Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal van de civiele kantonrechterzitting d.d. 18 februari 2020;
- de ter zitting overgelegde brief van verzoekster d.d. 20 december 2018;
- de schriftelijke reactie van de rechter d.d. 5 maart 2020;
- het e-mailbericht van de rechter inhoudende toestemming voor schriftelijke afdoening van het wrakingsverzoek d.d. 7 april 2020;
- de schriftelijke toelichting op het wrakingsverzoek van verzoekster (ongedateerd), ingekomen op 14 maart 2020;
- de tussenbeslissing van de wrakingskamer d.d. 16 april 2020.
2.Het wrakingsverzoek en het verweer
- tijdens de zitting van 18 februari 2020 heeft de rechter verzoekster steeds onderbroken en heeft toegestaan dat de raadsman van de wederpartij, mr. Poort, dat ook deed;
- de rechter heeft niet ingegrepen toen mr. Poort zich diffamerend over haar uitliet en haar uitschold voor onder andere ‘gestoorde transgender’ en heeft daarbij zelf gegrinnikt;
- de rechter heeft geweigerd de door verzoekster aangeboden getuigen te horen.
3.De beoordeling
NJ2019/428).
4.De beslissing
wijsthet verzoek tot wraking van de rechter
af.