Uitspraak
1.Procesverloop
2.De beoordeling
3.Beslissing
geenvoorziening open (Artikel 515 lid 5 Sv).
Rechtbank Oost-Brabant
Op 8 december 2020 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoeker, die eerder op 24 juni 2020 was gedagvaard door de officier van justitie voor huisvredebreuk. Verzoeker had op 2 juli 2020 bezwaar gemaakt tegen de dagvaarding, maar dit bezwaar werd op 24 september 2020 door de rechter ongegrond verklaard. Op dezelfde dag werd verzoeker bij verstek veroordeeld zonder oplegging van straf of maatregel. Vervolgens heeft verzoeker op 22 november 2020 de rechter gewraakt, maar de wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat de wet geen mogelijkheid biedt tot wraking na een einduitspraak. De wrakingskamer benadrukte dat het recht op een mondelinge behandeling niet van toepassing was, aangezien er geen debat over de gegrondheid van het verzoek kon plaatsvinden. De beslissing werd genomen door mr. H.M.H. de Koning als voorzitter, met mrs. S.M.J. Korthuis - Becks en J.O.Y. Elagab als leden, en mr. J.R. Leegsma als griffier.