Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[eiser sub 1] ,
Ryanair DAC,
1.Het verloop van het geding
2.De verdere beoordeling
McDonagh/Ryanair(C-12/11 ECLI:EU:C:2013:43)):
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant op 17 september 2020, vorderden eisers financiële compensatie voor de annulering van vlucht FR4061 van Catania naar Eindhoven op 28 september 2018. De eisers, vertegenwoordigd door J. Gyzel van DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., stelden dat zij recht hadden op € 400,00 per persoon als compensatie. De verweerster, Ryanair DAC, voerde aan dat zij de vordering al had voldaan met een betaling van € 814,50, maar dit betrof een andere vlucht (FR4062) en niet de terugvlucht waar het hier om ging.
De kantonrechter oordeelde dat Ryanair niet had aangetoond dat de annulering van vlucht FR4061 het gevolg was van een buitengewone omstandigheid, zoals een staking van personeel. De rechter stelde vast dat de verweerster in onderhandeling was met vakbonden, maar dit betekende niet dat de staking onvoorzienbaar was of dat Ryanair geen invloed had om deze te voorkomen. De vordering van eisers tot betaling van compensatie werd toegewezen, en Ryanair werd veroordeeld tot betaling van € 1.161,83, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de annulering.
Daarnaast werd de vordering tot buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat niet was aangetoond dat de werkzaamheden meer omvatten dan het versturen van een enkele aanmaning. De proceskosten werden eveneens aan de verweerster opgelegd, aangezien zij als in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd.