Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
9 februari 2020 te Eindhoven samen met een ander een beroving heeft voorbereid door een
- Het telefoonnummer [nummer 2] behoort toe aan verdachte en hij is de gebruiker van de telefoon.
- Verdachte wordt “ [alias] ” genoemd. Dit blijkt uit de verklaring van [medeverdachte] . Bij aanvang van het chatgesprek meldt de gebruiker van het telefoonnummer van verdachte zich onder die naam.
- Tot twee keer toe valt tijdens dit chatgesprek het woord “panic”, dit terwijl de rechtbank is gebleken dat verdachte lijdt aan paniekstoornissen/angstaanvallen.
- Als wordt gesproken over het ophalen van een GPS tracker in Rotterdam, wordt als adres waar de envelop met geld in de brievenbus moet worden gegooid, genoemd het [adres 2] , zijnde het woonadres van verdachte.
7 februari 2020 om 14.57 uur via zijn telefoon een foto heeft verzonden van een Audi RS3 voorzien van kenteken [nummer 3] . Ook zijn er afbeeldingen in de telefoon van [medeverdachte] gevonden die duiden op het gebruik van een GPS tracker. Uit onderzoek is gebleken dat de Audi RS3 met kenteken [nummer 3] op naam staat van
[persoon 2] . Deze persoon blijkt een vennoot te zijn van [coffeeshop] aan de [adres 3] te Eindhoven. Uit de politiesystemen blijkt dat dit voertuig in januari 2020 bestuurd werd door de zoon van [persoon 2] , te weten [persoon 3] . [persoon 3] is als getuige gehoord (p. 494 e.v.) en hij heeft verklaard de gebruiker te zijn van de Audi RS3 met kenteken [nummer 3] . Ook heeft hij verklaard de zoon van de eigenaren van [coffeeshop] te zijn en tot voor kort een gouden ketting te hebben gedragen.
Waar het kernverwijt bij medeplichtigheid "het bevorderen en/of vergemakkelijken van een door een ander begaan misdrijf" is, concentreert het verwijt bij medeplegen zich op het gewicht van de intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van de verdachte.
De rechtbank houdt bij haar oordeel of er sprake was van medeplegen of medeplichtigheid rekening met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte en diens aanwezigheid op belangrijke momenten.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Beslag.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
2 november 2020. In dit deel van de vordering is de benadeelde partij naar het oordeel van de raadsman niet-ontvankelijk. De benadeelde partij moet dit deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.