ECLI:NL:RBOBR:2020:6664

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
30 december 2020
Publicatiedatum
4 januari 2021
Zaaknummer
356413
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid PostNL voor vermiste poststukken in postbusovereenkomst met Pro Vista

In deze civiele zaak heeft Pro Vista B.V. PostNL B.V. aangeklaagd wegens het niet nakomen van postbusovereenkomsten. Pro Vista, een onderneming die zich bezighoudt met financieel fulfilment, heeft in 2017 en 2018 vier postbusovereenkomsten gesloten met PostNL. Pro Vista ontving regelmatig notificaties van PostNL over te verwachten poststukken, maar klaagde dat zij vaak minder poststukken ontving dan gemeld. Na meerdere klachten en een intern onderzoek door PostNL, dat leidde tot ontslag van een chauffeur wegens diefstal, werd een doorzendservice ingesteld. Pro Vista vorderde schadevergoeding van PostNL, stellende dat zij door interne diefstal duizenden poststukken is misgelopen en haar schade op ruim € 550.000,- begrootte.

De rechtbank oordeelde dat PostNL niet aansprakelijk was voor de vermiste poststukken. De rechtbank stelde vast dat de verplichtingen van PostNL pas beginnen op het moment dat de poststukken in de postbus zijn afgeleverd. Aangezien de vermissing van poststukken plaatsvond tijdens het vervoer, en niet bij de uitvoering van de postbusovereenkomst, was PostNL niet in gebreke. De rechtbank wees de vorderingen van Pro Vista af en veroordeelde haar in de proceskosten van PostNL, die op € 2.964,- werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 30 december 2020.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/356413 / HA ZA 20-192
Vonnis van 30 december 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRO VISTA B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres,
advocaat mr. M.C.J. de Schepper te Eindhoven,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KONINKLIJKE POSTNL B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
mede kantoorhoudend te ’s-Hertogenbosch,
gedaagde,
advocaat mr. F. Diepraam te Haarlem.
Partijen zullen hierna Pro Vista en PostNL genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 9 maart 2020,
  • de conclusie van antwoord van 27 mei 2020,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 22 oktober 2020,
  • de brief van mr. Diepraam van 9 november 2020 met reactie op het proces-verbaal.
1.2.
Bij het sluiten van de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de datum van het vonnis bepaald op 9 december 2020. Door een grote werkvoorraad bij de rechtbank heeft het wijzen van vonnis vertraging opgelopen.

2.De feiten

2.1.
Pro Vista is een onderneming die zich bezighoudt met financieel fulfilment, wat betekent dat zij onder meer de orderafhandeling verzorgt voor postorderbedrijven.
PostNL levert diensten op het gebied van postvervoer in Nederland.
2.2.
Om orders te kunnen ontvangen en verwerken heeft Pro Vista in 2017 en 2018 in totaal vier postbusovereenkomsten gesloten met PostNL. Hierdoor kan Pro Vista haar post ontvangen in door PostNL beheerde postbussen op de postbuslocaties Veldhoven, Nuenen, Son en Helmond.
2.3.
De verplichtingen van PostNL tegenover Pro Vista als postbushouder staan omschreven in artikel 2 van de Algemene voorwaarden Postbussen 2018:
Inhoud van de Overeenkomst
2.1
PostNL stelt aan de Postbushouder het Postbusnummer ter beschikking dat is vermeld in de Overeenkomst.
2.2
PostNL houdt de voor het Postbusnummer bestemde en door haar vervoerde zendingen voor de
Postbushouder gedurende de Openingstijd ter aflevering beschikbaar. De Postbushouder kan deze gedurende
de Openingstijd van de Postbuslocatie afhalen.
(…)
2.4.
Pro Vista heeft zich ook aangemeld voor de service ‘U heeft post’ die door PostNL gratis aan postbushouders wordt aangeboden. Uit artikel 3.1 van de door PostNL gebruikte “Gebruikersvoorwaarden U heeft Post” volgt dat deze service bestaat uit het per e‑mail ontvangen van een notificatie in de ochtend wanneer poststukken en/of pakketten in de postbus zijn ontvangen. Bedoeling van deze service is dat postbushouders door deze notificaties weten of zij die dag post kunnen verwachten en zij niet voor niets naar hun postbus rijden.
2.5.
Pro Vista heeft vervolgens dagelijks een notificatie per e-mail van PostNL ontvangen. In die notificaties stond niet alleen dát er die dag poststukken zouden worden bezorgd, ook het aantal te verwachten poststukken stond daarbij vermeld. Deze aantallen waren gebaseerd op de geautomatiseerde telling van poststukken in het sorteercentrum te ’s‑Hertogenbosch, via welk sorteercentrum de post voor Pro Vista verliep. Vanuit dat sorteercentrum ging de post voor Pro Vista verder naar het distributiecentrum in Best en vandaar naar de verschillende postbuslocaties.
2.6.
Pro Vista heeft zich er bij PostNL vanaf medio juli 2017 meermaals over beklaagd dat zij vaak minder poststukken in haar postbussen ontving dan er volgens de notificaties door PostNL zouden worden bezorgd.
2.7.
Tussen juli 2017 en oktober 2018 heeft over de ontbrekende poststukken veelvuldig contact plaatsgevonden tussen partijen via de mail, telefonisch en tijdens een aantal besprekingen. Pro Vista heeft bij PostNL meerdere keren aangedrongen op het treffen van maatregelen. PostNL heeft (handmatige) tellingen uitgevoerd bij het sorteercentrum in ’s‑Hertogenbosch, bij het distributiecentrum in Best en op de betreffende postbuslocaties. Daarbij bleken soms significante verschillen te bestaan tussen de gescande aantallen (genoemd in de notificaties) en de afgeleverde aantallen. PostNL heeft ritten van chauffeurs geobserveerd en camera’s geplaatst. Pro Vista opperde een zogeheten ‘doorzendservice’ maar PostNL adviseerde dit niet te doen omdat het sorteren en apart houden van de post voor Pro Vista deze post vatbaarder zou maken voor diefstal. Een intern onderzoek door PostNL Security leidde in november 2017 tot ontslag van en aangifte tegen een chauffeur, werkzaam op de locatie Best, van wie was vastgesteld dat hij poststukken voor onder andere Pro Vista had weggenomen voordat deze werden afgegeven voor distributie. Dat leidde tot verbetering, maar Pro Vista bleef klagen over het niet overeenkomen van het aantal ontvangen poststukken met de verstuurde notificaties. Een sluitende verklaring voor deze verschillen kon PostNL niet geven.
2.8.
In een brief van haar advocaat van 3 oktober 2018 heeft Pro Vista PostNL aansprakelijk gesteld wegens het niet (correct) nakomen van de postbusovereenkomsten, en haar gesommeerd de nodige maatregelen te nemen en een doorzendservice in te schakelen.
2.9.
Per 13 oktober 2018 heeft PostNL voor Pro Vista de doorzendservice doorgevoerd, wat betekent dat de post voor Pro Vista vanuit het distributiecentrum in Best niet meer naar de postbus gaat, maar naar het door Pro Vista opgegeven bedrijfsadres in Eindhoven. Notificaties worden bij doorzendservice niet gestuurd. In aanvulling op de doorzendservice voert PostNL voor Pro Vista in Best nog wel een handmatige telling van de poststukken uit. Sindsdien ontvangt PostNL (vrijwel) geen klachten meer van Pro Vista.

3.Het geschil

3.1.
Pro Vista vordert samengevat - dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad (-) voor recht verklaart dat PostNL toerekenbaar tekort is geschoten is de nakoming van de door Pro Vista bij PostNL afgesloten postbusovereenkomsten en daarom aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade die Pro Vista heeft geleden en (nog) lijdt of zal lijden, (-) PostNL veroordeelt tot vergoeding van de door Pro Vista als gevolg van de voormelde tekortkoming geleden schade, nader op te maken bij staat, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Pro Vista stelt dat PostNL haar verplichtingen uit de postbusovereenkomsten niet is nagekomen doordat zij niet alle poststukken die voor Pro Vista zijn binnengekomen ter aflevering beschikbaar heeft gehouden. Volgens Pro Vista volgt dit uit de notificaties die zij ontving van PostNL en waarin veelvuldig hogere aantallen poststukken stonden vermeld dan Pro Vista aantrof in haar postbussen. Pro Vista verwijt PostNL dat zij niet adequaat heeft gereageerd op klachten van Pro Vista door toegezegde maatregelen niet, niet tijdig of onvolledig uit te voeren, en de situatie langere tijd heeft laten voortbestaan, terwijl PostNL wist dat Pro Vista daardoor grote schade leed. Pro Vista stelt dat zij in totaal door (interne) diefstallen binnen PostNL omstreeks 8.590 poststukken is misgelopen en zij begroot haar schade vooralsnog op een bedrag van ruim € 550.000,-, bestaand uit direct en vooral ook indirect omzetverlies, forse schadeclaims en kosten. Pro Vista houdt PostNL aansprakelijk voor haar schade.
3.3.
Pro Vista meent dat PostNL niet met succes een beroep kan doen op de bepaling in haar algemene voorwaarden waarin aansprakelijkheid voor schade van postbushouders is uitgesloten, omdat PostNL opzettelijk en/of roekeloos heeft gehandeld, terwijl zij wist of althans had kunnen weten dat Pro Vista door het niet treffen van de benodigde maatregelen schade zou lijden (artikel 8.3 van de Algemene voorwaarden Postbussen 2018).
3.4.
PostNL voert gemotiveerd verweer.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In deze zaak spreekt Pro Vista PostNL aan tot betaling van de schade die Pro Vista stelt te hebben geleden en nog altijd te lijden doordat tussen juli 2017 en oktober 2018 duizenden poststukken die voor haar bestemd waren, niet bij haar zijn aangekomen.
4.2.
Pro Vista legt aan haar vordering kort gezegd ten grondslag dat PostNL haar contractuele verplichting om de voor Pro Vista binnenkomende poststukken ter aflevering beschikbaar te houden, niet of onvoldoende is nagekomen.
4.3.
De rechtbank kan, op grond van al hetgeen in deze procedure naar voren is gekomen, niet komen tot de vaststelling dat PostNL haar verplichtingen uit de postbusovereenkomsten niet is nagekomen en uit dien hoofde aansprakelijk is voor de schade die Pro Vista stelt te lijden. De rechtbank neemt daarbij het volgende in aanmerking.
Verdwenen poststukken
4.4.
De rechtbank stelt voorop dat niet vaststaat hoeveel verzonden poststukken niet bij Pro Vista zijn aangekomen.
4.5.
Pro Vista baseert haar stelling dat het zou gaan om omstreeks 8.590 poststukken op de notificaties die zij van PostNL heeft ontvangen, waarop volgens haar vaak hogere aantallen poststukken stonden vermeld dan zij op die dagen werkelijk heeft ontvangen. PostNL betwist dat (zoveel) poststukken zijn verdwenen en heeft toegelicht dat en waarom de dagelijkse notificaties die zij stuurt aan postbushouders niet bedoeld en ook niet geschikt zijn om te controleren of stukken vermist zijn geraakt: bij de automatische telling in de sorteercentra worden poststukken soms niet geteld of dubbel geteld, en bij het verdere vervoer en de bezorging kan vertraging optreden, waardoor stukken een of meerdere dagen later worden bezorgd dan aangekondigd in de notificatie. De rechtbank stelt vast dat dit laatste ook blijkt uit het feit dat Pro Vista naar eigen zeggen ook heeft ervaren dat op sommige dagen het aantal bezorgde poststukken juist hóger lag dan het aantal gemeld in de notificatie.
4.6.
Het voorgaande sluit natuurlijk niet uit dat er poststukken die bestemd waren voor Pro Vista zijn verdwenen. Uit de (handmatige) tellingen die door PostNL zijn gedaan bleek ook van significante verschillen tussen de gescande en afgeleverde aantallen poststukken. Deze verschillen zijn voor PostNL aanleiding geweest om nader onderzoek te doen en maatregelen te treffen. Vastgesteld is dat poststukken bestemd voor Pro Vista door een voor PostNL werkzame chauffeur zijn weggenomen voordat deze werden afgegeven voor distributie. Hoeveel poststukken er daadwerkelijk zijn verdwenen, staat echter niet vast. Over het aantal klachten dat Pro Vista heeft ontvangen van de afzenders van de poststukken dan wel van de postorderbedrijven waarvoor zij werkt, is door Pro Vista niets naar voren gebracht. En zoals PostNL ook heeft aangevoerd en Pro Vista niet heeft betwist, werden de poststukken niet geregistreerd - dat wil zeggen aangetekend of met een verzekerservice - verzonden, zodat niet is na te gaan hoeveel poststukken aan Pro Vista zijn verzonden en hoeveel van die stukken door Pro Vista daadwerkelijk zijn ontvangen.
PostNL en de postbusovereenkomst
4.7.
Ook als er vanuit wordt gegaan dat er tussen juli 2017 en oktober 2018 (veel) poststukken die voor Pro Vista waren bestemd zijn verdwenen, betekent dit naar het oordeel van de rechtbank niet dat PostNL haar contractuele verplichtingen tegenover Pro Vista als postbushouder niet is nagekomen.
4.8.
Volgens Pro Vista zijn de poststukken vermist geraakt nadat ze bij het distributiecentrum waren opgeslagen en voordat ze in de postbussen van Pro Vista terechtkwamen. Volgens Pro Vista gebeurde dit vermoedelijk door interne diefstal bij PostNL rondom het distributiecentrum in Best, zoals in één geval (in november 2017) ook door PostNL is geconstateerd.
4.9.
Naar het oordeel van de rechtbank betekent dit, anders dan Pro Vista meent, dat de poststukken vermist zijn geraakt tijdens het postvervoer en niet bij de uitvoering van de postbusovereenkomst. De postbusovereenkomst houdt voor PostNL de verplichting in om een postbus beschikbaar te stellen en om de vervoerde poststukken ‘ter aflevering beschikbaar te houden’, zodat de postbushouder deze kan afhalen. Met PostNL is de rechtbank van oordeel dat deze verplichting voor PostNL, om de poststukken voor Pro Vista als postbushouder beschikbaar te houden, pas een aanvang neemt vanaf het moment dat die poststukken in de postbus zijn afgeleverd. Handelingen die PostNL tot aan dat moment verricht vallen onder het postvervoer, dat wordt uitgevoerd in opdracht van de afzender van een poststuk, zo volgt uit artikel 2 lid 1 sub c en i van de Postwet 2009. Op grond van de overeenkomst van postvervoer heeft PostNL uitsluitend jegens de afzender een verplichting om het stuk af te leveren bij de geadresseerde. De geadresseerde, of deze nu postbushouder is of niet, heeft geen eigen recht op bezorging.
4.10.
De rechtbank verwerpt de stelling van Pro Vista, dat PostNL reeds vanaf het moment dat de post door PostNL naar het distributiecentrum is vervoerd en daar ligt opgeslagen, heeft te gelden als bewaarder van die post voor postbushouders als Pro Vista. Voor een dergelijke extensieve uitleg van de postbusovereenkomst ziet de rechtbank geen aanknopingspunten, ook niet in de “Gebruikersvoorwaarden U heeft Post”, waar Pro Vista in dit verband ter zitting nog een beroep op heeft gedaan. Anders dan Pro Vista stelt, is de post dan ook niet vermist geraakt terwijl PostNL die post in bewaring had voor Pro Vista. Dat er poststukken zijn verdwenen nadat zij in de postbus waren gedeponeerd, is niet gesteld en blijkt ook nergens uit.
4.11.
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen grond om te oordelen dat PostNL haar contractuele verplichtingen tegenover Pro Vista als postbushouder niet is nagekomen en uit dien hoofde aansprakelijk is ter zake van de vermiste poststukken. De rechtbank komt dan ook niet toe aan beantwoording van de vraag of PostNL zich met succes kan beroepen op de uitsluiting van haar aansprakelijkheid als opgenomen in artikel 8 van de Algemene voorwaarden Postbussen 2018.
4.12.
De door Pro Vista gevorderde verklaring voor recht dat PostNL aansprakelijk is voor de schade van Pro Vista kan gelet op al het voorgaande niet worden gegeven. De overige vorderingen, tot vergoeding van schade en kosten, zijn daarom evenmin toewijsbaar.
4.13.
Pro Vista zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, welke kosten aan de zijde van PostNL worden begroot op € 2.964,-, bestaande uit € 2.042,- aan betaalde griffierechten en € 922,- aan salaris advocaat (2,0 punten x tarief € 461,-).

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Pro Vista in de proceskosten, aan de zijde van PostNL tot op heden begroot op € 2.964,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.C. Adang en in het openbaar uitgesproken op 30 december 2020.