Op 23 maart 2021 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen Stichting Platform Keelbos en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Son en Breugel. De stichting had verzocht om handhavend op te treden tegen het verplaatsen van twee slagbomen aan de Hoberglaan, wat volgens hen de toegang tot een homo-ontmoetingsplaats (HOP) zou belemmeren. Het college had het verzoek afgewezen en het bezwaar van de stichting niet-ontvankelijk verklaard, met de stelling dat de stichting geen belanghebbende was.
De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de stichting wel degelijk als belanghebbende moet worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de stichting, die zich inzet voor het openhouden van homo-ontmoetingsplaatsen, feitelijke werkzaamheden verricht die verband houden met haar doelstellingen. De rechtbank concludeerde dat het verplaatsen van de slagbomen het statutaire belang van de stichting raakt, omdat dit de oude locatie van de HOP feitelijk niet meer bruikbaar maakt.
De rechtbank heeft het bestreden besluit van het college vernietigd en het college opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de stichting. Tevens is het college veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het betaalde griffierecht aan de stichting. Deze uitspraak benadrukt het belang van de erkenning van belanghebbendenschap in bestuursrechtelijke procedures, vooral voor stichtingen die zich inzetten voor specifieke belangen.