ECLI:NL:RBOBR:2020:931

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
11 februari 2020
Publicatiedatum
17 februari 2020
Zaaknummer
C/01/354927 / FA RK 20-255
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging aansluitend op een machtiging voortzetting crisismaatregel

Op 11 februari 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven betreffende een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van een crisismaatregel. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 27 januari 2020, met als doel een zorgmachtiging te verlenen op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en een licht verstandelijke beperking, verblijft momenteel in een instelling en heeft zorg nodig om haar geestelijke gezondheid te stabiliseren.

Tijdens de mondelinge behandeling op 11 februari 2020 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat en de zorgverantwoordelijke. De betrokkene gaf aan dat zij goed verzorgd wordt in de instelling, maar dat zij in de toekomst terug wil naar haar woonplaats. De advocaat van de betrokkene steunde het verzoek van de officier van justitie, maar merkte op dat de zorgmachtiging niet langer dan zes maanden kan duren, terwijl in het zorgplan een termijn van twaalf maanden was vermeld.

De rechtbank concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn voor de noodzakelijke zorg en dat verplichte zorg nodig is om de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, tot en met 11 augustus 2020, en bepaalde dat de volgende maatregelen kunnen worden getroffen: toedienen van vocht, voeding en medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid, uitoefenen van toezicht en opname in een accommodatie. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. M. Lammers en op schrift gesteld op 14 februari 2020.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/354927 / FA RK 20-255
Uitspraak : 11 februari 2020
Beschikking betreffende een zorgmachtiging aansluitend op een voorzetting crisismaatregel
van de rechtbank Oost-Brabant naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres]
verblijvende bij [instelling]
,
hierna te noemen: betrokkene.

Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 27 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging te verlenen die aansluit op de machtiging voortzetting crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van [datum] ;
  • de medische verklaring van [datum] ;
  • het zorgplan, opgesteld op [datum] ;
  • een afschrift van de beschikking van 7 januari 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel;
  • het historisch overzicht van het openbaar ministerie.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 februari 2020 op de verblijfplaats van betrokkene.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, mr. Y.T.J.G.M. Poulussen;
  • de zorgverantwoordelijke, [naam] , psychiater.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

De standpunten tijdens de mondelinge behandeling

Betrokkene deelt mee dat zij het goed heeft bij [instelling] . Er wordt goed voor haar gezorgd, zo geeft zij aan.
De advocaat van betrokkene deelt mee dat betrokkene in [instelling] wil blijven, maar dat zij in de toekomst weer terug wil naar [instelling] in [woonplaats] . Betrokkene ondersteunt volgens de advocaat het verzoek van de officier van justitie. De schoonzus en broer van betrokkene zijn niet meer betrokken, waardoor een mentor voor betrokkene zal moeten worden geregeld. Betrokkene kan niet zelfstandig naar buiten. Er moet altijd iemand van de verpleging met haar mee omdat haar familie niet voor haar beschikbaar is.
De advocaat geeft aan dat er geen bezwaar is tegen de in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg. Zij merkt wel op dat in het zorgplan bij de vormen van verplichte zorg ten onrechte een termijn van twaalf maanden is vermeld, terwijl de zorgmachtiging slechts voor de duur van zes maanden kan worden verleend.
De zorgverantwoordelijke deelt op vragen van de rechter mee dat verplichte zorg in de vorm van ‘insluiten’- zoals is opgenomen in het zorgplan - niet nodig is. Wel is verplichte zorg in de vorm van ‘beperking van bewegingsvrijheid’ nodig, omdat bij betrokkene af en toe holding - waarmee is bedoeld het stevig vasthouden van betrokkene - nodig is.
Bij betrokkene is al langdurig sprake van schizofrenie, aldus de zorgverantwoordelijke. Betrokkene heeft momenten dat het goed gaat en momenten dat het niet goed gaat. Op dit moment is betrokkene nog niet voldoende gestabiliseerd. Mogelijk is sprake van een neurocognitieve stoornis, maar dat is vanwege haar verstandelijke beperking op dit moment lastig om uit te zoeken.

De beoordeling:

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie en een licht verstandelijke beperking. Mogelijk is ook sprake van een neurocognitieve stoornis (dementiële ontwikkeling).
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat hierin dat sprake is van (een aanzienlijk risico op) levensgevaar, maatschappelijke teloorgang, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt en de situatie dat betrokkenen met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Gedurende een psychotische ontregeling kan betrokkene geagiteerd reageren en zij weigert dan in gesprek te gaan, weigert te eten en te drinken, is ontremd en er is een risico dat zij zich verslikt door haar ontremde eetgedrag. Het is dan nauwelijks mogelijk om contact met betrokkene te krijgen.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig. Betrokkene verzet zich echter bij momenten tegen de noodzakelijke zorg.
Het doel van de verplichte zorg is om betrokkene goed in te stellen op medicatie en middels intensieve begeleiding en ondersteuning toe te werken naar een stabiel toestandsbeeld. Daarnaast is het doel om met de ambulante begeleiding van [instelling] te bekijken welke vervolgzorg wat betreft de woonvorm voor betrokkene geïndiceerd is.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. Het verzet van betrokkene zal ertoe leiden dat zij niet de voor haar noodzakelijke zorg en medicatie krijgt. Om die reden is verplichte zorg nodig.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperking van de bewegingsvrijheid;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden en geldt aldus tot en met 11 augustus 2020.

Beslissing:

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperking van de bewegingsvrijheid;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 augustus 2020.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Lammers, rechter, in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 11 februari 2020 en op schrift gesteld op 14 februari 2020.
Conc: LM(O
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.