In deze civiele zaak heeft Pro Vista B.V. PostNL B.V. aangeklaagd wegens het niet nakomen van postbusovereenkomsten. Pro Vista, een onderneming die zich bezighoudt met financieel fulfilment, heeft in 2017 en 2018 vier postbusovereenkomsten gesloten met PostNL. Pro Vista ontving regelmatig notificaties van PostNL over te verwachten poststukken, maar klaagde dat zij vaak minder poststukken ontving dan gemeld. Na meerdere klachten en een intern onderzoek door PostNL, dat leidde tot ontslag van een chauffeur wegens diefstal, werd een doorzendservice ingesteld. Pro Vista vorderde schadevergoeding van PostNL, stellende dat zij door interne diefstal duizenden poststukken is misgelopen en haar schade op ruim € 550.000,- begrootte.
De rechtbank oordeelde dat PostNL niet aansprakelijk was voor de vermiste poststukken. De rechtbank stelde vast dat de verplichtingen van PostNL pas beginnen op het moment dat de poststukken in de postbus zijn afgeleverd. Aangezien de vermissing van poststukken plaatsvond tijdens het vervoer, en niet bij de uitvoering van de postbusovereenkomst, was PostNL niet in gebreke. De rechtbank wees de vorderingen van Pro Vista af en veroordeelde haar in de proceskosten van PostNL, die op € 2.964,- werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 30 december 2020.