ,
- 09:23 En dan win ik,
- 09:23 [slachtoffer] sterft mij rust is terug,
- 09:24 Zo lekker steken,
- 09:24 Ow wat lekker,
- 09:24 Zal zo foto voor de deur sturen,
- 09:24 Reageer je niet,
- 09:24 Sla ik de raam in,
- 09:25 Of ga ik achterom,
- 09:25 Moet ik uitstappen of GGZ gaan,
- 09:25 Nu zeggeb,
- 09:26 Want dan stap ik nu uit,
- 09:26 Oket dus je keus is jou huis,
- 09:26 Is goed druk nu op stop,
- 09:26 Zie je zo,
- 09:26 3n je mo3der in een plas bloed,
- 09:27 Nee zmgaf net kans nu al.op stop gedruky,
- 09:27 Yow stap ju uiy,
- 09:27 Cru voor je mama hoor,
- 09:27 Nee brn er,
- 09:28 Ja ga oo je moeser steken,
- 09:28 Je had tijd gaf je kansen ma wou j3 niey,
- 09:28 Je wou je moedertje dood,
- 09:29 Intens dit gevoel,
- 09:29 Hhaa ga i3mand vermoorde,
- 09:29 Ow lekk3r,
- 09:29 Vooral als is het een liegende hoer,
- 09:30 Haha,
- 09:30 Dood meisje,
- 09:30 Sta nu voot jou kanker deur,
- 09:30 Kanker hoer moest je ma praten,
- 09:30 Mesje vast al,
- 09:31 Je moeder gaat stikken in haar bloef,
- 09:31 Bloed,
- 09:31 Haha,
- 09:31 Haha,
- 09:31 Lekker voely diy voot me verdiende wraak,
- 09:31 Jou keus he,
- 09:31 Voot wie er thuis is,
- 09:31 Hahah dood kimdje [persoon 3] ,
- 09:31 [persoon 3] ga ik voot,
- 09:31 Ontvoer hem,
- 09:32 Ben er (bij deze tekst wordt een afbeelding getoond van een deur en raam, welke voornoemde [slachtoffer] herkent als de hare),
- 09:33 Je bent alleen thuis he,
- 09:33 Haha,
- 09:33 Lekker moord worf dit,
- 09:34 Ga geen hulp zoeken doe je oon niet,
- 09:34 Je helpt 0,
- 09:34 Bell lekker,
- 09:34 Steek je zoizo kapot,
- 09:35 J3 heby niks te willen je stergt,
- 09:35 Sterft als je niet doet wat ik zeg,
- 09:36 Bell wel aan en dan steek,
- 09:39 Nee sta nog langs je woning om de hoek,
- 09:40 Snders never nooit pas als er een [slachtoffer] stikt in zen bloed,
- 09:41 Pas als je afsparken maakt ben je veilig,
- 09:41 Totn die tijd sta je op me dode lijst,
- 09:41 Kijk ff uit de raam,
- 09:42 Pas als er afspraken zijn,
- 09:42 Of moet killen,
- 09:43 Afsprake,
- 09:43 Of dood,
- 09:43 Dat zijn je keuzes,
- 09:43 Nu beslisse,
- 09:43 Anders ben ik te laat GGZE,
- 09:43 En is het al te laat voor jou,
- 09:44 Blijf hier tot ik me zin heb,
- 09:44 Afspraken en gesprek,
- 09:44 En anders ben je dood,
- 09:44 En sta er elke dag tot je praat,
- 09:44 Of ik je vermoord heb,
- 09:46 Ma je gaat sterven vandaag,
- 09:46 [slachtoffer] bloed niks lekkerder dan dat,
- 09:46 Ow bell popo maar,
- 09:46 Je kan niks doen,
- 09:46 Behalve afspraken maken,
- 09:47 Of dood gaan zometeen en/of
- 09:47 Dood of spreke", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
T.a.v. feit 3
in de periode van 1 juli 2018 tot en met 2 september 2020 in Nederland,
[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd (via berichten):
- ik snij iedereen open,
- ik neuk jouw baby dood, terwijl jij machteloos vastgebonden zit,
- ik trek al jouw nagels eruit,
- ik duw een chloor fles in jouw kut en spuit die leeg,
- ik knip jouw tepel er af en naai die voor jouw oog,
- je gaat mij tegenkomen, ik ben al aan de deur geweest,
- ik ben 5x op jouw werk geweest en 20x in jouw straat,
- ik ga jou vermoorden,
- ik kom jou halen en vermoord jouw baby, die geen week meer leeft,
- ik zal gewoon een keer door moeten slaan,
- ik zal morgen weer op jouw werk zijn en sleur je dan naar buiten, of je mij wel of niet wil spreken, ik ga er elke dag staan als ik geen contact krijg, ik heb een psychisch probleem,
- je moet mij niet blokken, je lokt mij door mij te blokken van al die sims,
- "haat je net zoveel als ik van je hou”,
- "je bent ondanks dat ik scheld heel belangrijk een nijlon draag ertussen”,
- "het is sneu dat je leven baard als je zelf elke dag omgelegd kan worden, tot er gesproken is is er een jacht gaande”,
- “kut hoer kom je tegen en dan is alles over je hebt de kans te praten tot ik je zie dan is het licht uit”,
- “schijt aan je kleine allebei de lul als ik je omleg help ok de wereld door het kwaad te bestrijden iemand die niet eerlijk is iss als een pedo je pa of zo”,
- “volgende week laatste gesprek ggz omdat het (goed gaat) vertel ze dit ook hè ma zeggen is niet te redden meer”,
- “ [slachtoffer] je blijft voor mij belangrijk al snap je me gedrag vast niet ik hou veel van je niet als vriendin ma je blijft altijd een onderdeel van me leven love”,
- “zullen wij kijken of je zelfmoord pleegt door de dingen die ik heb gedaan”,
- “precies wat ik zeg reageer eerst op mij nu, voor ik weer ga dreigen en domme dingen doe”,
- “moet ik jou kankee kop in komen slaan met een baksteen”,
- “al ik moet zeggen dat je de lul bent ga je dat zijn eerste bus tot morgen sweet dreams tit zo ome omw gaf je de kans”,
- “daadelijk lkkr die kanker moeder van je slopen en je kanker huis voor nu ga i je opwachten kan niet wachten de angst zo te zien in je ogen net voor ik [persoon 3] zen schedel breek je mama steek en jou ga martelen”,
- “iets meer dan een uur en ik ben er zoon releaf dadelijk eindelijk niet meer genegeert worden en gewoon me woede uiten” [bij deze tekst wordt een afbeelding getoond van een mes in een sok; p. 62 proces-verbaal],
- [p. 62 proces-verbaal; op een afbeelding van voornoemde mes en sok, die op deze afbeelding deels in rugtas zitten volgt de tekst:] “steken in snollen” en/of
- “zonder reden of aanleiding ineens dit je gaat zo kanker fout in als ik na grote beek terug moet he wat ik zo hoor pleeg ik zelfmoord maar dan neem ik jou met me mee al hoor ik grote beek pleeg ik zelfmoord”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
T.a.v. feit 4
in de periode van 1 juli 2018 tot en met 3 september 2020 in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig
opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door
- die [slachtoffer] te bellen (meermalen 10 – 20 keer per dag, of dagenlang bijvoorbeeld van 05.00 uur in de ochtend tot 03.00 uur de volgende nacht, bijvoorbeeld om te zeggen “ik laat je niet met rust voordat we afgesproken hebben”),
- die [slachtoffer] op te wachten (bij haar woning, en vervolgens voor haar raam te gaan staan of aan de deur te komen met een mes (outdoorfileermes) op zak; bij haar werk voor de deur, of door bij haar werk in de winkel te gaan staan en dan iets te zeggen als “Jij gaat met mij praten, ik ga niet weg tot jij klaar bent met werken”, of “Je moet een face-to-face gesprek aangaan en eerder krijg je geen rust") en
- die [slachtoffer] berichten te sturen, soms 1000 op een dag, of 400 in een kwartier onder meer met de teksten “kijk uit je raam”, “ik laat je niet met rust voordat we afgesproken hebben”, of “Morgen weer op je werk dan en dan sleur ik je na buiten je gaat spreken met me als je wil of niet”, of “Dit word moord. Ik maak je dood. Ik maak je af. Ik ga je neersteken! Let op ik ga je vermoorden! Ik wil je dood hebben! Kuthoer. Kankerhoer!, of foto's en soms ook video's dat hij - verdachte - een mes op zijn pols zette en wilde gaan snijden, of met foto’s van verdachte zijn hand met pillen erop en de tekst “Ik ga zelfmoord plegen door jou”, als die [slachtoffer] zegt de relatie te verbreken), met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1 tot en met 4 wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes jaar. Daarnaast heeft de officier van justitie de oplegging van de gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel (hierna: GVM) als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht gevorderd.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft allereerst verzocht dat aan verdachte een gevangenisstraf wordt opgelegd die gelijk is aan de duur van het voorarrest. Daarnaast verzoekt de verdediging om verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met daarbij de door de reclassering geadviseerde voorwaarden. Tot slot is de verdediging - evenals de reclassering - van mening dat het opleggen van de GVM niet opportuun is, omdat deze maatregel in deze zaak niet voldoet aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van meer dan twee jaar schuldig gemaakt aan het belagen van zijn ex-partner. Daarnaast heeft verdachte zijn ex-partner gedurende die lange periode bedreigd met gruwelijke gewelddadigheden die haarzelf, haar jonge kind en haar moeder zouden worden aangedaan, dit in extreme mate. Zo stuurde verdachte soms wel duizend berichten per dag naar het slachtoffer. Verdachte heeft daarmee een grote inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. De bedreigingen en de belaging hebben een grote indruk op haar gemaakt. Slachtoffers van dit soort ernstige feiten ondervinden daar vaak nog jarenlang last van en de herinnering eraan hindert hen in hun dagelijks bestaan. Uit de slachtofferverklaring blijkt dat dit ook in deze zaak het geval is.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de veelheid van de bedreigingen en de lange periode van belaging en bedreigingen. De rechtbank is hierom van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf.
In de Pro Justitia-rapportage, opgemaakt door psycholoog mr. drs. R.A. Sterk, d.d. 17 december 2020 over de verdachte, concludeert de deskundige dat er bij verdachte sprake lijkt te zijn van emotionele instabiliteit bij verlating (borderline trekken) en van overdekking van minderwaardigheidsgevoelens door het tegendeel (narcistische trekken). Het middelengebruik, met name het alcoholgebruik, lijkt nog een luxerende rol te hebben gespeeld, omdat het gedragsontremmend werkt. De deskundige acht sprake van een doorwerking van de geconstateerde psychische problematiek op het gedrag van verdachte ten tijde van de tenlastegelegde feiten 2, 3 en 4. Verdachte moet verstandelijk in staat worden geacht om zijn wil overeenkomstig voornoemd inzicht in vrijheid te bepalen. Hij kan echter als gevolg van de geconstateerde psychische problematiek niet goed in staat worden geacht om zijn wil overeenkomstig voornoemd inzicht geheel in vrijheid te bepalen. De deskundige adviseert om de tenlastegelegde feiten 2, 3 en 4 in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank neemt deze conclusie over en maakt deze tot de hare.
Zowel de reclassering als psycholoog Sterk adviseren dat verdachte wordt behandeld om herhaling te voorkomen. Uit het reclasseringsrapport van 18 maart 2021 blijkt dat de door psycholoog Sterk aanbevolen poliklinische dagbehandeling niet (langer) wordt aangeboden in een forensisch kader. De reclassering adviseert behandeling van verdachte in de Forensische Polikliniek De Omslag, onderdeel van de Woenselse Poort in Eindhoven. Hier wordt behandeling geboden specifiek gericht op grensoverschrijdend gedrag, al dan niet in combinatie met geweld. In aanvulling op een ambulante behandeling kan indien nodig worden besloten tot inschakeling van het Forensisch FACt. Psycholoog Sterk heeft de reclassering laten weten dat hij dit plan ondersteunt. Verdachte heeft ter zitting het belang van behandeling onderschreven en heeft zich bereid verklaard mee te werken aan alle voorwaarden zoals geformuleerd door de reclassering in haar rapport van 18 maart 2021.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank verdachte vrijspreekt van het onder feit 1 tenlastegelegde en de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt. Voorts ziet de rechtbank - anders dan de officier van justitie - geen aanleiding over te gaan tot het opleggen van een GVM, gelet op de inschatting en het negatieve advies ten aanzien van een GVM van deskundige Swartjes in het reclasseringsrapport d.d. 18 maart 2021. Ter terechtzitting heeft deskundige Swartjes desgevraagd verklaard dat met de geadviseerde voorwaarden zoals beschreven in het voornoemde reclasseringsrapport het recidiverisico bij verdachte in voldoende mate kan worden ingedamd.
De rechtbank acht uit een oogpunt van vergelding en ter beveiliging van de maatschappij een vrijheidsbeneming van lange duur op zijn plaats. De rechtbank zal deze gevangenisstraf voor een gedeelte voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Tevens biedt dit voorwaardelijk strafdeel een passend kader voor de behandeling van verdachte teneinde de kans op herhaling te verkleinen. Aan deze voorwaardelijke straf zullen na te noemen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld.
Dadelijke uitvoerbaarheid.
Nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zonder behandeling en begeleiding opnieuw een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zal overeenkomstig het advies van de reclassering worden bevolen dat de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn. De rechtbank betrekt daarbij met name dat verdachte gedurende een lange periode de strafbare feiten van bedreiging en belaging heeft gepleegd en dat verdachte bij zijn huisarts meerdere malen heeft aangegeven bang te zijn om de controle over zichzelf te verliezen en een ander nadeel te berokkenen. Voorts volgt uit het reclasseringsrapport d.d. 18 maart 2021 en de psychologische Pro Justitia-rapportage d.d. 17 december 2020 dat de kans op recidive wordt ingeschat als hoog.

Beslag.

De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp vatbaar is voor verbeurdverklaring, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting - dit een voorwerp is met betrekking tot welke de feiten zijn begaan.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
14a, 14b, 14c, 14d, 33, 33a, 57, 285, 285b Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
Ten aanzien van feit 1:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 1 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
Ten aanzien van feit 2, feit 3, feit 4:
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven en verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
Ten aanzien van feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Ten aanzien van feit 3:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Ten aanzien van feit 4:
belaging
De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straffen:
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
16 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan
7 maanden voorwaardelijken een proeftijd van
3 jaren.
Stelt als algemene voorwaarde:
- dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat verdachte zich binnen twee werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, Regio Zuid, op het adres Polluxstraat 114-116, 5631 ES Eindhoven. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- dat verdachte zich laat behandelen door Forensische Polikliniek De Omslag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat verdachte zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- dat verdachte op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met mevr. [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] ), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
- dat verdachte zich niet bevindt in de provincie Limburg en grenzende omgeving, zoals op de afbeelding in de bijlage bij dit vonnis is weergegeven. Verdachte werkt mee aan elektronische controle op dit locatieverbod. Verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische controle nodig is dat betrokkene in Nederland blijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering dit locatieverbod (deels) laten vervallen;
- dat verdachte meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- dat verdachte zich houdt aan aanwijzingen van de reclassering, ook als dit inhoudt meewerken aan aanvullende behandeling en begeleiding door het Forensisch FACT en/of dagbesteding.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.
Dadelijke uitvoerbaarheid.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, beveelt de rechtbank, gelet op artikel 14e Wetboek van Strafrecht dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.

verbeurdverklaringvan het inbeslaggenomen goed, te weten: 1 STK Telefoontoestel (G1706052, Oranje, merk: Samsung).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. R.M.L. Heemskerk-Pleging, voorzitter,
mr. H.M. Hettinga en mr. W.M.T. Keukens, leden,
in tegenwoordigheid van S.A. te Bogt, griffier,
en is uitgesproken op 14 april 2021.

Bewijsbijlage

Bewijsmiddelen

T.a.v. feit 4


De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 31 maart 2021, zakelijk weergegeven, zakelijk weergegeven en voor zover inhoudende:
Het klopt dat ik aangeefster veel berichten heb gestuurd over een lange periode. Ik heb haar het leven heel moeilijk gemaakt. Ik heb haar inderdaad lastiggevallen. Ik kon aangeefster niet loslaten en het einde van de relatie verwerken, dus ik gaf haar ook niet de kans om mij los te laten. Ik was obsessief bezig met aangeefster. Ik wilde een gesprek met aangeefster afdwingen, waarin ik antwoorden zou kunnen krijgen. Het was zeer manipulatief gedrag van mij. Ik denk dat ik aangeefster wel vaker dan tien tot twaalf keer per dag belde. Ik kon soms makkelijk twintig keer achter elkaar bellen. Ondanks dat de berichten anders doen lijken, heb ik aangeefster maar één keer thuis opgezocht en ben ik één keer - vlak voor mijn aanhouding - op haar werk geweest. De keer dat ik op haar werk was ben ik bij aangeefster aan de kassa geweest en heb ik een simkaart gekocht. Vervolgens heb ik buiten de winkel een joint opgestoken totdat een vriend mij kwam ophalen. Sinds 2018 heb ik altijd een mes en een boksbeugel in mijn tas zitten.

Een proces-verbaal van bevindingen van verhoor verdachte [verdachte] in HvB Middelburg van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 2] van 12 september 2020, p. 33, 36 en 38, voor zover inhoudende:
(…)
Ik heb een foto van haar voordeur gemaakt, ik ben voor het raam blijven staan en ik ben doorgelopen.
(…)
VI: Wanneer ben jij begonnen met dergelijke berichtjes te sturen?
A: Meteen na de eerste keer dat het uitging al. Ik heb haar toen ook wel bedreigd denk ik.
(…)
VI Wat voor mes had je in je tas ?
A: Een mes wat ik ooit van opa heb gekregen. Het is een soort indianenmes in een hoesje. Een fileermes voor het jagen of vissen in ieder geval.
(…)

Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 3 september 2020, p. 40-42, voor zover inhoudende:
(…)
Plaats delict: [adres 2]
Pleegdatum/tijd: Tussen donderdag 3 september 2020 om 09:30 uur en donderdag 3
september 2020 om 10:10 uur
(…)
Ik heb [verdachte] leren kennen in 2013. Sinds 2016 heb ik een relatie met hem gekregen. Ik heb ongeveer 1.5 jaar een relatie met [verdachte] gehad. Ongeveer 3 jaar geleden heb ik met [verdachte] de relatie verbroken. De problemen tussen mij en [verdachte] zijn pas echt begonnen nadat ik de relatie verbroken had.
(…)
[verdachte] gaf mij vaak te kennen dat hij zelfmoord wilde plegen als ik de relatie ging verbreken.
(…)
De afgelopen jaren heeft [verdachte] mij ontelbare keren berichten gestuurd waarin hij foto's stuurt met zijn hand erop en pillen in zijn hand. Hij stuurde daarbij de tekst ik ga zelfmoord plegen door jou.
(…)
[verdachte] stuurt mij soms in een kwartier wel 400 berichten.
(…)
Afgelopen week maandag 31 augustus 2020 omstreeks 12:00 uur was ik op mijn werk. Opeens zag ik [verdachte] toen ik de deur aan het openen was. Ik ben werkzaam bij de winkel
[bedrijfsnaam] gelegen aan de [adres 3] . Ik schrok ervan dat ik [verdachte] zag. [verdachte] zei direct tegen mij dat hij wilde dat ik met hem zou gaan praten en dat hij niet weg zou gaan. Mijn collega [persoon 4] heeft dit ook gezien. Ik heb [verdachte] meerdere malen gevraagd om weg te gaan echter dit weigerde [verdachte] . [verdachte] zei dat hij niet weg zou gaan tot dat ik klaar was met werken. Na ongeveer een uur is [verdachte] weggegaan. [verdachte] heeft heel de tijd voor de deur gestaan of in de winkel.
(…)
Ook als ik niet reageer blijft [verdachte] berichten sturen. Dit is al maanden zo. Ik ontvang de laatste dagen weer berichten van [verdachte] die mij erg bang maken. [verdachte] stuurde naar mij "Dit word moord. Ik maak je dood. Ik maak je af. Ik ga je neersteken! Let op ik ga je vermoorden! Ik wil je dood hebben! Kuthoer. Kankerhoer!" Ik kan zo wel doorgaan. Het is echt heel erg. [verdachte] blijft maar doorgaan. Ik heb [verdachte] echt meerdere malen aangegeven dat ik geen contact wil en dat hij mij met rust moet laten. Ik blokkeer hem direct
(…)
Ik word soms wel dagen lang gebeld.
(…)
[verdachte] heeft al zo vaak gezegd dat hij langs zou komen echter hij is nog nooit zomaar aan
mijn deur geweest. Opeens ontving ik een foto dat [verdachte] aan mijn voordeur stond. Dit heeft hij naar mij gestuurd. Ik herkende mijn voordeur. Ik was erg bang geworden. Later stond [verdachte] voor het raam.
(…)
Toen de politie ter plaatse kwam heeft de politie [verdachte] aangetroffen en gecontroleerd. De politie vertelde mij dat [verdachte] een mes bij zich had en een boksbeugel.
(…)
Ik ontvang soms wel 1000 berichten per dag.
(…)
[verdachte] gebruikt continu andere nummers zodra ik hem blokkeer gebruikt hij een ander nummer.
(…)
Ik ontving meerdere malen foto's en soms ook video's dat hij een mes op zijn pols zette en wilde gaan snijden. Ik heb de filmpjes niet helemaal bekeken omdat ik dit niet durfde.
(…)

Een proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 4 september 2020, p. 44-45, voor zover inhoudende:
(…)
Hij bleef dat dan maar vragen, of we af konden spreken. Hij zei ik laat je niet met rust voordat we afgesproken hebben. Hij bleef dan maar bellen en berichten sturen. Om er maar vanaf te zijn zei ik dan tegen hem dat ik zou afspreken. Dan was het weer even rustig. Maar als het moment, dat we af gesproken hadden, dichterbij kwam, dan zegde ik het weer af omdat ik hem eigenlijk niet wilde zien. Na het afzeggen dan begonnen de berichten en het bellen weer. Soms wel van 05.00 uur in de ochtend tot 03.00 uur de volgende nacht.
(…)
Maar daarna stuurde hij: kijk uit je raam.

Een proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 13 september 2020, p. 47, 48 en 50, voor zover inhoudende:
(…)
Tevens doe ik aangifte van stalking. Mij is uitgelegd dat het hier om een klachtdelict gaat en wat een klachtdelict inhoudt.
Ik weet dat ik mijn klacht kan intrekken gedurende acht dagen na de indiening van deze klacht. Met deze verklaring wil ik het verzoek doen aan de officier van justitie om in deze zaak een onderzoek in te stellen. Ik doe het uitdrukkelijk verzoek tot vervolging van [verdachte] .
(…)
V: Wanneer is het stalken begonnen?
A: Kort nadat de relatie verbroken was.
(…)
V: In welke mate heeft de manier van stalken door [verdachte] zich in de loop van tijd ontwikkeld?
A: In eerste instantie was het een berichtje van waar ik was, maar in de loop van de tijd werd het steeds meer. Berichtjes via WhatsApp en SMS.
(…)
V: Op welke manieren zoekt [verdachte] nog meer contact met jou?
A: Op het laatst via WhatsApp, Facebook, Instagram, bellen, langskomen bij mijn huis en bij de winkel waar ik werk.
(…)
V: Heeft [verdachte] je ooit op een andere manier (dan schriftelijk) bedreigd?
A: Ja, die maandag 31 augustus, op mijn werk.
(…)
V: Op welke wijze heeft [verdachte] jou bedreigd?
A: Hij zei zoiets van: "Je moet een face-to-face gesprek aangaan en eerder krijg je geen rust"
(…)

Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 1 november 2020, p. 96, 98-99, 104, voor zover inhoudende:
(…)
Tijdens zijn aanhouding op 3 september 2020 had verdachte [verdachte] een smartphone bij zich.
De smartphone die hij in persoon bij zich had, betrof een smartphone, merk Samsung, type A50, kleur roze, met Imeinummer 359322109852801 (slot 1) en Imeinummer 359323109852809 (slot 2).
Het toestel werd aangeboden bij de Digitale recherche van de Districtsrecherche Eindhoven.
Technisch bleek het niet mogelijk om het toestel middels het UFED-uitleesprogramma voor
smartphones uit te lezen, waardoor het toestel handmatig werd onderzocht op het contact tussen verdachte [verdachte] en zijn ex-vriendin [slachtoffer]
Uit het daarop volgende deelonderzoek bleek dat verdachte [verdachte] gebruik maakt van het
mobiele nummer [telefoonnummer 2] en contact heeft met het mobiele nummer [telefoonnummer 1] ,
in de smartphone onder het contact met de naam “ [alias] ”, welke in gebruik
is bij aangeefster [slachtoffer] .
(…)
Uit de oproephistorie van het toestel in het contact tussen het nummer van de verdachte [verdachte] en de aangeefster [slachtoffer] tussen 28 april te 22:02 uur en 03 september 09:48 uur is gebleken dat hij dagelijks gemiddeld 10-12 maal per dag belde naar het nummer van [slachtoffer] .
(…)
31-08-2020 19:14 - He There I Am Using Whats: Morgen weer op je werk dan en dan sleur ik je na buiten je gaat spreken met me als je wil of niet
(…)
03-09-2020 09:27 - [alias] : Ga
03-09-2020 09:27 - [alias] : Ga
03-09-2020 09:27 - [alias] : Ga
03-09-2020 09:27 - [alias] : Ga
(…)

Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 31 oktober 2020, p. 149, voor zover inhoudende:
(…)
Weet je wanneer dat was, het beëindigen van de relatie?
(…)
Ergens halverwege 2018 denk ik.
(…)

Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 1 november 2020, p. 152-153, voor zover inhoudende:
(…)
Hoi [getuige 3] , als het goed is ben jij de zus van [verdachte] .
Ja, dat klopt.
(…)
Ik, [verbalisant 2] , heb een berichtje van december 2018 gelezen tussen jou en [slachtoffer] . Zij vraagt jou om raad en jij zei dat zij los moesten laten. Dan is het dan uit?
Als dat rond juli 2018 is klopt het. De relatie werd een paar dagen, misschien een week, voor zijn verjaardag beëindigd.
(…)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie Eenheid Oost-Brabant, Districtsrecherche Eindhoven, Basisteam Eindhoven-Zuid, onderzoeksnaam Ashe / OB2R020109, genummerd PL2100-2020201343, PL2100-2020202210, PL2100-2020201170, PL2100-2020200831, afgesloten op 1 december 2020.