Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
bij gebruikmaking van aan deze vrijstelling ontleende bevoegdheden dient de veiligheid van het verkeer zoveel mogelijk te worden gewaarborgd en dienen de in de Brancherichtlijn Verkeer Politie opgenomen voorschriften ten aanzien van het gedrag in het verkeer te worden nageleefd;
gebruik van deze vrijstelling ten behoeve van onderwijs of trainingsdoeleinden vindt slechts plaats onder toezicht van docenten of examinatoren van de Politieacademie of het team Operationele Begeleiding en Training van het landelijk politiekorps;
indien er sprake is van rijonderricht zijn de voorschriften van de Wet Rijonderricht Motorrijtuigen van overeenkomstige toepassing.
Inleiding
7.Gedragscode bestuurder van voertuigen(…)
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Verdachte heeft er verder blijk van gegeven dat hij de ernst van het door hem aan zijn slachtoffer aangedane leed inziet en dat hij meeleeft met het slachtoffer. Verdachte heeft contact onderhouden met het slachtoffer en geïnformeerd naar diens gezondheidstoestand.
Verdachte heeft in onzekerheid gezeten tijdens het interne onderzoek binnen de politie organisatie en hij heeft op eigen initiatief een extra trainingsdag gevolgd. Ook hiermee houdt de rechtbank rekening.
Voorts houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte een blanco strafblad heeft en voor de uitoefening van zijn functie als politieagent in sterke mate afhankelijk is van zijn rijbevoegdheid.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
taakstrafvoor de duur van
80 urensubsidiair 40 dagen hechtenis;
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van