Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 juni 2020 met 16 producties
- de brief van mr. Fimerius van 22 september 2020 met producties 17 tot en met 19
- de brief van mr. Zeelenberg van 22 september 2020 met 2 producties
- de akte houdende wijziging van eis
- de mondelinge behandeling op 24 september 2020, gelijktijdig met het kort geding in de zaak van [D] tegen de gemeente Nuenen (zaaknummer C/01/359763 / KG ZA 20-345)
- de pleitnota van mr. Fimerius
- de pleitaantekeningen van mr. Zeelenberg.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“dat hij eventuele bezwaren tegen de aanbesteding en de daarin gehanteerde criteria tijdig en adequaat kenbaar maakt. Door dergelijke bezwaren niet kenbaar te maken op het daarvoor geëigende moment, te weten de vragenronde die resulteert in de nota van inlichtingen, handelt de inschrijver in strijd met de doelstellingen van snelheid en doeltreffendheid” [1] .Daar valt nog aan toe te voegen dat paragraaf 1.5 van de Inschrijvingsleidraad de inschrijvers ook met nadruk wijst op hun verplichting om onjuistheden, gebreken of onvolkomenheden in de Inschrijvingsleidraad direct te melden en dat zij zich door in te schrijven conformeren aan de inhoud van de Inschrijvingsleidraad, de bijlage en de procedure. CityTec kan dan niet haar bezwaren pas voor het eerst naar voren brengen naar aanleiding van een voor haar ongunstig gunningsvoornemen. De inlichtingenronde was daarvoor bij uitstek de geschikte gelegenheid en indien de aanbestedende dienst in dat stadium niet aan de bezwaren van CityTec tegemoet had willen komen dan had zij daar toen tegen dienen op te komen. De aan het Grossmann-arrest ontleende norm is wat dit aangaat glashelder:
een bepaald fabricaat, een bepaalde herkomst of een bijzondere werkwijze die kenmerkend is voor de producten of diensten van een bepaalde ondernemer, een merk, een octrooi of een type, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie, waardoor bepaalde ondernemingen of bepaalde producten worden bevoordeeld of uitgesloten”. Dat is slechts anders indien die verwijzing “
door het voorwerp van de overheidsopdracht gerechtvaardigd is”. Over de vraag of deze uitzondering zich hier voordoet valt serieus van mening te verschillen. De voorzieningenrechter ziet op voorhand namelijk niet in waarom de gemeente niet had kunnen volstaan met een eenvoudige verwijzing naar algemene technische specificaties, al dan niet aangevuld met wensen ten aanzien van de vorm en materiaalkeuze. Het verwijzen naar een merk en type lijkt op het eerste gezicht niet nodig voor een “
nauwkeurige en begrijpelijke beschrijving van het voorwerp van de overheidsopdracht” zoals bedoeld in het vierde lid van artikel 2:76 Aw. Overigens valt bij dit alles nog wel aan te tekenen dat gesteld noch gebleken is dat de gemeente, door te verwijzen naar een specifiek merk en type armatuur, feitelijk elke vorm van concurrentie heeft uitgesloten omdat alleen de voorgeschreven armaturen van Philips aan de (aan die armaturen ontleende) technische en esthetische specificaties voldoen. Er waren – zo is onweersproken door de gemeente gesteld - voldoende alternatieven beschikbaar van andere fabrikanten die beantwoordden aan de gestelde eisen met betrekking tot gelijkwaardigheid zoals nader omschreven in de aanbestedingsstukken.
in ieder gevalmoet worden ingegaan op de in de tabel vermelde punten bij het aantonen van de gelijkwaardigheid. De tabel geeft dus geen uitputtende opsomming. Daar komt bij dat de gemeente in de Nota van Inlichtingen bij het antwoord op een vraag die betrekking heeft op paragraaf 2.2 van de Inschrijvingsleidraad verwijst naar een bijlage voor de benodigde informatie. De bijlage met de naam “renovatie OVL” is een rapport dat door [A] is opgesteld in opdracht van de gemeente. In het rapport staan - kort gezegd - de technische specificaties van de door de gemeente voorgeschreven Philips armaturen vermeld. In het rapport staan ook specificaties die niet staan vermeld in de tabel van paragraaf 2.2 van de Inschrijvingsleidraad. Daarvan is in dit kader met name de verblindingsclassificatie, de D-klasse, relevant. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter had CityTec moeten, althans kunnen, begrijpen dat de (D-) verblindingsclassificatie ook relevant kon zijn bij het beoordelen van de gelijkwaardigheid ook al stond deze niet expliciet in de tabel genoemd. In de door CityTec zelf overgelegde lichtberekeningen staat overigens ook telkens de D-klasse van de Ekra 20 vermeld zodat de vergelijking feitelijk ook gemaakt kón worden. Voor zover CityTec stelt, onder verwijzing naar de NPR 13201, dat de toepasbaarheid van de D-klasse bij LED- verlichting ter discussie staat en dat de door haar ingeschakelde deskundige [naam] in haar rapport schrijft dat een aanbiedende partij er niet van uit hoeft te gaan dat de D-klasse relevant is als daar niet om is gevraagd, zeker niet bij LED armaturen, geldt dat als voor CityTec onduidelijk was – al dan niet naar aanleiding van het rapport van [A] - of de D-klasse een rol speelt bij het beoordelen van de gelijkwaardigheid, zij daarover bij de gemeente om opheldering had kunnen en moeten vragen. Dat heeft zij niet gedaan.
klassiekekegelvorm. De aanduiding “klassiek” duidt op een standaard, niet bewerkte of gestileerde wiskundige kegelvorm. Dus een naar beneden taps toelopende vorm met strakke, rechte lijnen, zoals de TownGuide die heeft. In de aanbestedingsstukken is ook een afbeelding van de TownGuide opgenomen zodat voor CityTec duidelijk moet zijn geweest welke vorm de lichtkap de voorgeschreven heeft en wat, gelet hierop, de gemeente kennelijk verstond onder een klassieke kegelvorm. De Ekra 20 heeft duidelijk een andere vormgeving: de lijnen van de lichtkap zijn niet strak, maar sterk “naar binnen” gebogen. Dat is geen klassieke kegelvorm. De opvattingen van [naam] doen daar niet aan af.
Dus als sprake is van een duidelijk esthetisch uitgangspunt met betrekking tot de “visuele aanwezigheid” van armaturen, is de Ekra niet gelijkwaardig aan de Townguide”. Van gelijkwaardigheid is op dit punt naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook geen sprake. Daarbij geldt dat als het voor CityTec niet geheel duidelijk was of zij ook een transparante lichtkap met filter mocht aanbieden, zij daarover aan de gemeente vragen had moeten stellen. Dat heeft zij niet gedaan. Van belang daarbij is op te merken dat van de voorgeschreven armaturen drie varianten door Philips op de markt worden gebracht: helder, semi-transparant en mat. De voorgeschreven variant betreft het semi-transparante armatuur. Van het door CityTec aangeboden armatuur bestaan kennelijk, zo heeft CityTec zelf aangevoerd, ook heldere, semi-transparante en matte varianten, zodat ook niet te begrijpen valt waarom zij niet conform de uitvraag de semitransparante variant van de Ekra 20 heeft aangeboden.
980,00