Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 januari 2020;
- de akte na tussenvonnis van [eiser] ;
- de incidentele conclusie tot inzage en afschrift van bescheiden als bedoeld in artikel 843a Rv;
- het B16-formulier van [eiser] met het verzoek de gestelde incidenten te splitsen;
- het B16-formulier van Hotel Gaming met het verzoek om het verzoek tot splitsing niet in behandeling te nemen, dan wel af te wijzen;
- de conclusie van antwoord in het incident.
2.De vorderingen in en het verloop van de hoofdzaak
- [naam 2] (hierna: [naam 2] ), voormalig floormanager bij Hotel Gaming;
- [naam 3] (hierna: [naam 3] ), voormalig floormanager bij Hotel Gaming;
- [naam 4] (hierna: [naam 4] ), operationeel manager bij Hotel Gaming;
- [naam 5] ( [naam 5] ), bedrijfsleider bij Hotel Gaming.
3.De vorderingen in het incident
brengt daartegen in dat Hotel Gaming hiermee een nieuw incident opwerpt. Volgens hem vraagt Hotel Gaming om een voorlopige voorziening tot het veroordelen van [eiser] in de werkelijke proceskosten. [eiser] vraagt de rechtbank om de incidenten te splitsen.
4.De beoordeling in het incident
5.De beslissing
2 december 2020voor de beslissing op het verzoek om een bevel medebrenging van de zijde van [eiser] .