Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[eisers] , te [woonplaats] , eisers
het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, verweerder
[naam 2] B.V., te [vestigingsplaats] , (gemachtigde: mr. D.H.J. Kochx).
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen 12 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 178,00 aan eisers te vergoeden.
Overwegingen
- Kapvlakte 1, kadastraal bekend gemeente Bergen op Zoom, [nummers 1] (oppervlakte bos in aren: 65,20)
- Kapvlakte 2, kadastraal bekend gemeente Bergen op Zoom, [nummers 2] (56,52 are);
- Kapvlakte 3, kadastraal bekend gemeente Bergen op Zoom, [nummers 3] (57,51 are). In totaal 179,23 are = 1,79 hectare;
- De compensatie vindt plaats op de percelen kadastraal bekend gemeente Bergen op Zoom, [nummers 4] (0,56 hectare) (de compensatiepercelen).
- Deze percelen alsmede de compensatiepercelen zijn specifiek genoemd in het primaire besluit.
- De derde-partij heeft als reden voor het indienen van de aanvraag aangegeven dat zij bezig is met de ontwikkeling van het gebied “Poortgebied Bergsche Heide”. Bedoeling is om in dit gebied horeca te vestigen in de vorm van fastfoodrestaurants en een hotel.
- De derde-partij heeft op 27 november 2018 tevens een melding velling houtopstanden ingediend.
- Het project “Poortgebied Bergsche Heide” wordt planologisch mogelijk gemaakt met het bestemmingsplan “Poortgebied Bergsche Heide en ontsluitingsweg” dat de raad van de gemeente Bergen op Zoom op 19 december 2018 heeft vastgesteld. In dit bestemmingsplan wijzigt de bestemming van de percelen waar de te vellen houtopstanden staan. De compensatiepercelen krijgen in het bestemmingsplan een natuurbestemming. Eisers en anderen hebben beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) ingesteld tegen de vaststelling van het bestemmingsplan en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Bij uitspraak van 18 april 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1271) heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling het besluit van 19 december 2018 geschorst, met uitzondering van de afzonderlijke plandelen met de bestemming “Natuur” ten noorden van de plandelen waarop de ontwikkelingen zijn voorzien. Bij uitspraak van 24 december 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:4448) heeft de Afdeling het bestemmingsplan “Poortgebied Bergsche Heide en ontsluitingsweg” vernietigd.
- Eisers zijn woonachtig op het adres [adres] , op een perceel dat grenst aan het perceel waarop de te vellen houtopstanden staan. De compensatiepercelen liggen op ongeveer één kilometer afstand.
- Ten tijde van het primaire besluit gold de Verordening natuurbescherming Noord-Brabant (VnNB). Ten tijde van het bestreden besluit was deze vervangen door de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV). Inhoudelijk wijzigt er niets.
mr. A.F. Hooghuis, griffier. De uitspraak is in het openbaar geschied op 11 maart 2021.