Uitspraak
[verzoekster] ,
[verweerder] ,
mr. A.H. van Gerwen,
[A]geboren te [geboorteplaats] op [geboorteplaats] , hierna: [A] ,
RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,
- het verzoekschrift van de moeder, gedateerd op 10 december 2019;
- een F9-formulier met bijlagen van mr. Van Wijk, ingediend op 14 januari 2020.
- het verslag van de bijzondere curator, gedateerd op 23 maart 2020;
- een brief van de bijzondere curator van 28 mei 2020;
- een brief met bijlagen van mr. Van Wijk van 29 mei 2020.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de bijzondere curator;
- mevrouw [naam] namens de raad.
- primair: op grond van artikel 84 Poolse Family and Guardianship Code van 1964 (FVGB) dan wel op grond van artikel 1:207 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) het vaderschap van de man ten aanzien van de minderjarige [A] vast te stellen;
- subsidiair:een bijzondere curator te benoemen op grond van artikel 1:212 BW.
- kunt u aangeven welk(e) relevante artikel(en) van de Poolse wet- en regelgeving van toepassing is/zijn op het voorliggende vraagstuk met betrekking tot de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van de man;
- kunt u aangeven hoe de Nederlandse vertaling van de bepaling(en) luidt?
- kunt u aangeven welke voorwaarden de Poolse wet- en regelgeving stelt aan het gerechtelijk vaststellen van het ouderschap?
- kunt u de rechtbank voorts nadere informatie doen toekomen over het Poolse afstammingsrecht die naar uw oordeel bij de beoordeling van de onderhavige zaak van belang zou kunnen zijn?
- heeft u verder nog iets op te merken dat u voor de beoordeling van de onderhavige zaak van belang acht?
binnen twee wekenna de datum van deze beschikking schriftelijk reageren op de voorgestelde vraagstelling, waarna de rechtbank de definitieve vraagstelling zal vaststellen en het IJI zal benaderen.
binnen twee weken na heden(uiterlijk 27 juli 2020) schriftelijk te reageren op de door de rechtbank voorgestelde vraagstelling zoals hiervoor in de overwegingen vermeld, onder gelijktijdige verzending van een kopie van die brief aan de overige belanghebbenden;
pro formaaan tot
28 juli 2020;
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.