Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
de Ontvanger),
[eiser]),
de bewindvoerder),
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 november 2019;
- de exploten waarmee de bewindvoerder is opgeroepen om (ook) in dit geding
- de akte
- de antwoordakte van de Ontvanger van 5 augustus 2020.
2.De verdere beoordeling
+€ 500.000,00 vanaf zijn rekening bij UBS Bank te Zwitserland – hierna: UBS – via zijn rekening bij ASN Bank naar uiteindelijk zijn rekening bij ING Bank – hierna: ING).
7,00, is weergegeven. Dit bedrag dient daar verbeterd te worden gelezen als € 224.71
9,00).
“Antrag zur Kontoeröffnung”van UBS ten behoeve van [eiser] is voorzien van de datum 29 april 1987. (hetgeen ruim 30 jaar geleden is). De Ontvanger heeft verder aangevoerd dat uit productie 11 van [eiser] zelf volgt dat hij [x] pas jaren ná 29 april 1987 heeft leren kennen. De als productie 11 overgelegde verklaring van [y] van december 2018 houdt onder meer in: “
Heb [ [eiser] ] 22 jaar geleden meegenomen naar de inloopmorgen […] baptisten. Wij leerden daar [ [x] ] kennen er ontwikkelde zich spontaan vriendschap tussen [ [x] ] en [ [eiser] ]”.De eveneens als productie 11 overgelegde verklaring van [z] houdt onder meer in:
“Hierbij verklaar ik dat [ [eiser] ] ruim 20 jaar bevriend was met [ [x] ]”.
9.608,00( 4 punten × tarief € 2.402,00)