ECLI:NL:RBOBR:2020:5091
Rechtbank Oost-Brabant
- Voorlopige voorziening
- J. Heijerman
- I.M.C. van Og
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende bewoning door arbeidsmigranten op recreatiepark
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 19 oktober 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van Oostappen Vakantiepark Prinsenmeer B.V. tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten. De zaak betreft een besluit van 1 maart 2019, waarin de gemeente de verzoekster gelastte om alle bewoning door arbeidsmigranten op het vakantiepark te beëindigen. Indien verzoekster hier niet aan voldeed, zou een dwangsom van € 50.000,00 per overtreding worden opgelegd, met een maximum van € 500.000,00. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard door de gemeente op 24 december 2019. Hierop heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het verzoek om voorlopige voorziening kennelijk ongegrond is. De rechtbank heeft het beroep van verzoekster ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.