Compliment B.V. is een akkerbouwbedrijf dat wordt geëxploiteerd op een locatie aan de [adres 2] te Volkel en op het perceel [adres 1] (de projectlocatie). De bestaande bedrijfsgebouwen op de projectlocatie liggen achter het bebouwingslint aan het Voor-Oventje. Het perceel heeft een uitweg aan de [adres 1] naast het perceel [adres 3] (in eigendom van de eiser in zaak SHE 20/2016). Op het perceel staan verder een loods, een veldschuur en andere bebouwing. In de loods zijn koelcellen. Op het perceel worden landbouwwerktuigen gestald die worden gebruikt op het akkerbouwbedrijf van vergunninghoudster.
Op de projectlocatie zijn de bestemmingsplannen “Buitengebied”, “Buitengebied 1e herziening” en “Parapluplan wonen en parkeren gemeente Landerd” van toepassing. Het perceel heeft in het bestemmingsplan “Buitengebied” de bestemming ‘Agrarisch – 2’. In artikel 4.4.2 van de planregels wordt in ieder geval tot strijdig gebruik gerekend het bewonen van bedrijfsruimtes en huisvesting van tijdelijke werknemers die werken op zowel tijdelijke als structurele arbeidsplaatsen, te weten een arbeidsplaats die maximaal 6 maanden (tijdelijk) of langer dan 6 maanden (structureel) beschikbaar is.
Vergunninghoudster heeft een groot areaal landbouwgronden in de omgeving van Landerd en Uden. Hierop worden gewassen geteeld die in een verwerkingsloods op de locatie aan de [adres 2] worden verwerkt tot de zakjes met groenten die worden geleverd aan supermarkten. Ten behoeve van het bedrijf maakt vergunninghoudster gebruik van circa 130 werknemers, vooral buitenlandse seizoenarbeiders (verder: arbeidsmigranten).
Op 24 augustus 2009 heeft verweerder een bouwvergunning verleend met een ontheffing op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening voor het bouwen van een bedrijfshal met kantoor en kantine. Deze vergunning is onherroepelijk. De vergunning is gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en gebruik in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a en c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het gebouw is nog niet opgericht.
Op 18 augustus 2015 heeft verweerder nog een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik in strijd met het bestemmingsplan van een pand op de projectlocatie direct aan het Voor-Oventje voor extensief recreatief medegebruik. Hieraan is een voorwaarde voor landschappelijke inpassing verbonden.
Op 31 januari 2019 is een omgevingsvergunning verleend voor het huisvesten van 4 arbeidsmigranten op de projectlocatie gedurende een periode van zes maanden per jaar.
Verzoekers zijn eigenaar van het perceel [adres 1] Daarop staat een pand dat wordt gebruikt voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Het Voor-Oventje is een straat met veel burgerwoningen in een lintbebouwing en vormt een buurtschap met ongeveer 400 inwoners.
Voor het huisvesten van arbeidsmigranten heeft de gemeente Landerd beleidsregels vastgesteld op 11 maart 2010 in de ‘Beleidsnota huisvesting arbeidsmigranten Landerd’ (de beleidsnota). Verder hanteert de gemeente Landerd de, op 8 april 2013 vastgestelde beleidsnota ‘Kwaliteitsverbetering’ ter uitwerking van enkele open normen in de Verordening Ruimte 2014 van de Provincie Noord-Brabant (inmiddels de Interim Omgevingsverordening van de Provincie Noord-Brabant).
Vergunninghoudster heeft een aanvraag ingediend om 32 arbeidsmigranten gedurende een periode van zes maanden per jaar te huisvesten op de projectlocatie. Hiervoor wordt de aanwezige veldschuur verbouwd. Tevens wordt het gebouw dat is vergund in 2009 ingericht ten behoeve van de huisvesting van werknemers. De werknemers van vergunninghoudster zijn hoofdzakelijk afkomstig uit het buitenland.
Bij de aanvraag voor de verleende omgevingsvergunning is een ruimtelijke onderbouwing gevoegd. Hierin wordt melding gemaakt van een landschappelijke inpassing. Er wordt gewezen op de bestaande landschappelijke inpassing. De bedoeling is om hiernaast enkele struiken aan de voorzijde van het perceel te plaatsen en een haag op een ander perceel te plaatsen ten behoeve van kwaliteitsverbetering van de omgeving.
Ten behoeve van het project heeft de Kwaliteitscommissie op 9 mei 2019 een positief advies gegeven en heeft de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen op 27 juni 2019 positief geadviseerd.
Verweerder heeft een ontwerpbesluit ter inzage gelegd. Verzoeker heeft een zienswijze ingediend.