Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte]
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
aanmerkelijkekans op het intreden van de dood door het met kokend water overgieten van het slachtoffer, waardoor niet kan worden vastgesteld dat verdachte de opzet had - ook niet in voorwaardelijke zin - op de dood van het slachtoffer.
Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] d.d. 18 mei 2020,p. 102-105, voor zover inhoudende:V: Ik heb gehoord dat de politie bij jou thuis is gekomen en dat papa en mama ruzie hebben gehad.A: Mama is pijn en papa mama hier pijn en nu is mama bij de dokter. ( [getuigen] wijst naar haar arm)V: Wat gebeurde er dan?A: Papa pijn gedoet.V: Wie heeft dat gedaan?A: Met koffie.V: Met koffie hier en daar?A: Hier en hier en hier en bij de billen.V: Wat heeft papa gedaan?A: Papa met koffie pijn gedaan.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
een gevangenisstraf voor de duur van 30 [dertig] maanden.
10 [tien] maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een
proeftijd van 3 [drie] jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel één van de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.