In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 17 november 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een leraar die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met een elfjarig meisje en het bezit van kinderporno. De verdachte, geboren in 1955, gaf les op een school voor speciaal onderwijs en heeft gedurende een langere periode herhaaldelijk ontuchtige handelingen gepleegd met het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer betastte en daarbij in haar oor fluisterde dat ze dat toch wel goed vond. Dit gebeurde in de periode van 1 november 2018 tot en met 23 maart 2019.
Daarnaast heeft de verdachte zich met zijn laptop toegang verschaft tot kinderporno. De rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen, waaronder de verklaringen van het slachtoffer en de moeder, de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Tevens is de verdachte voor vijf jaar ontzet van het recht om het beroep van leraar uit te oefenen, specifiek in het onderwijs aan minderjarigen. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder behandeling en toezicht door de reclassering.