Bron I. p. 68 t/m 72 proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , hoofdagent van de politie landelijke eenheid, d.d. 6 november 2017, voor zover inhoudende kort zakelijk weergegeven:
Ik wil aangifte doen van poging doodslag en zware dan wel eenvoudige mishandeling gepleegd tussen zondag 5 november 2017 te 02:05 uur en zondag 5 november 2017 te 02:50 uur te Rosmalen. Op zondag 5 november 2017 te Rosmalen was ik, verbalisant, in burger gekleed en reed ik in een onopvallend dienstvoertuig van het merk Audi, voorzien van optische en geluidssignalen en een politietransparant aan de voor en achterzijde van het voertuig. Ik zag dat een Opel met een Pools kenteken stopte. Ik stond naast het voertuig en zag dat de bestuurder zijn raam gesloten hield en riep met luide stem: “
Politie, doe je raam open.” Tevens scheen ik hierbij met mijn zaklamp op mijn politielegitimatiebewijs, zodat de bestuurder het legitimatiebewijs kon zien. Ik scheen met mijn zaklamp in de Opel en riep nogmaals: ‘
Politie, raam open en motor uitzetten’.
De bestuurder van de Opel gaf gas en reed weg.
Ik ging vervolgens voor de Opel rijden en ik ging stil staan voor de verkeerslichten van de kruising [straatnaam 2] / [straatnaam 3] . Ik zag dat de bestuurder van de genoemde Opel voldoende ruimte had achter mij om zijn voertuig tot stilstand te brengen. Ik drukte met mijn rechterhand op de knop van het besturingssysteem in mijn dienstauto om een stopteken te geven middels het politietransparant aan de achterzijde van mijn voertuig. Tijdens deze handeling hoorde ik genoemde Opel, die nog steeds achter mij stond, hoge toeren maken en kort daarna voelde ik een doffe dreun en voelde ik mijn hoofd tegen de hoofdsteun van mijn auto klappen. Ik keek vervolgens in mijn spiegel en zag dat de genoemde Opel mijn Audi geramd had aan de linker achterzijde. Door deze klap rolde mijn dienstvoertuig wat naar voren op de kruising, en stond mijn voertuig schuin, rechts naar voren. Ik keek vervolgens weer in mij spiegel en zag vervolgens dat de Opel mij aan de rechterachterzijde ramde en vervolgens rechts langs mijn dienstvoertuig schramde.
Bron I. p. 77 t/m 80 proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , d.d. 6 november 2017, voor zover inhoudende kort zakelijk weergegeven:
“Ik wil aangifte doen van poging doodslag, poging zware mishandeling en eenvoudige mishandeling gepleegd tussen zondag 5 november 2017 te 02:05 uur en zondag 5 november 2017 te 02:10 uur: Ik deed dienst in burger en was samen met collega [slachtoffer 3] . Wij hadden deze nacht een onopvallend dienstvoertuig tot onze beschikking; een grijze Seat Leon. Ik was de bestuurder. Ik zag een oud Pools voertuig vanuit de tegenovergestelde richting op [straatnaam] ons voorbij rijden. (…)
Ik zag dat het Poolse voertuig bij de verkeerslichten bij de kruising [straatnaam 2] / [straatnaam 4] links voorsorteerde. (…) Vervolgens zag ik dat een Audi waarin een collega reed, ons rechts voorbij reed en dwars voor het Poolse voertuig ging staan. Kennelijk met de bedoeling dit voertuig klem te zetten. Vervolgens zag ik dat de bestuurder van het Poolse voertuig tot twee maal toe tegen de Audi van mijn collega aan reed. (…)
Hierop ben ik weer voor de Poolse auto gaan rijden met de intentie om het voertuig wederom te laten stoppen. Vervolgens voelde en zag ik dat de Poolse auto tegen de linkerzijkant van ons voertuig aan reed. Ik was er van overtuigd dat de bestuurder dit met opzet deed. Ik kon dit merken aan zijn stuurbeweging. Ik zag namelijk dat de bestuurder ook naar links had kunnen sturen. Ik voelde dat het Poolse voertuig met kracht tegen ons voertuig reed. Ik voelde dat ons voertuig een ongewenste beweging naar rechts maakte. Ik moest hierbij tegen sturen om niet van de weg te raken. Ik voelde mij op dit moment zeer bedreigd. (…)
Toen wij op de [straatnaam 3] reden, heb ik wederom geprobeerd ons voertuig voor het Poolse voertuig te krijgen. Hierbij voelde en zag ik dat de bestuurder van het Poolse voertuig wederom doelbewust tegen ons voertuig aan reed. Ik zag dit doordat hij ook de andere kant op had kunnen sturen. Ik voelde dat dit met kracht gebeurde. Ik voelde mij op dit moment bang en weer bedreigd.
Bron I. p. 85 proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] , d.d. 6 november 2017, voor zover inhoudende kort zakelijk weergegeven:
Tussen zondag 5 november 2017 te 02:05 uur en zondag 5 november 2017 te 02:10 uur deed ik dienst in burger en was ik samen met collega [slachtoffer 2] . Wij hadden deze nacht een onopvallend dienstvoertuig tot onze beschikking, een grijze Seat Leon. Ik reed mee als bijrijder. (…)
Hierop zag ik dat het voertuig aan de linkerkant van ons voertuig terecht kwam in de bocht van de [straatnaam 4] . (…)
Ik zag dat de Opel nog steeds aan onze linkerkant bleef rijden. Ik, verbalisant, zag de bestuurder en de bijrijder in ons voertuig kijken. Ik zag dat de bestuurder zijn voertuig in onze richting stuurde, ik zag aan de blik in de ogen van de bestuurder dat hij dit met opzet deed, hierdoor voelde ik mij erg bedreigd en hoopte ik heel erg dat dit goed ging aflopen met mij en mijn collega. Bij de klap die ons voertuig kreeg dacht ik direct dat deze verdachten mij van de weg wilde rammen en een dodelijk ongeluk wilde veroorzaken, ik ervoer dit echt als een aanslag op mijn leven en op dat van mijn collega.
Vervolgens voelde en zag ik, verbalisant [slachtoffer 3] , nog een keer een ram van de Corsa tegen de linkerkant van ons dienstvoertuig aan.
Ik zag wederom diezelfde blik in de ogen van de bestuurder en de bijrijder. Ik zag een opzettelijk stuurbeweging van de bestuurder van de Corsa. De bestuurder kwam op mij over als iemand die precies wist wat hij aan het doen was. Door deze tweede klap zag ik, verbalisant [slachtoffer 3] dat we achter de Opel Corsa terecht kwamen. Ik zag dat mijn collega [slachtoffer 2] nu de mogelijkheid kreeg om de Corsa tegen de linker achterzijde aan te tikken om zo deze tot stilstand te krijgen. Ik zag dat de Corsa een halve cirkel draaide en tegen de richting in stil kwam te staan.
Bron I. p. 91 proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 november 2017, voor zover inhoudende kort zakelijk weergegeven:
Op 9 november 2017 stelde ik verbalisant [naam verbalisant] , een onderzoek in naar het geschatte schadebedrag dat was ontstaan bij de achtervolging. Aan de Audi A3 [kenteken] was € 6.914,79 aan schade ontstaan. Aan de Seat Leon [kenteken 2] was voor
€ 8.781,56 aan schade ontstaan.