ECLI:NL:RBOBR:2020:6082
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschil over handhaving van bestemmingsplan en kamerbewoning
Op 4 december 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel. De zaak betreft een verzoek van de eiser om handhavend op te treden tegen het gebruik van een woning voor kamerbewoning. Eiser stelt dat de woning wordt verhuurd aan arbeidsmigranten en dat dit in strijd is met het bestemmingsplan. Het primaire besluit van verweerder, dat het verzoek van eiser afwees, werd op 18 december 2019 bevestigd in het bestreden besluit. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 1 september 2020 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoert dat verweerder niet voldoende onderzoek heeft gedaan naar de feitelijke situatie van de woning. Verweerder stelt echter dat de verhuur aan arbeidsmigranten niet in strijd is met de bestemmingsplannen, omdat de planregels geen expliciet verbod bevatten op kamerbewoning. De rechtbank oordeelt dat de interpretatie van verweerder juist is en dat het begrip 'wonen' in de planregels niet gedefinieerd is, waardoor verschillende vormen van huisvesting, waaronder kamerbewoning, mogelijk zijn.
De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit zorgvuldig is voorbereid en dat er geen aanleiding is voor handhavend optreden. Eiser's argumenten over de noodzaak van een voorbereidingsbesluit en de interpretatie van de planregels worden verworpen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep.