ECLI:NL:RBOBR:2020:5558

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
13 november 2020
Publicatiedatum
11 november 2020
Zaaknummer
01/225897-19
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bezit en verspreiden van kinderporno met gebruikmaking van communicatiediensten

Op 13 november 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit en de verspreiding van kinderporno. De verdachte had in de periode van 25 december 2017 tot en met 19 december 2018 bijna 100 kinderpornografische foto's en zes films in zijn bezit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het in bezit hebben van deze afbeeldingen en films, waarbij hij gebruik maakte van een communicatiedienst om toegang te verschaffen tot dit materiaal. De rechtbank achtte het niet bewezen dat de verdachte kinderporno had verspreid, en sprak hem daarvan vrij. De verdachte had de feiten tijdens de zitting bekend, wat leidde tot een bewezenverklaring van het bezit van kinderporno. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 271 dagen, waarvan 270 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij bereid was om hulp te aanvaarden. De rechtbank stelde bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf, waaronder het volgen van aanwijzingen van de reclassering en het ondergaan van behandeling bij een forensisch psychiatrische instelling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.225897.19
Datum uitspraak: 13 november 2020
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren [geboortejaar] 1963,
wonende te [adres].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 30 oktober 2020.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte/veroordeelde naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 25 september 2020.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 30 oktober 2020 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen op/in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot en met 19 december 2018 te Valkenswaard, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal afbeeldingen, te weten (een) foto(’s) en/of video(’s) en/of film(s) en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten Computer/Server Dell 1950, goednummer 1441584 en/of HP Compact Computer, goednummer 1444190 en/of geheugenkaart Scandisk, goednummer 1444179, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid (via/door het chatprogramma [programma])
en/of in bezit heeft gehad
en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger en/of penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een penis/geslachtsdeel oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnaam [bestandsnaam 1], pagina 29 van het proces-verbaal en/of bestandsnaam [bestandsnaam 2] pagina 29 van het proces-verbaal en/of bestandsnaam [bestandsnaam 3] pagina 30 van het proces-verbaal en/of
Bestandsnaam film [bestandsnaam 4] pagina 32 van het proces-verbaal en/of bestandsnaam film [bestandsnaam 5] pagina 32 van het proces-verbaal
en/of
het met de/een hand/vinger(s) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
(Bestandsnaam [bestandsnaam 6] pagina 29 proces-verbaal en/of bestandsnaam [bestandsnaam 2] pagina 29 van het proces-verbaal)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of met een witte substantie (lijkend op sperma) op het lichaam en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsnaam [bestandsnaam 7] pagina 29 van het proces-verbaal en/of bestandsnaam [bestandsnaam 8] pagina 30 van het proces-verbaal)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht)
Voor zover in de tenlastelegging taal- of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Inleiding.
Verdachte wordt kort gezegd het bezit en het verspreiden van kinderporno verweten.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht het verspreiden van kinderporno niet bewezen, en stelt zich op het standpunt dat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 25 december 2017 tot en met 19 december 2018 kinderporno in zijn bezit had en met gebruikmaking van een communicatiedienst zich de toegang daartoe heeft verschaft. Tevens acht de officier van justitie bewezen dat verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman is van mening dat verdachte moet worden vrijgesproken van het verspreiden van kinderporno. Verdachte heeft het bezit van kinderporno en het met gebruikmaking van een communicatiedienst zich de toegang daartoe verschaffen erkend. De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte daarvan geen gewoonte heeft gemaakt, zodat daarvoor vrijspraak dient te volgen. De verdediging acht daartoe het aantal plaatjes in verhouding tot de ten laste gelegde periode van belang en tevens de omstandigheid dat verdachte geen actieve handelingen met de afbeeldingen heeft verricht, zoals het ordenen ervan. Tevens heeft de verdediging aangevoerd dat de ten laste gelegde periode dient te worden ingekort, voor de periode voor 1 januari 2018 is geen bewijs aanwezig.
Het oordeel van de rechtbank. [1]
Nu verdachte de bewezen te verklaren feiten ter terechtzitting heeft bekend, zal de rechtbank gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering de hierna te noemen bewijsmiddelen niet uitwerken, maar volstaan met de vermelding ervan:
  • De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 30 oktober 2020;
  • Het proces-verbaal van bevindingen de dato 13 december 2018, p. 10 e.v.;
  • Het proces-verbaal van bevindingen de dato 19 december 2018, p. 18;
  • Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal de dato 7 augustus 2019, p. 26-33;
  • Het proces-verbaal van verhoor van verdachte de dato 10 september 2019, p. 254-260.
Evenals de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte kinderporno heeft verspreid. Van dat onderdeel in de tenlastelegging zal verdachte worden vrijgesproken.
Met betrekking tot het geschilpunt tussen de officier van justitie en de verdediging wat betreft de begindatum van het strafbare handelen van verdachte overweegt de rechtbank dat uit het onderzoek naar de URL’s van de site [website] als begindatum 25 december 2017 is gebleken en verdachte bij de politie heeft verklaard dat dit hij hier eind 2017 al mee bezig was.
Anders dan de verdediging acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen dat sprake was van een gewoonte. De rechtbank acht voor die conclusie de periode waarbinnen verdachte heeft gehandeld en de hoeveelheid aangetroffen afbeeldingen redengevend, evenals de omstandigheid dat verdachte de afbeeldingen in de “(files) pictures” map heeft geplaatst, een URL in een tekstdocument heeft opgeslagen en kinderpornografische video’s op de SD-kaart heeft opgeslagen.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
in de periode van 25 december 2017 tot en met 19 december 2018 te Valkenswaard,
gegevensdragers bevattende afbeeldingen en/of films - te weten Computer/Server Dell 1950, goednummer 1441584 en HP Compact Computer, goednummer 1444190 en geheugenkaart Scandisk, goednummer 1444179, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad en zich met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis oraal en vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam [bestandsnaam 2] pagina 29 van het proces-verbaal en bestandsnaam [bestandsnaam 3] pagina 30 van het proces-verbaal en bestandsnaam film [bestandsnaam 9] pagina 32 van het proces-verbaal en bestandsnaam film [bestandsnaam 5] pagina 32 van het proces-verbaal)
en
het met de vingers aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnaam [bestandsnaam 6] pagina 29 proces-verbaal en bestandsnaam [bestandsnaam 2] pagina 29 van het proces-verbaal)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert met een witte substantie (lijkend op sperma) op het lichaam en in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en door de onnatuurlijke pose en de wijze van kleden van deze persoon nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsnaam [bestandsnaam 7] pagina 29 van het proces-verbaal en/of bestandsnaam [bestandsnaam 8] pagina 30 van het proces-verbaal)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft de oplegging gevorderd van een gevangenisstraf voor de duur van 271 dagen waarvan 270 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis. Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank wat betreft een grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf. De verdediging heeft verzocht de taakstraf in duur te beperken gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de omstandigheid dat verdachte het tijdsverloop van de strafvervolging reeds als een straf heeft ervaren.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich gedurende de periode van een jaar schuldig gemaakt aan kortgezegd het bezit van kinderporno. Via het chatprogramma [programma] heeft hij zich daartoe de toegang verschaft. Dit betreft een chatprogramma waarbij onder andere URL’s kunnen worden verzonden. Uit meerdere groepsgesprekken waaraan verdachte deelnam is gebleken dat URL’s werden gedeeld van de site [website]. Uit nader onderzoek naar deze URL’s bleek dat er meerdere URL’s verwezen naar unieke kinderpornografische afbeeldingen. Daarnaast had verdachte bijna 100 kinderpornografische foto’s tot zijn beschikking en zes kinderpornografische films. Tussen het kinderpornografische materiaal op de gegevensdragers van verdachte heeft de politie een aantal afbeeldingen aangetroffen van zéér jonge kinderen.
Dit betreffen ernstige feiten. Buiten kijf staat dat kinderen die worden misbruikt voor de productie van pornografische foto’s en/of video’s daardoor grote geestelijke en lichamelijke schade kunnen oplopen die hun verdere ontwikkeling ernstig kan schaden. Ook kunnen zij nog geruime tijd geconfronteerd worden met de gevolgen van de productie van de pornografische beelden waarvoor zij zijn misbruikt. In de praktijk is het namelijk vrijwel onmogelijk om een foto of video die eenmaal op internet te vinden is, blijvend te verwijderen. De verdachte heeft door zijn handelen een bijdrage geleverd aan de instandhouding van een markt waarop kinderpornografisch materiaal wordt aangeboden en waarvan voor de productie zeer jonge kinderen worden misbruikt. De belangen van deze kinderen zijn grovelijk veronachtzaamd.
Het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) geeft als oriëntatiepunt voor straftoemeting voor het maken van een gewoonte van het bezit van kinderporno een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar. De rechtbank zal dit bij de bepaling van de strafmaat als uitgangspunt nemen.
De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat het opsporingsonderzoek en de vervolging van verdachte, zonder dat dit aan verdachte zou zijn toe te rekenen, geruime tijd op zich heeft laten wachten. Daarnaast heeft verdachte het door hem gepleegde strafbare feit in een vroeg stadium van het onderzoek toegegeven, zijn volledige medewerking aan dat onderzoek verleend en is hij bereid hulp van de Reclassering te aanvaarden, zich te laten diagnosticeren en zo nodig behandeld te worden.
De rechtbank zal een lichtere taakstraf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde taakstraf, nu de rechtbank in het licht van de in de voorgaande alinea genoemde feiten en omstandigheden van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank zal de gevangenisstraf voor het grootse gedeelte voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan deze voorwaardelijke straf zullen na te noemen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld. Deze hebben ten doel het gedrag van verdachte te veranderen om de kans op herhaling nog geringer te maken.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 240b van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
gegevensdragers bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte werd gemaakt.
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
legt op de volgende straffen:
 een
gevangenisstraf voor de duur van 271 dagen waarvan 270 dagen voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren.
Voorwaarde is, dat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Daarnaast worden als bijzondere voorwaarden gesteld:
1) dat veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen die Reclassering Nederland hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe dient hij zich bij Reclassering Nederland te blijven melden, zolang en zo frequent als deze instelling nodig acht;
2) dat veroordeelde zich zal houden aan het behandelaanbod van forensisch psychiatrische polikliniek GGz De Omslag te Eindhoven, of een soortgelijke instelling, ook indien dit diagnostisch onderzoek betreft. Dit zolang nodig wordt geacht door de behandelaars, in overleg met Reclassering Nederland;
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
 een
taakstrafvoor de duur van
150 urensubsidiair 75 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.M. Zandbergen, voorzitter,
mr. T. van de Woestijne en mr. I.S. Peskens, leden,
in tegenwoordigheid van mr. H.J.G. van der Sluijs, griffier,
en is uitgesproken op 13 november 2020.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie Eenheid Oost-Brabant, Dienst Regionale Recherche, team Kinderporno, genummerd/genaamd OBRBD18027/Manx, gesloten 11 september 2019.